Intimacy, Jen. Y (Flickr)

Een erotiek van de zorg

In de continentale filosofie vormt ‘de Ander’ een centraal begrip. Daarmee wordt de medemens bedoeld, op wie we nooit helemaal vat kunnen krijgen, die zich niet volkomen laat doorgronden. In haar essay Against Interpretation stelt de Amerikaanse filosofe Susan Sontag iets soortgelijks over kunst: rationele analyses daarvan schieten volgens haar tekort. ‘We need an erotics of art,’ suggereert ze, een intuïtieve, bijna lichamelijke manier om kunst te benaderen.

Ook de geesteswetenschapper die meer voeling met de mysterieuze Ander wil krijgen, zou bij een erotische, ontvankelijke houding gebaat zijn. Want juist in de sfeer van de intimiteit kan een ander iets heel wezenlijks van zichzelf onthullen. Om die reden heb ik er, vlak na mijn afstuderen als filosoof, bewust voor gekozen om een periode als verpleegassistente te werken. In dit essay neem ik de zorg onder de loep vanuit het perspectief van eros, het verlangen dat ons naar de ander drijft.

Als je iemands huid aanraakt, komt niet alleen lijfelijke warmte los, maar ook verhalen, verlangens, angsten en hoop.

In haar pamflet Het monogame drama omschrijft Simone van Saarloos intimiteit als ‘een sterke ervaring van gedeeldheid die je alleen kunt ervaren wanneer je er niet naar streeft om het te grijpen.’ Juist omdat zorger en verzorgende er niet op bedacht zijn, maar vooral gericht zijn op de verzorgende handelingen, kan er geheel spontaan een aangename, niet-instrumentele vorm van nabijheid ontstaan. Meestal voelt het natuurlijk om tijdens het verzorgen een gesprekje aan te knopen: over rode plekjes op de huid, het weer, het verlangen een stukje te gaan wandelen, de hoop dat er vandaag bezoek zal komen, het verdriet om een overleden partner of een dochter die het contact heeft verbroken. Als je iemands huid aanraakt, komen er niet alleen schilfertjes en lijfelijke warmte los, maar ook verhalen, verlangens, treurnissen, angsten en hoop.

Toen ik pas begonnen was met werken in een verzorgingshuis, moest ik – met behulp van de aanwijzingen van bewoners – zelf uitvinden hoe ik steunkousen aan moest trekken. Soms stond het zweet me op m’n voorhoofd en schaamde ik me voor mijn onbeholpenheid. Maar juist dat bleken de momenten waarin er een sfeer van vertrouwelijkheid kon ontstaan: Het geeft niet meisje, iedereen moet zoiets leren. Ik zie dat je erg je best doet. Als er bovendien ruimte bestond om te lachen, was de vertrouwelijkheid compleet en leek het soms alsof we elkaar al jaren kenden. Volgens mij heeft dat te maken met de lijfelijke aard van het contact: wanneer er aan je lichaam wordt geplukt, is de ander eigenlijk al bij je binnengedrongen – een mensenhuid is immers zo doorlaatbaar, zo teer, zo dun.

Vooral bij dementerende mensen, voor wie alle grenzen en gevoelens van gêne zijn weggevallen, krijgen verzorgende handelingen vaak een opzichtig erotisch karakter. Het verzorgd-willen-worden lijkt veeleer een uitdrukking van de wens om aangeraakt te worden dan een verlangen naar hygiëne. ‘Help! Kom nou bij me!’ riep een dementerende vrouw ononderbroken in het revalidatiecentrum waar ik afgelopen zomer werkte. Als ik bij even bij haar ging zitten, wilde ze mijn wang aaien en mijn hand vastpakken. ‘Ik houd van deze vrouw met haar droevige, ongerichte tederheid,’ schreef ik destijds in mijn dagboek. ‘Ze is een lief, bangig wezen, een beetje als een pasgeboren kind. Dat hoor je eigenlijk niet in de steek te laten. Dat wil in warme armen gedragen worden. Want de wereld is zo’n gekke plek. Zo verlaten. Zo koud.’

Een mensenhuid is immers zo doorlaatbaar, zo teer, zo dun.

Natuurlijk is empathie een belangrijk bestanddeel van een verzorgende relatie, maar ik geloof dat intimiteit nóg wezenlijker is. In een intieme relatie laten twee kwetsbare wezens zich door elkaar raken, terwijl empathie ook een eenzijdige aangelegenheid kan zijn. Empathie is bovendien iets wat je actief uitoefent, terwijl intimiteit spontaan tot stand kan komen, al duurt het slechts enkele ogenblikken. Intimiteit is mogelijk door de ontvankelijkheid van twee menselijke wezens, die op de een of andere manier getekend zijn door het verlangen naar de nabijheid van de ander. Het is precies in die nabijheid dat de kloof tussen zelf en ander voor even wordt overbrugd, zonder dat het mysterie van de Ander definitief wordt ontrafeld.

Binnen de christelijke religie heeft het verzorgen van de kwetsbare ander altijd hoog in het vaandel gestaan. Juist in het zorgen (het spijzen van de hongerige, het kleden van de naakte, het verschaffen van onderdak aan de vreemde, het verzorgen van de zieke en het bezoeken van de gevangene) zou God, de Ander bij uitstek, zich laten ontmoeten. In onze tijd is een dergelijk mystiek geloof niet meer in zwang. Daarom meen ik dat we nieuwe woorden moeten vinden om de onmiskenbare waarde van zorgende beroepen tot uitdrukking te brengen. ‘Eros’, ‘ontvankelijkheid’, ‘intimiteit’ en ‘ontmoeting’ dekken in mijn ogen enigszins de lading van de indringende ervaringen die ik als verpleegassistente heb opgedaan. Vertrouwelijke woorden en tastende handen brengen mijn medemens méér nabij dan een vorsend verstand en academische theorieën.

Gerelateerde artikelen
Reacties
Nog geen reacties.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven