Blood Cells / Flickr, Andrew Mason

Dagboek van een zweer

Dag 1 Vanaf vandaag zal ik, dokter Peter S. Nijkoop, bij wijze van medisch zelfonderzoek een dagboek van mijn zweer bijhouden. Te lang heb ik verzuimd actie te ondernemen tegen deze chronische ontsteking boven mijn linkerhiel, die inmiddels een diameter heeft van ±4 centimeter. De wond is op sommige plekken doorgedrongen tot voorbij de lederhuid en daarmee opmerkelijk diep.

Ik kan niet naar buiten, daar geen schoen mij meer past zonder mij te kwellen met een brandende pijn. Maar ik red mij hier voorlopig, ik heb genoeg proviand om tenminste een maand van te leven. Ook ben ik niet bang mijn sociale verplichtingen te verzuimen, ik heb genoeg krediet bij mijn naasten en clientèle opgebouwd om er tussenuit te gaan.
Medicamenten: 1 zwerenpleister, 2 Endazol, ½ Revital

Dag 2 Nog geen verbetering, de zweer is donkerrood en nattig. Ik voel me gevangen tussen bed, tafel en fornuis. Ik denk ook meer aan mijn vader, maar ik heb genoeg kracht om die gedachten te vermijden.
Medicamenten: 2 x zwerenpleister, 2 Endazol (lichte hoofdpijn), 2 Revital

Dag 3 De zweer prikt en elke aanraking gaat gepaard met een scherpe pijn. Ik vond in een laatje een half pakje Occini-sigaretten. Ondanks dat ik gestopt ben, heb ik er één proberen te roken in de hoop dat het me zou kalmeren. Ik voelde echter een enorm koude rilling door de zweer trekken, alsof de rook de wond aanvrat. Ik schreeuwde het uit; ik heb een extra laken voor de gordijnen gehangen om de buitenwereld niet met mijn leed te vermoeien.
Medicamenten: 1 halve sigaret, 6 Revital (vooralsnog weinig tot geen resultaat), 3 angstremmers

De zweer is donkerrood en nattig

Dag 5 Ik heb last van hallucinaties. ’s Nachts denk ik zacht gezang te horen, maar het lijkt uit mijn eigen hoofd te komen. Vanochtend had ik de woorden van het versje nog in mijn hoofd:

Waarin is ’t mens geen dier?
In gevoel, spinsels en huid
Maar bovenal in ’t onderdrukken
’t Leidt het beest in ’t mens d’r uit
’t Leidt het beest in ’t mens d’r uit

Ik weet niet meer hoe ik moet slapen. Door mijn zweer kan ik alleen op mijn rechterzij liggen, die inmiddels beurs aanvoelt. Als ik opsta om mijn weke zij wat lucht te gunnen en een glas water te pakken, schreeuwt mijn lichaam om mijn benen te sparen. Terug op bed kan ik van de wrevel over mijn hopeloze toestand niet slapen. Er bekruipt me een schuldgevoel over mijn groeiende lusteloosheid en de toekomst van de praktijk. Ik heb vier Endazol genomen, het kunnen er meer zijn geweest.
Medicamenten: 4 Endazol, 4 angstremmers

Dag 7 Ik ben bang dat er iemand in mijn huis is geweest. Ik heb goed rondgekeken en er zijn enkele spullen verdwenen. Ook was de deurklink weg, welke dief neemt er in godsnaam een deurklink mee? Het overgebleven gat kijkt me woest aan, als een open wond. Ik heb de gordijnen nog eens goed gesloten; niemand mag mij zo zien.
Medicamenten: 8 angstremmers

Dag 9 De zweer is vannacht flink in grootte toegenomen, mijn hele been ziet rood. De kern van de wond lijkt op een boze mond. Hij beweegt mee als ik adem. Ik moet me niks verbeelden.
Medicamenten: angstremmers

Dag 13 Zojuist hoorde ik mijn zweer hoesten. Werkelijk waar, het was een schrapend, kuchend geluid. Ik word gek, ik voel een onverklaarbare afstand tot mijn lichaam. Het maakt me bang, ik ben bang dat hij tegen me begint te praten, dat hij me terecht zal wijzen als een vader zijn kind. Hij heeft veel om te berispen, ik voel me zwak en waardeloos.

Dag 14 De zweer heeft voor het eerst gesproken en het viel me mee.
Zijn korstige lippen bewogen voorzichtig heen en weer en ik kon hem horen murmelen. Het lucht me enigszins op hoe weinig angst het me aanjaagt. Zijn stem klinkt zacht en vriendelijk, niet zwaar en streng, zoals die van vader.

