Dat we geen profvoetballer meer kunnen worden, dat hebben we inmiddels geaccepteerd. Maar de rest van de wereld? Die ligt toch nog steeds aan onze voeten? En als we Facebook en Twitter moeten geloven staan velen van ons er al midden in. En de een is nog succesvoller dan de andere. Veel succesvoller zelfs.
Dat dit online opbieden tegen elkaar gevolgen heeft, blijkt uit een artikel in het kerstnummer van de Groene Amsterdammer. Dit stuk behandelt een probleem dat veel twintigers tegenwoordig hebben met hetgeen ze lezen op social media. In een notendop: we zien op Facebook en Twitter verhalen van leeftijdsgenoten en we worden jaloers. Zij gaan naar de leukste feestjes, hebben de meest fantastische vakanties en qua carrière gaat het hen al helemaal voor de wind. En dat terwijl wijzelf op een vrijdagavond alleen thuis zitten. “Ik zag op Facebook vakantiefoto's van een plek waar ik ook was geweest,” aldus een van de twintigers in de Groene, “alleen de mensen op die foto's leken er veel meer plezier te hebben dan ik daar had.”
In een notendop: we zien op Facebook en Twitter verhalen van leeftijdsgenoten en we worden jaloers.
Volgens het stuk gaat het in sommige gevallen zelfs zo ver dat mensen paniekaanvallen krijgen en hun vlucht in antidepressiva zoeken. Ze voelen zich mislukt terwijl ze pas net beginnen. Een kwalijke tendens dus. De maatschappelijke ontwikkelingen helpen natuurlijk ook niet mee. Het is crisis, dus de banen liggen niet voor het oprapen. Zelfs niet voor diegenen met een universitaire Master. “Maar ja, als ik Facebook moet geloven, heeft iedereen wel een baan…of zijn ze ten minste gelukkig.” Maar moeten we Facebook wel geloven?
Er lijkt op tv en online een zekere spanning te bestaan tussen het echte (reality) en het gefabriceerde (reality tv), tussen authenticiteit en show. Tussen hoe mensen echt zijn en hoe ze proberen over te komen. Dit soort existentiële spanning is er natuurlijk al generaties, maar het is niet te ontkennen dat met het massaler en persoonlijker worden van de media dergelijke spanningen toenemen. En waar het bij reality televisie als Big Brother nog duidelijk was dat het ging om namaak – niemand is echt opgesloten in een huis met negen onbekenden – is dat op Facebook moeilijker te onderscheiden. Hoe weet ik of de status update van een kennis van mij, die alleen maar negens haalt op Harvard en hard op weg is naar een zetel in de Tweede Kamer, de waarheid is, of maar een heel klein deel van de waarheid?
De Franse socioloog Jean Baudrillard noemt deze gefabriceerde vorm van echtheid hyperrealiteit. In Las Vegas hebben ze Venetië nagebouwd en hoewel men doorheeft dat het niet het echte Venetië is, past deze versie toch beter bij de massamediale tendensen van onze tijd. De gebouwen zijn net zo mooi maar in Las Vegas’ versie zijn de kanalen schoon, in het echte Venetië niet. Daar kun je gewoon in het Engels je koffie bestellen, in het echte Venetië niet. De hyperreële versie van Venetië past met andere woorden beter bij onze verwachtingen. Het is daar beter toeven.
En dit geldt niet alleen voor Las Vegas’ Venetië en voor plastic kerstbomen die geen naalden verliezen, maar ook voor onszelf. De namaak versie van onszelf, onze hyperrealiteit zoals die op Facebook is te lezen, past beter bij de verwachtingen die we - en vooral wijzelf -tegenwoordig van onszelf hebben. We zijn een generatie die alles kan worden wat we wilden zijn, en nu ook alles moet zijn wat we willen worden. Maar niemand is alleen maar gelukkig. Zo is het nu eenmaal. Into each life some rain must fall.
Michel Foucault noemt dit Normalizing Judgement. De term beschrijft dat wat wij als samenleving normaal vinden continu aan verandering onderhevig is. Wat is normale sex? Een normaal gewicht? Wat zijn normale ideeën? Als iedereen op tv zo dik of dun is, dan is dat schijnbaar normaal. Als al mijn Facebook-vrienden een half jaar in het buitenland studeren, en daar de tijd van hun leven hebben, dan is dat schijnbaar normaal. Iedereen gaat zich, al dan niet met tegenzin, gedragen naar de nieuwe maatstaf, de nieuwe notie van normaal, waardoor deze vanzelf weer wordt aangescherpt. Mensen willen immers uniek blijven. Zo zijn we opgevoed en op die manier leven we een steeds groter deel van ons leven in een hyperrealiteit.
"Ook die mensen zijn wel eens ongelukkig of jaloers op anderen. Net zoals iedereen. Ook al blijkt dat niet uit hun profielpagina."
Zo stond er een aantal weken geleden in de Volkskrant een artikel over jongeren die niet meer naakt durven te douchen na hun teamsport. Hier werden twee mogelijke redenen voor gegeven. De eerste was dat allochtone teamgenoten, voor wie het niet halal is om geheel naakt te douchen met anderen, de toon beginnen te zetten in de kleedkamer. De tweede reden – die wat waarschijnlijker lijkt – was dat jongeren zich simpelweg schamen voor hun eigen lichaam. Ze vergelijken hun genitaliën met die van pornosterren, en concluderen dat zijzelf abnormaal zijn. Te klein geschapen, te grote schaamlippen, noem maar op. Ook dit is een vorm van hyperrealiteit. In het beeld van die jongeren hoort een penis 25 centimeter te zijn en dus valt de realiteit tegen. Een bijkomend nadeel van enkel thuis douchen, is dat zij hun leeftijdsgenootjes ook niet meer naakt zien en hun beeld dus niet meer bij kunnen stellen.
En of het nou gaat om het hebben van kleine schaamlippen, een bleke anus of twee Masters aan een top universiteit, het principe is hetzelfde. Ook die mensen zijn wel eens ongelukkig of jaloers op anderen. Net zoals iedereen. Ook al blijkt dat niet uit hun profielpagina. Dat je niet twee maar één studie hebt afgerond, betekent niet dat je nu al mislukt bent. Dat Piazza San Marco in Venetië net wat minder schoon is dan dat je verwacht had, betekent niet dat het geen fantastisch plein is.
Kijk, dat wij geen profvoetballers meer kunnen worden, soit. Maar als zelfs de jongste voetballertjes de hyperreële lul van een pornoster als maatstaf nemen, en daarom met tegenzin naar het sportpark gaan op zaterdag… Ik vraag me af of er genoeg spelers van het kaliber Ruud Gullit zijn om het Nederlands elftal te vullen. Of de Tweede Kamer voor mijn part.
Mijn penis is 26 cm!
Mijn penis is 26cm lang!
Goed stuk! Bekijk dit eens; we zijn een verdomd verwende generatie.
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1118638