Wikimedia Commons

Einde van het Grachtengordelsocialisme?

De PvdA moet uit de Amsterdamse grachtengordel”, stelt Tweede Kamerlid en kandidaat-partijvoorzitter van de PvdA Hans Spekman. Door de verhuizing van het partijkantoor naar een decentrale en minder elitaire locatie zou de PvdA, naast geld besparen, eveneens een stap vooruit zetten op de goede weg om weer in contact met de achterban te treden. Een goed voornemen of onzinnige symboolpolitiek?

Ik zie het als goed voornemen, maar de koersverandering binnen de PvdA zal veel verder moeten gaan dan alleen aan de oppervlakte. Als voormalig actief SP-lid en huidig passief PvdA-lid zal ik vooral de ontwikkelingen rondom de partij belichten en ik zal de wijsheid van deze beslissing in breder perspectief plaatsen. Het streven van Hans Spekman zie ik bovenal als een streven naar meer basisdemocratie: noodzakelijk voor een sociaal-democratische partij.

De PvdA worstelt al tijdenlang met haar identiteit. De arbeiderspartij van weleer krijgt zowel ter linker als ter rechter zijde te horen dat het een elitepartij is geworden. De maatschappij is inmiddels zo pluriform, dat het moeilijk is een duidelijke achterban te identificeren en 'de arbeidersklasse', voor zover die nog bestaat als identiteit, herkent zich vaak eerder in PVV of SP. Dit is funest voor de PvdA, omdat het haar bestaansrecht als klassieke vertegenwoordiger van deze groep aantast.

Het is logisch dat de PvdA bekijkt hoe het PVV en SP wel lukt om haar klassieke achterban aan te spreken. De standpunten en methoden kopiëren is echter problematisch. Bij de PVV is het evident dat de ideologische richting van deze partij niet overeenkomt met die van de PvdA, bijvoorbeeld vanwege de xenofobe elementen die niet te verenigen zijn met het socialistische internationalisme. Hoewel de PvdA er goed aan doet ook het weglopen van kiezers naar de PVV te onderzoeken, is het logisch dat de PvdA hier haar eigen grenzen trekt en zegt: “vanaf hier volgen we jullie niet meer.”

Het is logisch dat de PvdA bekijkt hoe het PVV en SP wel lukt om haar klassieke achterban aan te spreken.

Bij de SP ligt het weer anders. De verschillen tussen PvdA en SP kunnen ideologisch geduid worden (de SP wil nog steeds 'het systeem' vervangen), maar met een beetje goodwill kun je het evengoed 'stijlverschillen' noemen: 'de vuist op tafel' (SP) versus 'meebuigen en vervormen' (PvdA). Het ideologische einddoel is hetzelfde: een maatschappij met zo min mogelijk maatschappelijke ongelijkheid. De PvdA heeft een ontwikkeling doorgemaakt van socialistische arbeiderspartij naar een 'post-arbeideristische bestuurderspartij'. Sociologisch bestaat de partij uit een nieuwe bestuurlijke elite die voortkomt uit de arbeidersklasse, maar die door zijn doctorandustitel in de bestuurskunde of economie met bijbehorend inzicht een geheel nieuwe groep is geworden.

Het 'uitbreken' uit de arbeidersklasse van deze groep 'geëmancipeerde arbeiders' heeft inherent een sterk geloof in individuele sociale mobiliteit met zich meegebracht. Samen met de teloorgang van het 'Reëel Bestaande Socialisme' in het Oostblok en de problemen met de verzorgingsstaat, waar de PvdA als regeringspartij mee te maken kreeg, is het niet heel verrassend dat ook de PvdA overstag ging voor het neoliberalisme in de jaren '80-'90. De SP, die tot dan toe een marginaal bestaan leidde als socialistische actiepartij op lokaal niveau, sprong strategisch in het electorale gat dat de PvdA liet vallen bij de traditionele achterban: de lager geschoolde arbeiders en idealistische intellectuelen die niet gehinderd werden door bestuurlijke affiniteit. Met succes: de partij van Jan Marijnissen groeide midden jaren '00 uit tot de vierde partij in zetelaantal en de derde in ledenaantal. Vanaf het ten tonele verschijnen van de SP in de Tweede Kamer in 1994, houden de PvdA en de SP elkaar in een houdgreep, die in de perceptie van velen eliminatie van één van beiden tot gevolg zal hebben.

Ook ik heb lange tijd gedacht dat de PvdA zichzelf overbodig maakte door 'voor het neoliberalisme te kiezen', maar ik ben hier op terug moeten komen. De PvdA heeft veel zaken die de SP in grote mate mist, met name bestuurlijke knowhow en een decentrale partijorganisatie. Decentralisme hangt samen met de acceptatie van bepaalde liberale ideeën, zoals het geloof dat bestuurders het beste functioneren zonder dat ze permanent aan het handje gehouden worden door een partijbestuur. De SP mist dit inzicht, wat naast de stricte toepassing van de financiële afdrachtsregel regelmatig tot het verlaten van SP-bestuurders van de partij leidt. Ondanks een Ronald van Raak, die ik als hoofd van het wetenschappelijk bureau van de SP ooit twee maal heb horen verkondigen dat het socialisme 'liberalisme plus' is, ligt de nadruk bij de SP op het uitvoeren van de wil van de meerderheid en wordt het individuele geweten onder 'subjectivisme' geschaard.

Toch doet de SP het op een aantal terreinen duidelijk beter dan de PvdA, met name in het contact met de achterban. Los van het feit dat de SP eenduidige standpunten kan presenteren en geen bestuurlijke compromissen hoeft te verdedigen, geeft de SP een zekere invulling aan het begrip 'basisdemocratie' (Eng.: 'grassroots democracy'), door veel actie te voeren op straat- en werkvloerniveau. Bij deze term hebben veel activisten eigen ideeën, maar omwille van gemak zal ik hier de definitie van wikipedia gebruiken om te verduidelijken wat ik ongeveer bedoel.

Volgens Wikipedia is 'basisdemocratie':

'een vorm van democratie waarin zoveel mogelijk beslissingen op een zo laag mogelijk niveau worden genomen. Daarmee richt het zich tegen centralisme en technocratie. Een ander belangrijk kenmerk van basisdemocratie is dat participatie verwacht wordt van iedereen die door een bestuurlijke beslissing worden getroffen. … Basisdemocratie gaat er ook van uit dat er niet zoiets bestaat als dé volkswil. Er is bij elke keuze een meerderheid vóór en een minderheid tégen. Basisdemocratie kan dus geen eendracht opleggen. De minderheid moet accepteren dat het besluit uitgevoerd wordt, maar de meerderheid moet accepteren dat de minderheid kritisch blijft.'

Ik introduceer het begrip 'basisdemocratie' ('grassroots democracy') hier, omdat ik het idee heb dat het idee bij beide partijen leeft (ook getuige het voorstel van Spekman om het PvdA-kantoor te verhuizen), maar zeer selectief gebruikt wordt. De eventuele verhuizing van het PvdA-partijkantoor zou hier een losstaand wapenfeit in zijn. In vergelijking met de SP houdt de PvdA houdt zich binnen de bestuurlijke kaders en de eigen partijorganisatie vrij netjes aan decentrale uitgangspunten, daarmee meer recht doend aan afwijkende standpunten van onderop, maar toont ze zich vaker blind voor de technocratische machtsconcentratie die 'Jan met de Pet' uitsluit van politieke beslissingen die wel 'Jan met de Pet' treffen. Dit gebeurt wanneer de vrijheid van decentrale bestuurders om te handelen te ver doorschiet en zij denken het beter te weten dan de rest, op basis van hun kennis en inzicht. Ook het gebruik van bestuurlijk taalgebruik is iets wat de PvdA met 'Jan met de Pet' vervreemd. De SP valt dit mechanisme aan met activisme op straat, maar schiet door in de veronderstelling dat zij op deze manier 'de volkswil' te weten komt en wanneer deze 'volkswil' is vastgesteld, deze op democratisch centralistische wijze top down moet worden ingevoerd. Dit centralisme hanteert zij zowel in de partij tegen 'dissidenten' als in de Tweede Kamer, waar ministers door de SP voortdurend opgeroepen worden om persoonlijk in te grijpen bij decentrale instellingen. Op die manier vindt er een nieuwe machtsconcentratie plaats in de handen van charismatische politieke leiders die, deels door retoriek en framing, een meerderheid van de bevolking voor zich weten te winnen en de centrale partijleiding die hiermee vaak een tandem vormt..

De PvdA kiest voor het huidige politieke systeem, dat in feite een mix van democratie en aristocratie is. Dit zorgt voor machtsconcentratie binnen het institutionele kader en creëert tegenkrachten buiten het institutionele kader. De SP stelt hier een democratisch centralisme tegenover, dat in de praktijk neerkomt op een democratisch absolutisme, een mix tussen democratie en monarchie, omdat er nog maar één waarheid is en daarom ook één leider die deze het beste verwoordt. Optimates versus Populares, regenten versus orangisten, sociaal-democraten versus communisten. Ofwel: What's new?

Het wordt  tijd dat PvdA en SP over hun schaduw heen springen en beginnen met een ideologische sanering

Nieuw is dat sociaal-democraten niet meer de wind in de rug hebben, zoals in de jaren na de Eerste of Tweede Wereldoorlog. De tijdgeest is 'Rechts', de markt voor sociaal-democratische ideeën is kleiner geworden. Zowel PvdA als SP loopt voortdurend tegen haar grenzen op: de slechte relatie met de kiezer respectievelijk de kritische elementen vanuit de eigen partij. Tegelijkertijd draaien beide partijen om elkaar heen en gebruiken ze elkaars tekortkomingen als excuus om niet te hoeven zien wat men van elkaar kan leren. Het wordt daarom tijd dat beide partijen over hun schaduw heen springen en beginnen met een ideologische en wellicht organisatorische sanering. Dit kan tot interessante en zinnige discussies leiden over de vormgeving van basisdemocratie. In feite is samenwerking tussen PvdA en SP een vliegende start voor beide partijen om aan hun problemen te werken, al zullen de technocraten binnen de PvdA en de particraten binnen de SP er krampachtig omheen draaien. Hervormers in beide partijen moeten waar kan de samenwerking opzoeken, maar hoeven de hervormingen hier niet van te laten afhangen. De uitdaging van Spekman als links en activistisch geprofileerde PvdA-er zal erin liggen om de PvdA meer op de SP te doen lijken, en tegelijkertijd het goede van de PvdA te behouden. Ook de SP zal niet stil moeten blijven staan, anders zal de huidige opleving in de peilingen duren tot de volgende partij- of leiderscrisis.

Gerelateerde artikelen
Reacties
2 Reacties
  • Beste Pieter,

    Allereerst mijn complimenten voor je heldere analyse. Je legt de vinger op de juiste plaats wat betreft de verschillen tussen beide partijen en de daaruit voortvloeiende moeilijke tijd die links doormaakt (externe factoren als de flirt met het liberale gedachtegoed van GroenLinks buiten beschouwing gelaten).
    Toch wil ik je uitdagen je betoog aan te vullen. Als ik je stuk goed gelezen heb is definitie van ideologie tweeledig. Enerzijds beslaat ideologie het organisatorische aspect (hoe gedragen partijfunctionarissen zich, (hoe) worden de meningen van de achterban gekanaliseerd, welke relatie bestaat tussen deze twee vragen). Jouw betoog gaat hoofdzakelijk over deze kant van ideologie. Anderzijds kent ideologie ook nog zoiets als wat ik hier voor het gemak een inhoudelijke kant noem. Hier gaat het om concrete standpunten van de partij. Dat deze twee kanten van de medaille nauw aan elkaar verbonden zijn geef je indirect al aan. De ideologische standpunten van de Partij van de Arbeid zijn conform de partijstructuur redelijk diffuus, terwijl de Socialistische Partij zich vanuit een gecentraliseerde organisatie op een meer eenduidig wereldbeeld beroept.
    In je betoog behandel je vooral de organisatorische verschillen tussen de partijen. Betekent dit dat je deze kant van de medaille als de sleutel ziet voor toenadering tussen de PvdA en de SP? Wat ik mis in je betoog (en dat is begrijpelijk omdat je volgens mij de organisatie beider partijen als uitgangspunt neemt) is hoe je bepaalde fundamentele verschillen op het 'inhoudelijke' vlak beoordeelt. Hoe kunnen beide partijen een brug slaan op punten als Europees Beleid en het sociale stelsel? Via 'organisatorische sanering'? Hoe kan de SP een volgende partijcrisis voorkomen? Door een beetje naar rechts op te schuiven? Welke fundamentele verschillen zouden volgens jou moeten blijven bestaan tussen de partijen? In het verlengde hiervan ben ik ook benieuwd wat je van de recente koers van GroenLinks vind en hoe de PvdA en SP hierop zouden moeten reageren.
    Een hoop vragen aan een kapstok, maar ik hoop dat het duidelijk is. Bij voorbaat dank voor je antwoorden!

  • Pieter Koning,

    Beste Thomas,

    Bedankt voor je reactie en je interessante vragen! Ik heb natuurlijk een aantal interessante vragen buiten beschouwing moeten laten om de omvang van het stuk beperkt te houden. Je geeft terecht aan dat er een verschil is tussen de 'organisatorische' kant van een partij en de 'inhoudelijke' kant. Dit is een interessant onderwerp om verder uit te diepen. Het zou in mijn ogen onwaarachtig zijn als hier een grote kloof tussen zou bestaan, maar de idealen van een partij kunnen natuurlijk een mooi middel zijn om te kijken wat er binnen de eigen organisatie voor verbetering vatbaar is om het geheel consistent (integer) te maken. Veel ideologische verschillen tussen PvdA en SP, zoals bijvoorbeeld de verschillen in benadering tav Europa, zijn denk ik ook terug te voeren op de discussie over (basis-)democratie en gaan dus in deze zin ook niet over de 'inhoud' (volgens mij willen beide partijen een 'socialer' Europa). Verder merk je op dat ik Groenlinks buiten beschouwing heb gelaten. Ook dit heb ik gedaan omwille van de omvang van het stuk. Groenlinks lijkt op dit moment van een socialistische identiteit over te zijn gegaan op een progressief liberale (verdergaand dan de PvdA). Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat Groenlinks niet links is, maar het maakt het lastiger om de partij tegen de achtergrond te houden van sociaal-democratische ontwikkelingen. Afgesproken is echter dat ik voor De Fusie meer stukken zal schrijven over de ontwikkelingen van de sociaal-democratie in Nederland en hier wil ik Groenlinks een andere keer ook graag bij betrekken, dus je hoort hier en over je andere vragen spoedig meer van me!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven