Volgens de Duitse filosoof Walter Benjamin was Parijs de hoofdstad van het Europa van de 19e eeuw. De grote industriële ontwikkelingen van deze periode zijn op vele manieren vastgelegd, en in de tijd dat de impressionisten voet aan de grond kregen, was Gustave Caillebotte (1848-1894) dé man van de Parijse stadsgezichten. Walter Benjamin beargumenteert in een van zijn essays dat de moderniteit en de door hem genoemde ‘mechanische reproductie’ van film en fotografie (als tegenpool van unieke werken zoals olieverfschilderijen) onze kijk op kunst ingrijpend hebben veranderd.
Ook Caillebotte raakte geïnspireerd door mechanische reproductie. De huidige tentoonstelling over de 19e-eeuwse schilder in het Gemeentemuseum in Den Haag (nog tot 20 mei te bezoeken) legt het zwaartepunt bij de invloed van fotografie op het werk van de schilder. De scherpe composities, met vaak in stemmig zwart geklede mannen, bezien de stad in een tijdperk van stuwende vooruitgang. Een bekende weergave van de stad, maar werkt deze niet haar romantisering in de hand? Veel weergaven van Parijs zijn vooral nostalgisch van aard, avant-garde is verworden tot achterhoede. Hoe veranderde het imago de vooruitstrevende lichtstad in een nostalgische stad van de liefde?
Het is merkwaardig dat deze notoire schilder van het moderne nu volledig is opgenomen in de canon van lichtstedelijke nostalgie.
Caillebotte nam een vreemde plek in tussen de impressionisten, niet in de eerste plaats omdat hij aanvankelijk was opgeleid als jurist. Dankzij het fortuin dat zijn vader had weten te vergaren had hij de mogelijkheid om later een spil te vormen in de impressionistische beweging door zijn vrienden als Monet tentoon te stellen en soms een bescheiden mecenasrol in te nemen. De enorme ontwikkelingen in het stadsgezicht van Parijs waren net daarvoor doorgevoerd. De eindeloze mogelijkheden van de industrialisatie en mechanisatie hadden de kneuterige straatjes omgetoverd in grote allées in een megalomaan opgezette kaart. De opkomst van deze grote vernieuwingen, met op de achtergrond een bewondering voor de industrialisatie, maakten dat Caillebotte zich als schilder ging toeleggen op het urbane leven. Zijn weergaven van de stad waren dan ook geen sociale kritiek, maar meer een vastlegging van een moderne stad en daarmee gepaard gaande levens van Parijzenaars – in samenspel met zijn fascinatie voor de moderne techniek van de fotografie, die hem toeliet bewegingen nader te bestuderen en composities te verrijken.
Het is merkwaardig dat deze notoire schilder van het moderne nu volledig is opgenomen in de canon van lichtstedelijke nostalgie. Parijs wordt halsstarrig de stad van liefde en romantiek genoemd, met als symbool die grote toren die in feite een ode aan de mechanisatie is; de ontwikkeling die Caillebotte bij uitstek had geïnspireerd voor zijn weergave van de stad. Recentelijk is deze nostalgie succesvol verfilmd door Woody Allen in zijn hitfilm Midnight in Paris, de vijfde film in de Europese serie van de bekende cineast. Dit Amerikaanse Parijs bestaat uit 5-sterrenhotels en feestelijke bars waar Dalì, Stein en Hemmingway gezamenlijk in een café zitten. Maar uiteindelijk draait het bij de personages om dezelfde probleemstelling: ze zijn “te laat geboren”, ze zijn nostalgisch over een tijd van ver voordat zij geboren waren. In tegenstelling tot Caillebottes ode aan de modernistatie, zinspeelt Woody Allen in zijn lofzang aan de stad in het moderne medium van de film op de tragiek van de nostalgie. Beiden geven zij op eigen wijze uiting aan een romantische weergave van de stad.
De mythologisering van de stad gaat inmiddels zo ver dat het bij vlagen pathologisch wordt: sommige Japanse reizigers bezwijken onder het zogeheten Paris syndrome. Dit syndroom – dat nadrukkelijk wordt uitgelegd als een syndroom van de reiziger en niet van de reis - is een problematisch fenomeen waarbij bepaalde toeristen ten onder gaan aan hun hooggespannen verwachtingen. Het Parijs dat men in Japan voorgeschoteld krijgt is een esthetisch straatbeeld met mooie, magere, beleefde mensen. Bij aankomst valt dit erg tegen, al is het maar door het aanzienlijk hogere percentage obesitas in Frankrijk dan in Japan. Nu zijn Japanners bij voorbaat zo onder de indruk van hoe Parijs zou moeten zijn, dat ze eenmaal aangekomen flauwvallen van de deceptie en bij thuiskomst depressies krijgen als het niet zo paradijselijk bleek te zijn als aanvankelijk werd gedacht. Er bestaan zelfs toegespitste agentschappen in Parijs die het terugschepen van teleurgestelde Japanners op wekelijkse basis faciliteren.
Het Amerikaanse Parijs bestaat uit 5-sterrenhotels en feestelijke bars.
Caillebottes perceptie van de stad zou bepaalde toeristen voor een teleurstelling kunnen behoeden, maar ook mensen de ogen kunnen openen voor de kruisbestuiving tussen fotografie en schilderkunst. De tentoonstelling in het Gemeentemuseum opent met het overweldigende De parketschuurders, het eerst tentoongestelde werk van Caillebotte - helaas is dit ook het enige grote bekende werk van Caillebotte dat de oversteek naar Den Haag heeft weten te maken. Van het bekende Temps de Pluie is een foto te zien van iemand die naar het werk kijkt in zijn huidige verblijfplaats in Chicago. Wellicht zou Caillebotte als gesuggereerde fotografisch fanaticus een dergelijke ode waarderen; de eerder genoemde Walter Benjamin zou van deze “gemechaniseerde reproduceerbaarheid” menen dat er verlies van de oorspronkelijke kracht (aura) van het kunstwerk sprake is. Het valt in ieder geval op dat er weinig grote werken hangen in het Gemeentemuseum en de fotografische vergelijkingen lijken bij vlagen wat gezocht.
Maar buiten kijf staat dat moderniteit voor Caillebotte een belangrijke inspiratiebron vormde om te schilderen. Fotografische hulpmiddelen waren uiteindelijk zelfs het gereedschap waarmee hij zijn esthetiek ontwikkelde. Vreemd genoeg heeft juist Caillebotte een centrale plek ingenomen in de nostalgische canon van weergaven van Parijs. In feite heeft de stad nog steeds te kampen met ‘nostalgisering’, waarvan Midnight in Paris een recent voorbeeld is. Men zou misschien het syndroom van Parijs kunnen scharen onder het terugkerende thema van hypochondriciteit van Woody Allen, maar dat zou geen recht doen aan de tientallen Japanners die jaarlijks onder het syndroom bezwijken. Mythologisering van de stad is dus niet alleen als tegenstrijdig tijdsfragment terug te zien in de schilderijen van Caillebotte of in de recente Amerikaanse incarnatie van Midnight in Paris, maar neemt tegenwoordig zelfs fysieke vormen aan.