Wikimedia Commons

Een seculier betoog tegen de koopzondag

Er waren dit jaar meer dan 200 supermarkten geopend op eerste kerstdag. Een recordaantal. Zelfs op de geboortedag van kindeke Jezus moesten er boodschappen gedaan worden. Het zat er aan te komen. Winkeldichte zondagen zijn al langer een uitstervend fenomeen: enkel in gemeenten waar Christelijke partijen een plaats in de raad hebben weten te bemachtigen, blijven de winkeldeuren op de dag des heren standaard gesloten

Het debat rondom koopzondagen wordt gedomineerd door de oppervlakkige tegenstelling tussen Christelijke tegenstanders die zich op Bijbelse argumenten beroepen en voorstanders die individuele vrijheid propageren. Dat is zonde. Een betoog tegen de zevendaagse koopdrift kan namelijk prima in niet-religieuze termen gevoerd worden, zelfs zonder te vervallen in een gratuit relaas tegen een ongebreidelde consumptiedrang. De opkomst van de koopzondag werkt namelijk een vorm van ongelijkheid in de hand.

De opkomst van de koopzondag werkt een vorm van ongelijkheid in de hand

Voordat dit wordt afgedaan als meesurfen op de Piketty-golf: dit argument werd ruim dertig jaar geleden al verwoord door de Amerikaanse filosoof en politicoloog Michael Walzer. In zijn klassieke werk Spheres of Justice gaat hij in op het maatschappelijke belang van de public holiday. Onder het kopje A Short History of Vacations betoogt Walzer dat algemene feestdagen – in tegenstelling tot vakanties - een vorm van gelijkheid verschaffen. Het grote verschil met publieke feestdagen is dat vakanties in feite individuele (of familiale) activiteiten zijn. Je zou het niet zeggen wanneer je in de zomermaanden de jaarlijkse caravanstoet naar Zuid-Frankrijk ziet trekken, maar burgers bepalen zelf hoe zij hun vakanties inrichten. Daarbij speelt geld een belangrijke rol. Vakanties kun je kopen, dus iemand met een goed gevulde portemonnee heeft doorgaans een aantrekkelijkere reisbestemming dan iemand die qua budget afhankelijk is van Ryanair-aanbiedingen.

Dat ligt anders bij nationale feestdagen; daar liggen gedeelde gebruiken en tradities aan ten grondslag. Feestdagen zijn, met andere woorden, collectief van aard. Het meest uitgesproken voorbeeld is Koningsdag, wanneer heel Nederland lijkt te versmelten tot één hossende oranje massa. Maar ook in minder extreme gevallen hebben publieke feestdagen een gedeelde factor. Niet heel Nederland hoeft op Hemelsvaart ’s ochtends op de fiets te springen om te gaan dauwtrappen, om van een gezamenlijke feestdag te spreken. Dat de een met kerst luxer dineert dan de ander, neemt niet weg dat vrijwel iedereen van vrije dagen geniet. Public holidays hebben een egalitair karakter- ze zijn, in de woorden van Walzer, ‘enjoined for everyone, enjoyed by everyone’. Ditzelfde geldt voor het weekend, en in het bijzonder voor de zondag. De zondag is in principe een collectieve vrije dag.

Nu betekent de opkomst van de koopzondag niet direct een vermindering van het aantal vrije dagen van werknemers. De caissière van de Albert Heijn die op zondag moet werken, zal ongetwijfeld op een andere dag van haar rust kunnen genieten. In CAO’s wordt immers een minimaal aantal vrije dagen vastgelegd. Het dalende aantal vrije zon- en feestdagen wordt, kortom, gecompenseerd door extra vakantiedagen.

Hier zit precies de crux: vakanties (vacations) en algemene feestdagen (holidays) zijn twee verschillende manieren om vrije tijd te verdelen. Omdat bij vakanties – in tegenstelling tot algemene vrije dagen – de persoonlijke financiële situatie een dominante rol speelt bij de invulling, ligt ongelijkheid hier op de loer. Nu is een zekere mate van ongelijkheid niet erg. Ook Walzer houdt geen pleidooi voor traditioneel egalitarisme: het is geen probleem dat sommige gezinnen een all-inclusive vakantie naar de Bahama’s boeken, terwijl anderen een weekje op de camping in Vlieland staan, zolang er maar genoeg gedeelde feestdagen zijn waar geld en status geen directe rol spelen. Anders gezegd: om te voorkomen dat vrijetijdsbesteding niet geheel gedomineerd wordt door geld, is het belangrijk dat er voldoende collectieve vrije dagen zijn.

Er zijn goede seculiere argumenten tegen het uitbreiden van het aantal koopzondagen

De trend dat meer en meer winkels op zon- en feestdagen hun deuren openen is begrijpelijk. Winkelen is immers een vorm van vrijetijdsbesteding en ontspanning. De alleenstaande moeder die zes dagen per week werkt, is allang blij dat ze op zondag met haar dochter nog even de stad in kan. En, zo redeneren voorstanders van de koopzondag, zolang werknemers er zelf voor kiezen om zondag te werken en voldoende vrije dagen overhouden is er toch geen enkel probleem?

Het punt is: wanneer holidays steeds meer ten koste gaan van vacations, sluipt er een subtiele vorm van ongelijkheid in de maatschappij. Public holidays zijn niet te koop, private vacations wel. Geld wordt zo bepalend in vrijetijdsindeling en de een heeft nu eenmaal meer te besteden dan de ander. De politiek zou er daarom goed aan doen minder coulant te zijn met koopzondagen. Om met Walzer te spreken: “public holidays require coercion.” Vooralsnog voeren de lokale Christelijke partijen een eenzame strijd, maar wellicht dat ze in de toekomst steun krijgen van andere partijen. Dit is namelijk geen exclusief religieuze kwestie; er zijn goede seculiere argumenten tegen het uitbreiden van het aantal koopzondagen. En maatschappelijke ongelijkheid lijkt me een thema dat het prima doet in het publieke debat.

