Onze vriendin heeft vorige week alles verloren. Ze woonde op het gekraakte ADM-terrein. Op maandag 6 januari is ze uit haar woning gezet. Toen de politie aan het hek stond, had ze net haar woonwagen vastgekoppeld aan een auto en al haar spullen ingeladen om te vertrekken. Op de weg naar buiten werd ze gestopt door politievoertuigen. Ze moest direct het terrein af, en werd verteld dat ze later haar spullen op kon komen halen. De volgende dag stond haar woonwagen er niet meer. Er waren alleen nog maar verwrongen stukken van over. Haar woning is kapot gemaakt zodat Chidda, het vastgoedbedrijf dat het terrein claimt, winst kan maken.
ADM was een losse gemeenschap van mensen die elkaar hielpen. In een pamflet dat een van de bewoners een paar maanden voor de ontruiming verspreidde, wordt ADM beschreven als ‘een andere wereld’: Het was een zelfgekozen familie, een plek waar onderzocht kon worden wat het is om mens te zijn en waar spontaniteit regeerde. Wat het meest opvalt in het pamflet is dat er herhaaldelijk beschreven wordt dat iedereen in de gemeenschap elkaar hielp en vrijuit om hulp vroeg. Er werd geen geld gebruikt, en geen manier om bij te houden wie hoeveel had gedaan voor wie. Mensen hielpen elkaar naar hun eigen vermogen. Dit bracht voldoening en steun. Alle hulp was spontaan en vrijblijvend. Natuurlijk bracht dit soms ook wrijving of zelfs ruzie voort, maar dat werd opgelost. Wrijving is niet slecht: het geeft je de mogelijkheid om samen te komen. Wrijving is een teken dat mensen elkaar niet onverschillig laten.
Geschenken aan elkaar, materialen om elkaar te helpen met verbouwen, decennia-oude bomen, gezamenlijke projecten en kunstwerken, allemaal vernietigd met een druk op de knop van de afvalverbrander
Wat de afgelopen week is gebeurd in het Westelijk havengebied is zowat het omgekeerde hiervan. Er was geen wrijving of ruzie, maar een koelbloedige en onverschillige ontruiming. Zodra het terrein ‘mensvrij’ gemaakt was, ging de sloophamer erin. Vanaf de overkant van het water kon onze vriendin zien hoe Chidda alles vernietigde. “Om herkraak te voorkomen”, zei een woordvoerder van het bedrijf. Containers vol met persoonlijke eigendommen werden direct versleept naar de afvalverwerking. Geschenken aan elkaar, materialen om elkaar te helpen met verbouwen, decennia-oude bomen, gezamenlijke projecten en kunstwerken, allemaal vernietigd met een druk op de knop van de afvalverbrander.
De uiteindelijke reden voor deze vernietigingen is winst. Het ADM-terrein heeft een lange geschiedenis van sanering voor winstbejag: In de jaren ’70 werden de mensen die er werkten slachtoffers van de Nederlandse de-industrialisatie en outsourcing. De Amsterdamsche Droogdok Maatschappij werd opgekocht, gefuseerd, en verkwanseld. Dit gebeurde in dienst van het roofkapitaal, het geld dat speculerend rond de wereld zwerft. Het roofkapitaal zet gewelddadige middelen in om land mensvrij te maken, bedrijven te ‘reorganiseren’, de ‘assets' te plunderen, en ze vervolgens leeggezogen door te verkopen.
Zo konden de ADM’ers een gemeenschap bouwen vanuit de eenzaamheid die de de-industrialisatie achterliet
Dit speculerende geld is ook de drijvende motor achter Chidda. De oprichter van het concern, Bertus Lüske, was een belangrijk figuur in de grijze onderwereld van vastgoedspeculanten. De vechtersbaas leidde in de jaren ’80 een beruchte knokploeg waarmee hij vastgoed ontruimde. In 1997 kocht hij het ADM terrein voor een laag bedrag: in een poging om de havenindustrie te stimuleren had de gemeente de prijs drastisch verlaagd. Maar stimulering en creativiteit zijn niet in goede handen bij het roofkapitaal. Toen het terrein datzelfde jaar werd gekraakt, trok Lüske eropuit met een sloopkogel, en sloeg een een slaapkamer tot puin. Als hij tien minuten eerder was geweest zouden twee bewoners zijn vermorzeld. Verstrengeld in een inter-maffiosi conflict werd ‘Bulldozer Bertus’ in 2003 zelf met een machinegeweer geliquideerd.
Wat te doen tegen het levensvernietigende roofkapitaal van Chidda? De krakers van ADM boden een antwoord: Leef in de ruïnes! Een vervallen dok kan een jungle-annex-woonwagengemeenschap worden; roestige stoomketels kunnen aan elkaar gelast worden, omgetoverd tot een vuurspugende steampunk vogel; een oude loods kan een gratis concerthal worden, of een volkskeuken, of een anti-commercieel atelier. In de ruïnes kan je experimenteren met samenleven. Zo konden de ADM’ers een gemeenschap bouwen vanuit de eenzaamheid die de de-industrialisatie achterliet.
De cultuur van ADM is een manier van samenleven die gewoonweg niet samengaat met de logica van de winst
Dit spontane leven in de ruïnes was echter niet opgewassen tegen de enorme macht van het roofkapitaal. Dit is het paradoxale aspect van tegencultuur: dat wat je opbouwt druist zo erg in tegen de logica van de gevestigde orde dat het waarschijnlijk vernietigd zal worden. De cultuur van ADM is een manier van samenleven die gewoonweg niet samengaat met de logica van de winst. De levens van ADM’ers waren onlosmakelijk verbonden met een streven naar een betere wereld, en met een praktijk die dat stapje voor stapje kon bewerkstelligen.
Nu ADM ontruimd is, kunnen we inspiratie halen uit die praktijk om het verlies van ADM te verwerken. Maar het gaat niet alleen om het verwerken van verlies. Samenleven zoals ADM’ers dat deden is op zichzelf al een daad van rebellie. Het druist in tegen de dominante cultuur van winstbejag. Draag dus zorg voor jezelf en elkaar, maak af en toe ruzie, doe dingen die niet mogen, en werk zo stapje voor stapje richting een spontane rechtvaardigheid. Viva ADM!
Soft-fascism is het een kat,verplaatst zich meestal onhoorbaar en slaat ineens zijn klauwen uit ."Wees argeloos als de duiven maar ook voorzichtig als slangen", zei Jezus 2000 jaar geleden al.