Dag 16 De zweer gebruikt steeds vlotter allerlei verschillende woorden, ik sta versteld.
De woorden die ik langs heb horen komen en heb kunnen noteren: ‘scrupules’, ‘wrakhout’, ’vermijden’, ‘miltvuur’, ‘ernstig’, ‘amnesie’, ‘zitvlees’, ‘ketterij’ en ‘schaamrood’. Hij straft me niet met zijn woorden, hij vermaakt me. Ik voel me gerustgesteld.  

Dag 18 Zojuist moest ik gniffelen, mijn zweer vertelde mij een geestig verhaal dat ik even op moet schrijven. Het handelde over een prins die per koets van zijn huis in de bergen naar zijn kasteel reisde. Onderweg sprong er een dier bij hem in de koets, waarmee hij enkele vriendelijke woorden wisselde. Na een kort onderhoud, werd de prins aangevallen door dit beest. Zonder dat de koetsier het doorhad, smeet het beest de prins uit de koets en deed diens mantel om. In het kasteel aangekomen ontfermden de lakeien zich over het beest, zoals zij dit geacht worden te doen bij de prins. Niemand had de verwisseling door, omdat de prins zich nooit kwetsbaar had durven tonen. Pas toen het beest er niet in slaagde een koninklijke verplichting succesvol te verrichten – het doorknippen van een lint – werd hij ontmaskerd.

Het vermakelijkste detail van dit verhaal vind ik de vriendelijke woorden die de prins vlak voor zijn dood uitwisselt met zijn moordenaar.

Dag 21 Ik ben enkele dagen vergeten notities te maken. De zweer heeft zich ook zo enorm ontwikkeld, dat ik hem uitermate plezierig gezelschap ben gaan vinden. Hij heeft een goede smaak voor wijnen en blijkt niet te versmaden opinies te hebben over de gebrekkige hygiënevoorzieningen in de fabrieken, de hoge kraamsterfte en de alarmerende toename van het aantal straathonden, interessante vraagstukken naar mijn mening. Ik maak me zorgen over zijn groei. Zijn grootte reikt inmiddels van mijn voet tot over mijn hele bovenbeen.  Ik ben bang dat ik niet genoeg eten heb voor ons tweeën, misschien moet ik binnenkort naar buiten gaan.

Zojuist hoorde ik mijn zweer hoesten

Dag 22 Ik heb de zweer een pen gegeven. Hij heeft een behoorlijke woordenschat en ik heb besloten hem met schrijfgerei te faciliteren om zijn interessante gedachten eens op papier te zetten.

Dag 23 Het gaat mis

Dag 24 Ik ben bang, ik ben bang, ik

Dag 26 Wandklok

Dag 27 Slootwater, operatietang, zevensprong, herfst, ebbenhout, nasmeulen, droesem, vader, vader

Dag 31 Vandaag was een goede dag.
Ik ben voor het eerst naar buiten gegaan. Ik heb een statige hoed opgedaan en mijn jas dichtgeknoopt. Ik werd enthousiast begroet en herkend als dokter Nijkoop, die erkenning stemde me vreugdig.  

Dag 33 Ik neem weer nieuwe patiënten aan. Morgen komen Van Staveren, Anja Millen en de broers de Ruijter. Ik heb ongelooflijk veel zin om aan de slag te gaan.

Dag 35 Vandaag is het echtpaar Bernhards langs geweest, ze leken verrukt me te zien. Meneer Bernhards had een kuchje. Ik heb hem geadviseerd een glas lauwwarm water te drinken met zout en wat citroen. Ook heb ik hem wat Miscerdal gegeven. Mevrouw Bernhard gaf mij een doosje bonbons en zei “Welkom terug”.

Dag 40 Ik ben gepakt.
Pas toen ik een incisie moest toebrengen – dus al na het voorschrijven van talloze medicijnen en het stellen van opmerkelijk rake diagnoses – wisten ze dat ik geen dokter kon zijn. Toen ze mijn hoed afrukten zagen ze wat ik was: een zweer. De walging op het gezicht van de zuster vond ik hypocriet. Zij verdiende haar geld met andermans leed, waarom mocht dat leed niet ook een aalmoes verdienen? Er is te weinig plaats voor diepe wonden en helse pijn in deze stad en plek te over voor verdichtsels en veinzerij.
Nu zit ik hier in gevangenschap te wachten op mijn vonnis. Maar wees gevreesd, zij die mij deze boeien omdeden. Een bekend versje kwam weer bij me naar boven:

Waarin is ’t mens geen dier?
In gevoel, spinsels en huid
Maar bovenal in ’t onderdrukken
’t Leidt het beest in ’t mens d’r uit
’t Leidt het beest in ’t mens d’r uit

Meer Verhalen
Gerelateerde artikelen
Reacties
Nog geen reacties.

Reacties zijn gesloten.

Naar boven