Dat beide bos ende hage
met groene loveren waren bevaan.
(vers 41-43)[/twocol_one]Het was Pinksteren.
Zowel bos als struikgewas
stonden uitbundig in bloei.
(vertaling citaten: Hubert Slings)[1]
‘Op een mooie Pinksterdag’, zo begint na een korte proloog het verhaal van Reinaert de vos. Ondanks decennialange bezuinigingen op de overdracht van literair erfgoed binnen het voortgezet onderwijs, heeft Van den vos Reynaerde standgehouden in het curriculum van de meeste scholen. En terwijl de historische Nederlandse letterkunde het leeuwendeel van de docenten voor eeuwig ontmoedigd heeft, bestaat er rond Reinaert een uitzonderlijk optimisme: zo’n stoute doerak, dat vinden de leerlingen leuk! Vol goede moed begon ik als nieuweling in onderwijsland mijn Reinaertlessen voor 4 vwo voor te bereiden. ‘Zoek aansluiting bij de belevingswereld van de leerling’, wordt mij bij de lerarenopleiding voortdurend op het hart gedrukt. ‘Sinds de 13de eeuw waarin Willem de avonturen van Reinaert dichtte is er natuurlijk het een en ander veranderd, maar probeer toch aanknopingspunten met de actualiteit te vinden!’ We doen ons best…
Nobel, de leeuw, koning van het dierenrijk, houdt hofdag en alle dieren begeven zich naar zijn paleis. Alle dieren behalve Reinaert, hem leek het verstandiger om thuis te blijven. Tijdens de hofdag spreekt de koning recht over zijn onderdanen en nu blijkt dat alle dieren een aanklacht in willen dienen tegen de vos. Dierenrechten, dat sluit alvast mooi aan bij de actualiteit. Isengrijn de wolf komt als eerste met de volgende beschuldiging:
[twocol_one]dat hij mijn wijf hevet verhoerd
ende mijn kindre zo mesvoerd
dat hij ze bezekene daarze lagen
dat er twee nooit ne zagen
ende ze worden staarblind.
(vers 73-77)[/twocol_one]aan het feit dat hij mijn vrouw verkrachtte
en mijn kinderen op zo’n manier mishandelde / - door ze te bepissen zoals ze daar lagen - / dat twee van hen nooit meer konden zien / en stekeblind zijn geworden.
Verkrachting en kindermishandeling, zware thema’s dat wel, maar niet vreemd aan de tegenwoordige tijd. Dan volgt een aanklacht aangaande Cuwaert de haas:
ene die meeste overdaad
aan Cuwaerde die hase, die hier staat,
die nooit enig dier gedede?
Want hij hem binnen ’s konings vrede
ende binnen des konings gelede
gelovede te leerne zijnen crede,
ende zoude ‘m maken kapelaan.
Doe dede hij ‘m zitten gaan
vaste tussen zijne bene.
Doe begonsten zij over ene
spellen ende lezen bede
ende luide zingene crede.
(vers 136-153)[/twocol_one]Pleegde hij gisteren op klaarlichte dag
met Cuwaert, de haas, hier aanwezig,
niet een van de grootste schanddaden
Die ooit door een dier gepleegd zijn?
Tijdens de wapenstilstand en binnen de vrij-
geleide/ die de koning had laten afkondigen,
beloofde hij hem namelijk het ‘credo’ te leren, / en hem kapelaan te maken.
Daarop liet hij hem tussen zijn benen
plaatsnemen en kneep deze stevig samen.
Toen begonnen ze samen zowel
spel- als leesoefeningen te doen
en luidkeels het credo te zingen.
Ik word een beetje misselijk… Maar zulke dingen gebeuren ook in onze wereld, jongens!
De Reinaert is een vrucht van de orale traditie en deze passage biedt prachtige mogelijkheden voor de voordrachtskunstenaar die aan kan zwellen en het ritme op kan voeren tot een luid uitgeroepen: crede! In de klas simuleren we deze receptiesituatie doordat ik de tekst voordraag en de leerlingen meelezen. Maar wat gebeurt hier precies? Een middeleeuwse marge-illustratie geeft een goed beeld van deze scène. Reinaert belooft Cuwaert dat hij hem het credo zal leren en hem tot kapelaan (hulppastoor) zal maken. Hierbij moet ik de scholier uitleggen dat ‘credo leren’ een middeleeuwse uitdrukking was voor masturberen en ‘kapelaan maken’ voor het hebben van een homoseksuele relatie. Dat riekt naar misbruik binnen de katholieke kerk, weer een aanknopingspunt met de actualiteit!
Bruun wordt erop uitgestuurd om Reinaert voor het gerecht te dagen. Weer zo’n leuk personage, Bruun, zo’n lieve knuffelbeer! Reinaert lokt hem naar een holle eik in de tuin van de pastoor, die zogenaamd vol honing zou zitten. Bruun duikt erin en komt muurvast te zitten. Reinaert zorgt ervoor dat de dorpsbewoners de beer in de gaten krijgen en deze rukken aan met bijlen, hellebaarden, spinrokken en kruisbeelden om op hem in te hakken. Bruun hoort de stoet naderen:
hij ontzag meer ongeval
en zette al jegens al,
doe hij dat geruchte hoorde.
Hij sprang up, zodat hem schoorde
van zijnen aanzichte al die huid.
Al brochte Brune dat hoofd uit,
met arbeide ende met pijnen,
nochtan liet hij daar van den zijnen
ene ore ende beide zijne lier.
Nie maakte God zo lelijk dier.
Hoe mochte hij zeerder zijn mesrocht?
Al had hij ’t hoofd uite brocht,
eer hij die voete konde gewinnen,
bleve ‘r alle die klauwen binnen
ende zijn twee handschoen bede.
Dus gerochte hij uit met lede.
(vers 736-752)[/twocol_one]Bruun voelde zich al niet op z’n gemak
maar toen hij het lawaai hoorde
voorzag hij nog meer ellende
en zette alle op alles.
Hij wrikte zich met een sprong los, zodat
het vel compleet van zijn snuit scheurde.
Al kreeg Bruun zijn kop er
met pijn en moeite uit,
hij leverde wel
één oor en zijn beide wangen in:
nooit heeft God zo’n lelijk dier geschapen.
Had Bruun het nog slechter kunnen treffen?
Hij had zijn hoofd dan wel losgewrikt,
maar voor hij weer op vrije voeten was
bleven z’n klauwen en / het vel van z’n voorpoten in de boom achter.
Zo lukte het hem met veel pijn los te komen.
In blinde paniek rukt Bruun zijn kop uit de eik waarbij de huid van zijn gezicht afscheurt. Zo weet hij zijn hoofd te bevrijden, maar de prijs die hij daarvoor betaalt is dat één van zijn oren en allebei zijn wangen achterblijven in de eik. Daarna rukt hij zijn voorpoten los, waarvan de klauwen en het vel eveneens in de holle boom blijven steken. Ik word een beetje misselijk… Maar zulke dingen gebeuren ook in onze wereld, jongens! Denk maar aan dierenmishandeling, marteling, allemaal heel actuele onderwerpen. O ja en de Reinaert is een satire hè, dus niet vergeten te lachen!
Zo voert het verhaal verder langs de leuke poes Tibeert die door een list van Reinaert gekeeld wordt in een strik en in doodsnood het geslachtsdeel afbijt van de poedelnaakte pastoor die hem de hersens in wil slaan:
[twocol_one]Als Tibeert dat gezag,
dat hij emmer sterven zoude,
doe dede hij een deel als die boude,
dat dien pape verging te schanden:
beide met klauwen ende met tanden
dede hij hem pand, alzo ’t wel scheen,
ende sprang dien pape tussen die been,
in die beurse al zonder naad,
daar men die beiaard mede slaat.
Dat ding viel neder up den vloer.
(vers 1260-1269)[/twocol_one]Toen Tibeert inzag
dat hij zeker sterven zou,
werd hij een beetje dapperder, / zodat het voor de pastoor op een ramp uitliep:
zowel met z’n klauwen als met z’n tanden
eigende Tibeert zich iets toe, zoals duidelijk bleek. / Hij sprong de pastoor tussen z’n benen / naar de beurs zonder naad
waarmee men tegen de klok slaat.
Het ding viel naar beneden op de grond.
Buitengewoon leerzaam is wel hoe Reinaert steeds met zijn misdaden weg weet te komen – ik wil echt iedereen die ambities heeft om anderen te manipuleren op het hart drukken de Reinaert te lezen! – en dat hij zelfs wanneer hij voor de koning is verschenen het hof nog zo ver weet te krijgen dat niet hijzelf maar zijn aanklagers terecht worden gesteld. Isengrijn, Bruun en Tibeert worden gevangen genomen en Reinaert gaat een pelgrimstocht maken waarbij zijn verzoek om een paar extra schoenen en een pelgrimstas wordt gehonoreerd door huid van de poten van de wolf af te stropen een stuk huid uit de rug van de beer te snijden om de tas van te naaien. Reinaert neemt de lieve Cuwaert voor vertrek nog even mee naar huis alwaar de haas door Reinaerts vrouw en kindertjes wordt opgepeuzeld. Wanneer Reinaert met zijn familie naar een andere wildernis is vertrokken, krijgt koning Nobel het hoofd van de haas terugbezorgd en dan… Dan lezen we een voorbeeld van een werkelijk tijdloos element uit zowel literatuur-, theater- als filmgeschiedenis:
ende sloeg zijn hoofd neder.
Over lang hief hij het weder
up ende begonste werpen uit
een dat vreselijkste geluid,
dat noint van diere gehoord waard.
(vers 3383-3388)
[/twocol_one]De koning was ontgoocheld
en liet zijn hoofd zinken.
Na verloop van tijd hief hij het weer
op en begon een van de
vreselijkste geluiden uit te stoten
Die men ooit van een dier gehoord heeft.
Koning Nobel realiseert zich dat Reinaert hem heeft bedrogen, dat Reinaert hem tot op het bot te grazen heeft genomen en vernederd. In Aristotelische termen hebben we te maken met anagnorisis, het inzicht van de tragische held in zijn lot, het dramatische hoogtepunt, het keerpunt waarin betekenis zowel rationeel als emotioneel tot de bodem doordringt. Koning Nobel laat verslagen het hoofd hangen om het vervolgens weer op te heffen en een ijzingwekkende brul uit te stoten. De inhoud van wat in woorden gezegd kan worden kan niks meer toevoegen aan de lading van dit moment, alleen klank kan hier nog uitdrukking geven en na de stilte de spanning ontladen. Om aan te sluiten bij de belevingswereld van de middelbare scholier de onderstaande link: