Fragment uit La Présidente

Brave New strips

La PrésidenteFrançois Durpaire en Farid Boudjellal
TotalitaireFrançois Durpaire en Farid Boudjellal

Weer hadden we het mis. Opnieuw wint het populisme het van de elite: op 7 mei 2017 is Marine Le Pen verkozen tot eerste vrouwelijke president van Frankrijk. Althans, zo stellen François Durpaire en Farid Boudjellal zich de uitkomst van de aanstaande verkiezingen voor in hun in 2015 verschenen bande dessinée (stripalbum) La Présidente. Met hulp van een team van experts op het gebied van politiek en economie voorspelt het duo de eerste negen maanden van Le Pen’s bewind, getrouw naar een nauwkeurige studie van haar partijprogramma. Het resultaat is een stripboek in een hyperrealistische stijl dat een onderkoeld gevoel van onrust en beklemming opwekt. De uitvoering in zwart-wit, met beelden die zo van tv of uit de krant lijken te komen, versterkt dat effect nog eens: alsof onze nachtmerrie al geschiedenis is. Het politieke engagement van Franse strips dat we via Charlie Hebdo vooral kennen als satire neemt een nieuwe vorm aan: de dystopische toekomstvoorspelling.

In het scenario van Durpaire verslaat Le Pen Hollande, de minst populaire linkse kandidaat sinds tijden, met een historisch kleine marge. Desondanks wordt de overwinning van het Franse volk op het ‘euromondialisme’ groots gevierd. Beeldje voor beeldje zien we toe hoe het land onder Le Pen steeds dieper in verscheidene nationale en internationale crises verstrikt raakt. Zo trekt Frankrijk zich via referenda terug uit de EU, de NAVO en de euro, met een zware recessie tot gevolg. Le Pen zoekt toenadering tot Rusland, tegen de ‘oneerlijke’ handelsmacht van China, en ze veroorzaakt een diplomatieke crisis met Nieuw-Caledonië. In het binnenland worden de veiligheidsmaatregelen die waren ingevoerd na de aanslagen in november nog eens opgeschroefd, en elke burger komt onder strikte surveillance te staan. Hijabs, niqabs, burqas en andere niet-christelijke religieuze dracht wordt verboden. Vele moslims krijgen te maken met willekeurige huiszoekingen en mishandeling door de politie.

Het toekomstscenario in La Présidente is eerder pijnlijk plausibel dan beangstigend

Anno 2017 kunnen we al constateren dat de omstandigheden die Le Pen in het verhaal aan de overwinning helpen grotendeels aanwezig zijn. Frankrijk kampt inmiddels inderdaad met een gespleten links en een corrupt rechts. De media doen uitgebreid verslag van PenelopeGate — de vrouw van François Fillon zou duizenden euro’s betaald hebben gekregen voor werk dat ze nooit gedaan heeft. Een typisch geval van ‘zakkenvullen’, dat voor Le Pen’s campagnestrategie als geroepen komt. Dan vergeten we even dat zij inmiddels ook van fraude beschuldigd wordt. Als ons 2017 en de ontwikkelingen die François Durpaire en Farid Boudjellal in 2015 schetsten zo sterk overeenkomen, rijst de vraag of we onze toekomstverwachtingen moeten toetsen aan hun tweede boek, Totalitaire, geschreven in 2016, na het grote succes van het eerste.

Het toekomstscenario in La Présidente, met Marine Le Pen aan de macht, is eerder pijnlijk plausibel dan beangstigend. Met Totalitaire laten Durpaire en Boudjellal hun doemfantasie echter de vrije loop. In 2021 wordt Marine afgezet door haar radicale nichtje Marion Maréchal, die haar tante chanteert met compromitterende informatie over stembusfraude. Het boek is niet zozeer opgezet als een voorspellende droom, eerder als een regelrechte nachtmerrie. Deze laat zich eenvoudig samenvatten met de hoogst symbolische maatregel waar Marion haar presidentschap mee inluidt: in plaats van Liberté, egalité, fraternité scandeert men nu Unité, modernité, sécurité.

Met hun bandes dessinées (BD’s) plaatsen Durpaire en Boudjellal zich niet alleen binnen de lange Franse traditie van deze neuvième art, maar onderscheidt hun werk zich ook van andere recente dystopieën en literaire toekomstvoorspellingen die in Frankrijk zijn verschenen. In 2016 verscheen bijvoorbeeld Le Séisme: Marine Le Pen présidente van Michel Wieviorka, een roman met dezelfde premisse als onze BD. Of zijn bekendere broertje, Soumission van Michel Houellebecq uit 2015, een roman waarin een gematigde moslim tot president wordt verkozen. In 2084 beschrijft Boualem Sansal het leven onder een totalitair islamistisch regime als hommage aan en herschrijving van Orwell.

Politieke karikaturen en humoristische feuilletons domineerden negentiende-eeuwse strips

Door hun dystopie als BD op te zetten, zorgen Boudjellal en Durpaire voor een opmerkelijke wending in de historische ontwikkeling van de strip en de media. Het stripverhaal als vertelvorm, die meer doet dan slechts illustreren, is rond 1833 uitgevonden door Rodolphe Töpffer, een Zwitser. Echte populariteit krijgt het stripverhaal pas in Frankrijk en de Verenigde Staten met de groei van de kranten en hun lezerspubliek. Politieke karikaturen en humoristische feuilletons domineren in de negentiende eeuw, terwijl de komst van het losse album in de twintigste eeuw de traditie van avonturenverhalen met superhelden, cowboys en aliens inluidt. Het stripboek wordt serieuzer en persoonlijker in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, vooral in de jaren zestig. In Amerika hebben we het dan bijvoorbeeld niet meer over comics maar over graphic novels — de twee termen kennen een complexe geschiedenis maar de laatste verraadt duidelijk een literaire ambitie, vergelijk vooral Art Spiegelmans Maus uit 1980, een graphic novel over de Holocaust.

In het werk van Spiegelman vertelt de auteur zowel het verhaal als de ontstaansgeschiedenis van het verhaal — discours en meta-discours zijn in dezelfde strip verwerkt. De verteller van Maus, bijvoorbeeld, heet Artie, en is overduidelijk het alter-ego van auteur Art Spiegelman. Na jaren stilte weet hij eindelijk zijn vader te spreken over hoe die ooit de Holocaust beleefde. Naast het verhaal van Artie’s vader gaat ongeveer de helft van het boek over de schijnbaar onbenullige, dagelijkse conflicten om de gesprekken heen, die plaatsvinden terwijl Artie bij zijn vader verblijft. Waar het Spiegelman werkelijk om gaat is de doorwerking van de geschiedenis, van onbesproken verhalen en trauma’s binnen families, over verschillende generaties heen. Maus II gaat dieper in op de ethische aanklachten die Artie ondervindt vanwege het succes van het eerste boek, alsof hij de verschrikkingen die zijn vader had doorstaan voor persoonlijk gewin gebruikte. Het verschil tussen interpretatie en representatie blijkt niet alleen ingewikkeld en ambigu: voor Spiegelman is het de grond voor een fascinerend, ontroerend familieverhaal.

Naast de graphic novel verschijnt in de jaren negentig ook voor het eerst wat we in Frankrijk de BD reportage noemen: het stripverhaal tussen een journalistieke getuigenis van de geschiedenis en de literair beschreven persoonlijke beleving daarvan in. Een grote recente naam in Amerika is Joe Sacco. In 1993 begint hij een reeks albums over zijn reizen in Palestina en de Gazastrook tijdens de Golfoorlog, later gebundeld als één boek met een voorwoord van Edward Said. In 1996 wint hij er de American Book Award mee. Vandaag de dag kent Frankrijk zelfs een soort De Correspondent in stripvorm, La revue dessinée, waarop tot in detail onderzochte dossiers over onderwerpen als schaliegas en privacy verschijnen. Ook Nederland blijft niet achter: In november 2015 lanceerden grafisch journalisten Eva Hilhorst en Mara Joustra het online platform Drawing the Times.

De methode van een tekenaar als Sacco is zowel langzamer als complexer

Waar de politiek geëngageerde strip voorheen hand in hand ging met de dagelijkse journalistiek van de krant, neemt de BD reportage juist een kritisch standpunt in. In de vorm van een album of tijdschrift is zij ook op formeel niveau een alternatief voor de snelle reportages van het dagblad en het journaal, waar informatie net zo snel verschijnt als weer verdwijnt, waar de wereld maar doordraait en elke dag anders is. Een portret van een slachtoffer of een blik op een verwoeste stad voor een reportage is met camera’s relatief snel gemaakt. De methode van een tekenaar als Sacco is echter fundamenteel anders, zowel langzamer als complexer. Anders dan bij een foto is een persoon of plaats in een tekening niet herkenbaar vanwege een waarheidsgetrouwe weergave van talloze details, maar juist doordat de tekenaar de essentie en de gelaagdheid van zijn onderwerp heeft weten te vangen. Het tekenen zelf duurt niet alleen lang, soms meerdere jaren, maar vergt ook maandenlange waarneming. Zoals Hilhorst uitlegde in de Correspondent, de tekenaar ‘registreert een situatie, geen moment’. De reportages van Sacco gaan dan ook diep in op het dagelijks leven dat gewone mensen ondanks dramatische politieke gebeurtenissen weer weten op te bouwen. Dit is wat hij ‘slow journalism’ noemt, het kritische geluid tegen de blinde gejaagdheid van live reportages, onmiddellijk geanalyseerd en gebanaliseerd op Twitter.

Het stripverhaal, de comic, de BD: ze zijn voorbeelden van beeldvorming, net als andere media. Hier is ‘beeldvorming’ echter niet pejoratief bedoeld, integendeel: een beeld staat nooit op zichzelf, illustreert niet alleen een verhaal maar komt tegelijkertijd uit voor het feit dat het slechts een illustratie van de werkelijkheid is. Ook hier neemt de strip een kritische positie in ten opzichte van dagelijkse media. De tekenaar ondervraagt het verschil tussen interpretatie en representatie, terwijl een journalistieke foto het werk van de fotograaf verbergt onder het mom van objectiviteit. De kracht van de BD reportage ligt dan ook op het raakvlak van het subjectieve en het objectieve, van de auteur met de historische werkelijkheid. De leugen van objectieve reportages of verhalen wordt bij auteurs als Sacco tot de essentie van de kunstvorm. Hij is zowel verslaggever als getuige.

Als we echter naar het werk van Durpaire en Boudjellal kijken, springen twee grote verschillen in het oog. Ten eerste is er geen sprake van een zelfbewuste verteller, en ten tweede is het verhaal een toekomstvoorspelling, een soort extrapolatie van de werkelijkheid, in plaats van een gereconstrueerd verslag van een confrontatie ermee. Als Sacco met zijn strips de snelheid en de geveinsde objectiviteit van de media bekritiseert, op zowel formeel als inhoudelijk niveau, kan men zich afvragen of, en op welke manier, Boudjellal en Durpaire de rol van de media ondervragen. Met andere woorden, om welke reden maakten zij een strip in plaats van een reportage, een pamflet, of zelfs een animatie? Slaan zij met hun dystopische toekomstbeelden een nieuwe weg in voor de mediakritische strip?

De BD eigent zich de middelen van deze media toe om ze van binnenuit de problematiseren

Media spelen in elk geval een grote rol in beide boeken: de pagina’s lopen over van de logos, slogans, krantenkoppen, webfora en tv-programma’s die bij verkiezingen komen kijken. Dezelfde stijl vinden we terug in de zwart-witte beelden, fotobewerkingen, of geheel digitaal getekend, alsof er geen verschil tussen werkelijkheid en media meer bestaat. De subjectiviteit van de tekenaar komt alleen nog terug in deze keuzes — hij heeft pen en potlood ingewisseld voor een stylus en een muisklik — maar verder doet hij niets om er rekenschap van te geven dat zijn perspectief niet neutraal is. Hierin kun je een kritiek lezen: de BD eigent zich de middelen van deze media toe om ze van binnenuit de problematiseren. Onze blik op de werkelijkheid is dermate gemediatiseerd dat we denken onze werkelijkheid ermee te kunnen construeren — woorden en beelden werken performatief, ze refereren slechts naar een werkelijkheid die ze zelf voortbrengen. Zo werkt fake news: maakt de werkelijkheid nog uit als het effect van verzonnen feiten op zijn minst net zo reëel is?