Gerelateerde artikelen
Reacties
3 Reacties
  • Beste Jaap,
    Dank voor je interessant bijdrage. Ik weet alleen niet zeker of ik je helemaal goed snap. Hopelijk kan je mij helpen je standpunt te begrijpen.

    Over je caissière-voorbeeld. Iemand die op zondag moet werken omdat de winkel dan open is, werkt mogelijk op maandag niet. Je schrijft hierover: 'Het dalende aantal vrije zon- en feestdagen wordt, kortom, gecompenseerd door extra vakantiedagen.' Kan het niet zo zijn dat die maandag waarop de caissière vrij is, niet gewoon domweg een vrije dag is die ze heeft omdat ze al aan haar max zit qua uren? Een dergelijke vrije dag is wel degelijk wat anders dan een vakantiedag.

    Stel dat iedereen in de toekomst de mogelijkheid hebben ook op zondag te werken maar dat het aantal uren die zij moeten werken per week niet zal stijgen (wat heel aannemelijk is), dan zal het aantal vrije dagen per week hetzelfde blijven zonder dat die extra werkdag hoeft te worden gecompenseerd met een vakantiedag. Het enige wat verschilt is dat de vrije dag in de week die eerder de zondag was, op een ander moment in de week kan worden ingepland.

    Ik heb daarom het vermoeden dat Walzer meer waarde hecht aan collectieve vrije dagen dan je beschrijft in je stuk. Ik kan mij voorstellen dat Walzer collectieve vrije dagen ook waardeert en wenst te behouden omdat ze deel uitmaken van de rituelen van een bepaalde gemeenschap. Klopt dit? Zo ja, hoe kijk jij daar tegenover?

    Ook snap ik niet zo goed wat je probeert te zeggen met het citaat van Walzer in je laatste alinea (public holidays require coercion). Bedoel je hiermee te zeggen dat het goed is dat de overheid mensen dwingt op zondag niet te werken?

    Gr.

    Gijs

  • Beste Gijs,

    Dank voor je reactie. Terechte opmerkingen, maar volgens mij heb je het al aardig begrepen. De verwarring bestaat, geloof ik, door het gebruik van het woord 'vakantiedagen'. Ik gebruik dat woord bewust om de tegenstelling met collectieve vrije dagen (zon- en feestdagen) te benadrukken. Maar inderdaad, de cassiere die op zondag werkt, kan op maandag vrij zijn zonder dat het een extra vakantiedag betreft. Het punt is dat vrije dagen zo hun collectieve aard verliezen, waardoor de invulling ervan individualistischer wordt en geld een dominantere rol krijgt. Dat sluit aan bij het onderscheid, dat ik aan Walzer ontleen, tussen vacations en holidays.

    Dat is precies de reden dat - zoals je terecht aangeeft - Walzer zoveel belang hecht aan het gemeenschappelijke karakter van zon- en feestdagen. Niet alleen omdat het onderdeel is van de cultuur/ rituelen van een gemeenschap, maar ook omdat collectieve vrije dagen, zoals ik in het stuk probeer uit te leggen, een egalitair karakter hebben.

    Wat betreft de quote: ik wil zeggen dat collectieve vrije dagen alleen door een politiek besluit opgelegd kunnen worden.

    Hopelijk is mijn verhaal zo helderder.

    Groet, Jaap

  • Beste Jaap,

    Dank voor je snelle reactie en verheldering van je stuk.

    Als ik je goed begrijp is Walzer een voorstander van collectieve vrije dagen vanwege het collectieve karakter daarvan (en minder individualistisch consumentisme), en is hij bereid een overheid deze te laten vastleggen of te laten opleggen.

    Zelf weet ik nog niet of ik een dergelijk argument - tegen een in mijn ogen vrijheid beperkende regel - overtuigend vind.

    Puur wijzen op het egalitaire karakter ervan gaat niet werken omdat de omgekeerde situatie ook een voor iedereen gelijke gelijke positie zal bewerkstelligen. Alle burgers hebben of dezelfde vrije dag óf hebben de mogelijkheid deze dag zelf te kiezen.

    Walzer zal daarom naar mijn mening moeten aantonen dat het vrijgeven van koopzondagen daadwerkelijk leidt tot meer consumentisme / individualisme en vervolgens moeten beargumenteren waarom dergelijke ontwikkelingen niet goed zouden zijn.

    Ik kan mij redenen bedenken waarom consumentisme / individualisme slecht zouden zijn (misschien iets in de richting van Schwartz?), maar mijn gevoel zegt toch dat deze specifieke beperkende regelgeving (in stand houden koopzondagen) vanuit de overheid niet opweegt tegen  in mijn ogen belangrijker ideeën over de individuele vrijheid van burgers om te handelen (in de zin van handelen op een markt) wanneer ze dat willen.

    Walzer zou tot slot ook kunnen opwerpen dat koopzondagen goed zijn omdat ze bijdragen aan een imagined community. Hij zou vervolgens een poging kunnen doen aan te tonen dat de koopzondag bijdraagt aan een soort identificatieproces met de imagined community 'Nederland'. Ik denk dat daar weinig tot geen aanwijzigen voor zullen worden gevonden (1). Laat staan dat er conceptueel gezien geen sprake is van een nationale imagined community 'Nederland'.

    (1): onderzoek naar de effecten van naturalisatieceremonies toont (voorzichtig) aan dat deze ceremonies niet bijdragen aan gevoelens van identificatie met Nederland.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven