dimland

De Top 2000 sterft uit

In 2016 vond er een kaalslag onder beroemdheden plaats: onder anderen David Bowie, Prince, en Leonard Cohen moesten het veld ruimen. Samen met de Turkse couppoging, terroristische aanslagen, en boze burgers maken deze verliezen 2016 tot annus horribilis. Een jaar om snel te vergeten? Of is er misschien nog een klein moment van reflectie nodig?

Dankzij de teneur in, bijvoorbeeld, de speciale bijlage van NRC en het eerbetoon bij de NOS op kerstavond, leek 2016 een jaar met een abnormaal hoog aantal overleden beroemdheden. Was dit een toevallige uitzondering, of is het misschien het eerste teken van een trend die zich de komende jaren zal doorzetten? Een aantal van hen (Cruijff, Bowie, Alan Rickman) waren babyboomers, en hadden nu een leeftijd van rond de zeventig bereikt. Tel daar in een aantal gevallen drugsgebruik en onregelmatige leefritmes van de beroemdheden bij op, en het resultaat is een sterk vergroot overlijdensrisico. Omdat dit bepaald niet de enige beroemde babyboomers zijn, geeft dit te denken: staat ons de komende jaren een golf aan dovende sterren te wachten?

Staat ons een golf aan dovende sterren te wachten?

Allereerst is elders aangetoond dat het aantal overledenen niet opzienbarend anders was dan in voorgaande jaren. Dit beantwoordt echter niet de vraag of de vergrijzing daar komende jaren verandering in gaat brengen. Om dit te onderzoeken is de Top 2000 van Radio 2 een goed beginpunt. Deze democratisch gekozen lijst met de ‘beste muziek aller tijden’ bevat een aardige doorsnede van het type beroemdheid dat de gemoederen na de Tweede Wereldoorlog heeft beziggehouden. Het is geen volledige representatie van alle artiesten die op dit moment beluisterd worden, maar de artiesten die erin staan zijn degenen wiens overlijden de jaaroverzichten haalt.

Met behulp van Wikipedia en een script kan een lijst van alle artiesten in de verschillende bands worden samengesteld. Het script maakte hoofdzakelijk gebruik van de Engelse Wikipedia, waardoor vertegenwoordiging van Nederlandse artiesten te wensen overlaat. Bovendien is het moeilijk de automatisch gegenereerde zoektermen zo te formuleren dat alle bands gevonden worden. America (#328) was bijvoorbeeld een vrij hopeloos geval vanwege de vele geografische lemma’s met een vergelijkbare naam. Dit is geoptimaliseerd, maar kon niet voorkomen dat bijvoorbeeld de bandleden van het Drentse Skik (#339) de lijst uitfietsten, en dat “slechts” acht leden van Arcade Fire (#1539) in de database zijn gereflecteerd. De resulterende lijst is dus niet volledig, maar hij geeft een goede weergave omdat omissies niet veroorzaakt worden door de leeftijd van artiesten. Daardoor is er geen reden om aan te nemen dat ze een scheve leeftijdsverdeling veroorzaken.

Als we de namen analyseren, is het eerste dat opvalt dat de meeste artiesten met een notering nog leven. De lijst bestaat uit 1687 nog levende artiesten, tegenover 273 overledenen. Dit betekent dat ongeveer 80% van de personen op de lijst nog leeft. Hun gemiddelde leeftijd is 57.4.

In figuur 1 is leeftijdsverdeling van deze nog levende artiesten te zien. De babyboomers springen eruit: een piek van artiesten rond de zeventig. Dit is te verklaren doordat zij als twintigjarigen de aanjagers van de poprevolutie van de jaren zestig waren, en daardoor een iconische status bereikt hebben. Bovendien is dit de muziek waar menig Radio 2-luisteraar mee groot geworden is, waardoor het nog steeds goed beluisterd wordt.

De Top begeeft zich collectief dichterbij de Danger Zone (geen notering)

Om het uitsterven van de lijst verder te kwantificeren kunnen we kijken naar de sterftecijfers van de Verenigde Staten. Veel artiesten komen daar vandaan, en bovendien zijn de sterftecijfers daar vergelijkbaar met die in de rest van het westen, waar de meeste overige artiesten vandaan komen. Het cumulatieve sterftecijfer, weergegeven in Figuur 2, (samen met de leeftijdsverdeling van onze artiesten) geeft aan welke fractie van mensen uit een bepaald geboortejaar op dit moment overleden is. De komende jaren schuiven de leeftijden van de artiesten verder op naar rechts, terwijl de sterftecijfers ongeveer hetzelfde zullen blijven. Dit betekent dat de Top 2000 zich collectief dichterbij, zo je wilt, de Danger Zone (Kenny Loggins, geen notering) gaat begeven.

Om wat meer grip te krijgen op de toename in overlijdensgevallen is het zinnig om de overlap van de leeftijdsverdeling en het sterftepercentage te bepalen. Hiervoor normaliseren we het aantal artiesten van een bepaalde leeftijd  (blauw in Figuren 1 en 2) zodat het totale oppervlak van de staven één is, dit noemen we n(x). Als s(x) het sterftepercentage bij een bepaalde leeftijd is (rood in Figuur 2) wordt deze overlap gegeven door:

waar we sommeren over alle leeftijden in de dataset.

Het is nuttig om te weten wat dit cijfer de komende jaren gaat doen. Om dat te berekenen schuiven we n(x) op, terwijl s(x) gelijk blijft. Over i jaar ziet de overlap er dan als volgt uit:

Dit getal is een indicatie voor het verloop van de vergrijzing van de Top 2000. Als het gelijk aan één is betekent het dat iedereen in de lijst een leeftijd heeft bereikt waarop de meeste mensen zijn overleden; als het nul is, betekent het het omgekeerde. In Figuur 3 is het verloop van deze overlap weergegeven.

Deze trend moet met een korreltje zout genomen worden. Er zijn immers uitsluitend levende artiesten gebruikt, en toch is het voorspelde percentage overledenen nu al groter dan 0 (helemaal links op de lijn in Figuur 3). Dit komt omdat de overlap op dit moment (zoals te zien in Figuur 2) niet nul is, dus het is maar een indicatie. Wel is te zien dat er een klein knikje aan zit te komen, zo rond 2020; ongetwijfeld omdat een deel van de artiesten die nu begin zeventig zijn de komende tien jaar de Stairway To Heaven (Led Zeppelin, derde plaats in de lijst) zullen beklimmen.

Door de leeftijden van de nog levende artiesten in de Top 2000 te turven en dit te vergelijken met sterftecijfers is te zien dat de lijst aan het vergrijzen is. Dit betekent dat veel van de nog levende beroemdheden op leeftijd raken, en daardoor een vergrote overlijdenskans hebben. That’s Life (Frank Sinatra, positie 359), zou je kunnen zeggen, maar ik vermoed dat de aandacht voor dergelijke sterftegevallen de komende jaren disproportioneel zal toenemen, en dat menig krant en journaalbulletin zo rond december een steeds sterker wordend gevoel van machteloosheid gaat verspreiden. Mocht dat zo blijken, dan verlang ik terug naar het laatste oernuchtere interview dat Henk Hofland aan Nieuwsuur gaf. Hierin zei hij, gevraagd naar wat hij ervan vindt dat het interview pas na zijn overlijden zal worden uitgezonden: ‘Het kan mij niks schelen, eerlijk gezegd. Dan ben je er niet meer, het zal wel. […] Dan merk je ook niks meer van het interview.’

Klik hier voor methode

Gerelateerde artikelen
Reacties
Nog geen reacties.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven

Ik heb een .csv-bestand van de Top 2000 (editie 2016) van de officiële website gedownload. Met behulp van een Python-script heb ik hier alle unieke bands en solo artiesten uit gedestilleerd (sommigen komen er namelijk meerdere keren in voor). Met behulp van DBpedia (een georganiseerde database van alle informatie op Wikipedia) en een ander script zijn de bandleden (voor zover mogelijk) automatisch opgezocht en is de leeftijd van alle artiesten bepaald. Wikipedia bevat geen volledig overzicht van de soms obscure artiesten die tot de Top 2000 verkozen worden, maar ik heb gepoogd ze te vinden; voor de hier beschreven analyse zijn 1687 unieke, nog levende, artiesten gebruikt. DBPedia leunt stevig op de Engelstalige Wikipedia. Sommige pagina’s aldaar voldoen niet aan het standaardformat voor personen, en zijn daardoor niet meegenomen. Bas Bron van de Jeugd van Tegenwoordig (#287) bijvoorbeeld was één van hen. Sorry, sjembekken. Dit soort ‘fouten’ zijn onafhankelijk van leeftijd, en komen in principe in iedere leeftijdsgroep even vaak voor. Daardoor is er geen reden om aan te nemen dat ze een scheef resultaat geven.

De gebruikte levensverwachting komt uit de database van de Social Security Administration van de Verenigde Staten en stamt uit 2013. De data is naar geslacht gescheiden; daar heb ik echter het gemiddeld van genomen om de dingen niet moeilijker te maken dan nodig is.