De consequenties van Le Pen’s verkiezing worden dan ook niet werkelijk vanuit een menselijk perspectief beleefd, maar door het prisma van de media. Haar naam is overal maar zelf verschijnt ze maar ongeveer in één op de vijf pagina’s. Haar personage blijft oppervlakkig, haar stijl en stem blijven gekunsteld. Aan de ene kant reflecteert hun Le Pen-personage de realiteit dat Le Pen ook vooral een mediafiguur is, een strategisch opgebouwd geheel dat haar partij een nieuwe weg moet doen inslaan. Aan de andere kant gaan Durpaire en Boudjellal in hun boek volledig mee met de mediastrategie van Le Pen, die drijft op het bewaren van afstand, zodat haar publieke imago des te beter te controleren valt.

Le Pens mediastrategie en haar verstripte evenknie lijken een Griekse godendrama's, waarin al te menselijke opperwezens zich ver houden van het gepeupel maar uiteindelijk op zijn minst net zo kleinzielig en grof blijken te zijn als degenen die haar vereren. Zo speelt het hele politieke drama van Totalitaire en La Présidente zich af op een afstand van het ‘echte leven,’ als een soort reliëf op een tempel. Hoe het ook zij, de eventuele mediakritiek van Durpaire en Boudjellal gaat in mijn ogen niet verder dan het omdraaien van de structurele tegenstellingen binnen de media waarvan ook Le Pen voor haar succes afhankelijk is. Met andere woorden, de manier waarop het duo de media representeert en hun kritische boodschap over de FN aan de man brengt, lost uiteindelijk niets op en houdt de oorsprong van het probleem alleen maar in stand.

Deze waarschuwingen zullen alleen serieus genomen worden door mensen die zich toch al afkeren van extreem-rechts populisme

Zo blijkt het discours van angst voor de ander de belangrijkste drijvende factor voor het lezerspubliek van La Présidente of Totalitaire. Dezelfde angst die Le Pen in zowel de boeken als de in werkelijkheid alleen maar meer macht brengt en het land alleen maar verder verdeelt. Naast de fotorealistische, zwart-witte beelden, die lezers de rillingen geven (het is glaçant, zo zeggen de Fransen het zo mooi), zetten de ondertitels van beide boeken expliciet aan tot doemdenken. Vrij vertaald: Je zult niet kunnen zeggen dat je het niet doorhad en Er is nog tijd om het ergste te voorkomen. Deze waarschuwingen zullen echter alleen serieus genomen worden door mensen die zich toch al afkeren van extreem-rechts populisme. La Présidente en met name Totalitaire hebben dus met hun kritiekloze toepassing van mainstream-mediamethodes een groot preken-voor-eigen-parochiegehalte. Misschien moeten we dat Durpaire en Boudjellal niet persoonlijk aanrekenen; we kennen dit immers van alle moderne media. Vroeger behoorden we tot zuilen, tegenwoordig bezien we de wereld vanuit onze eigen filterbubbel. Die van Durpaire en Boudjellal is zwart-wit, die van Le Pen is misschien blauw-wit-rood.

Het is afwachten of ze in het derde deel van hun stripreeks, dat eind maart uitkomt, verder dan hun bubbel zullen kijken. Waarschijnlijk niet: de titel zoals aangekondigd op de website van de uitgever is La Vague (de golf), en de ondertitel: En als de nachtmerrie werkelijkheid wordt…’

Gerelateerde artikelen
Reacties
Nog geen reacties.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven