Flickr / Renaud Camus

Heideggers filosofie opgeofferd aan politiek

Na de publicatie van de Schwarze Hefte kan men niet meer om het antisemitisme van Martin Heidegger heen. Het ligt voor de hand om te denken dat de laatste ontkenners onder zijn sympathisanten nu toch echt overtuigd moeten zijn. Maar de vraag is of die er überhaupt in groten getale waren, laat staan of ze ooit serieus genomen werden. Het nieuws van de Schwarze Hefte wordt gebracht als een schokkende onthulling, maar dat is het niet. Velen hebben al voorgesteld Heidegger opnieuw te lezen als een besmet denker, maar het verband tussen zijn filosofie en zijn antisemitisme is er niet begrijpelijker op geworden. De discussie heeft geen nieuwe filosofische inzichten opgedaan en de schokkende zinsneden uit zijn notities komen nu slechts in een rijtje te staan met eerder verdachte uitspraken. Het echte nieuws is dat we nu zelf over Heideggers antisemitisme mogen lezen, en dat is nieuws om je schouders bij op te halen.

Net als deFusies eigen Rik Peters kiest De Groene Amsterdammer er daarom voor om eens goed de discussie aan te snijden. Geen vernietigende recensie, maar een essay. Hoe kan de filosoof toch zo denken? Het artikel zet in de eerste alinea's al meteen de toon. ‘Heidegger is moeilijk te lezen’ is de stelling (klopt) en dat wordt geïllustreerd met zijn gebrekkige politieke visie zoals te lezen in de nieuw verschenen Schwarze Hefte. Er wordt één vermeend raadselachtige zin uitgelicht: ‘Het is de waanzin gekroond om het bolsjewisme met het rassenprincipe te willen bestrijden en het russendom door het fascisme te willen redden.’ Ik kan wel betere voorbeelden van zijn onleesbaarheid geven, voorbeelden die ook echt iets met de kernbegrippen van zijn filosofie van doen hebben, maar deze is begrijpelijkerwijs zo geschikt omdat het op zo'n heldere wijze blijk geeft van politieke motivaties. Deze zin is in mijn ogen alleen moeilijk te begrijpen omdat hij uit elke context gehaald is.

Het echte nieuws is dat we nu zelf over Heideggers antisemitisme mogen lezen, en dat is nieuws om je schouders bij op te halen.

Zo is al meteen het eerste verband gelegd tussen ingewikkelde filosofische formuleringen in al Heideggers geschriften en de kraakheldere boodschap van antisemitisme in zijn notities. Het is dit verband tussen filosofie en antisemitisme dat in vele vormen de revue passeert wanneer het over Heideggers antisemitisme zelf gaat. De neiging om hier samenhang te creëren zal stelselmatig zijn filosofie ondersneeuwen. Het artikel van de Groene Amsterdammer is hiervoor een exemplarisch geval. Zoals schrijver Antoine Verbij zelf zegt: ‘Heideggers filosofische project in de Schwarze Hefte is duidelijk.’ Antisemitisme is tot op dit punt het enige wat duidelijk is en dat is volgens deze schrijver voldoende. Het op z'n hoogst politiek-filosofische project van een notitieschrift wordt letterlijk gelijkgesteld aan zijn zuiver filosofisch magnum opus Sein und Zeit. Een stuk of zes antisemitische opmerkingen in de Schwarze Hefte worden afgeschilderd als karakteristiek voor een immense bibliografie gevuld met beroemde filosofische werken. Als geen van die boeken er fatsoenlijk aan te pas komt, dan is een dergelijk standpunt onbegrijpelijk.

Om het dan toch enigszins geloofwaardig te maken rijgt Verbij al snel contradicties aaneen: Heidegger is de grote redder van de wereld, hij denkt apocalyptisch, hij hanteert een schema van goed tegen kwaad, hij heeft geen morele gevoelens. Heidegger houdt niet van rekenend denken en het is erg dat hij daarom mensenlevens niet telt. Het punt hier is: hij denkt er niet goed over na, want mensenlevens moeten wel tellen. Het is een verkapte filosofische tegenwerping die overtuigend wordt omdat het een gangbare manier van spreken koppelt aan filosofische concepten. Een dergelijk beroep op common sense is misschien wel een van de gevaarlijkste manieren om een tegenargument te formuleren: het benoemt een filosofisch concept (rekenend denken), verzuimt om zich aan de afgebakende betekenis van dat concept te houden en verwerpt vervolgens slechts een geponeerde associatie met dit concept.

Van een nazistische wiskundige zouden we zijn stellingen ook niet gelijk in twijfel trekken; waarom van een filosoof wel?

Dat is het grote probleem van het artikel in de Groene Amsterdammer: het staat bol van verwijzingen naar Heideggers antisemitisme en feitelijke illustraties ervan, maar kan geen aansluitend filosofisch argument formuleren tegen zijn gedachtegoed in het algemeen. Stelselmatig wordt een uitleg van zijn filosofie buiten het stuk gelaten en dat is kwalijk ten opzichte van het punt dat hier gemaakt wordt. Dezelfde woorden gebruiken als een filosoof houdt nog niet in dat je hetzelfde zegt. Dus wanneer de schrijver Heideggers onrust over zijn aan het front dienende zonen in schril contrast laat staan met zijn filosofie, overweeg dan het volgende: misschien ‘telden’ zijn zonen voor hem op een manier die niet ‘rekenend’ was.

Er wordt, zo lijkt, niet echt nagedacht over Heideggers antisemitisme en er was niet eens een goedkope vertolking van zijn filosofie (die inderdaad over een authentiek denken gaat) nodig om dit plausibel te maken. Je zou kunnen concluderen dat de discussie over de samenhang tussen Heideggers filosofie en zijn antisemitisme nog steeds niet serieus wordt gevoerd, maar nee, het is misschien nog wel erger dan dat: we voeren een discussie die niet eens de moeite waard is. Beginnen we over Heideggers antisemitisme, dan zijn we zijn filosofie kwijt. Experts hebben in het verleden geprobeerd Heideggers antisemitisme filosofisch relevant te maken, maar de stapels nieuwe artikelen over de Schwarze Hefte getuigen van hun falen. Het staat buiten kijf dat Heidegger een antisemiet was, maar dat betekent nog niet dat zijn filosofische beweringen onhoudbaar zijn. Van een nazistische wiskundige zouden we zijn stellingen ook niet gelijk in twijfel trekken; waarom van een filosoof wel?

Gerelateerde artikelen
Reacties
7 Reacties
  • Inderdaad: z'n werk komt bijna niet aan bod; men beroept zich op gezond verstand en trekt zich niets aan van definities. Maar weet je: dat is prima. Het gaat namelijk niet om de houdbaarheid van dit-of-dat idee, maar om de manier waarop hij filosofie bedreef.

    Dit schetst Verbij perfect. Het archaïsche, het hermetische, de simplistische normatieve tegenstellingen omkleed met de meest omslachtige taal - ja, die vormden óók zijn politieke wereldbeeld. Ik zeg óók omdat ik niet al te gecharmeerd ben van zijn filosofie en Verbij is dat misschien ook niet - maar daar gaat vandaag niet om. Waar het om gaat is een man die principieel geen kranten leest of televisie kijkt; die politiek 'geklets en gepraat' noemt (maar het Nazisme 'een metafysische revolutie'); die zijn eigen vocabulaire creëert waar lezers niet meer uit ontsnappen en waarin ze worden opstookt tegen de wetenschap en de techniek, in de naam van het oer-eigenlijke zijn. Een man die leefde in zijn woordenbrij en zich als zodanig verheven voelde boven alle andere academici en boven de maatschappij. Daar gaat het om.

    Nog altijd heeft Heidegger heeft iets romantisch, diepzinnigs en mysterieus. Maar de les is: trap er niet in. Deze weg is een weg van polarisering en verwarring. Dit is niet de weg van de filosofie voor de 21ste eeuw. Niemand 'offert' de filosofie aan de politiek. Niemand beweert dat Heideggers hamer of de ontologische verborgenheid nazistisch is. Het gaat voor de verandering eens niet om filosofie en wel om politiek.
    Wat filosofie en het nazisme betreft zou Bourdieu een goeie zijn. Hij heeft nog voor alle onthullingen in 1970 oid een boek geschreven over Heideggers 'politieke' ontologie. Hierin karakteriseert en contextualiseert hij Heidegger filosofisch en persoonlijk als een filosofische virtuoos voor wie het Nazisme niet radicaal genoeg was. Ik heb het niet gelezen maar het schijnt heel goed te zijn.

  • Sorry trouwens voor de uitvoerigheid. Ik had mezelf niet in de hand.

  • "Het gaat namelijk niet om de houdbaarheid van dit-of-dat idee, maar om de manier waarop hij filosofie bedreef."

    Ik weet niet man, dat ene of dat andere idee dat je hebt - het doet er eigenlijk niet zo toe wat je zegt. Wat er meer toe doet is hoe je het hier presenteert, en laat me je zeggen: da's niet zo best. Ik hoorde een keer van een boek over argumenteren en presenteren, en dat zou wel een goeie voor je kunnen zijn. Ik heb het zelf niet gelezen, maar het schijnt wel heel goed te zijn. 

    "Niemand ‘offert’ de filosofie aan de politiek. Niemand beweert dat Heideggers hamer of de ontologische verborgenheid nazistisch is."

    Volgens mij ga je nu even Verbij aan het stuk in de Groene Amsterdammer, want het lijkt er op dat dat nu juist precies de suggestie is. En wel typisch dat de filosofie volgens jou niet geofferd wordt aan de politiek, maar dat je zelf nauwelijks filosofische argumenten geeft. Gelukkig heb je gezond verstand om je op te beroepen.

    Ik hoop niet dat de taal die ik bezig te verwarrend is, wellicht omslachtig, of anderszins verwarrend en verboos- uitvoerigheid wordt mij wel eens verweten, maar ik had mezelf even niet meer in de hand. Hopelijk kun je er wat van maken!

  • Dit stuk doet me denken aan de ‘no true scotsman fallacy’ (uitleg hier: http://en.wikipedia.org/wiki/No_true_Scotsman).

    Tijmen stelt voor eens aandacht te schenken aan Heideggers echte filosofie (of in Tijmens woorden: zijn “zuiver filosofische” werk)  en te kijken naar zijn echte argumenten - maar wie bepaalt wat zijn echte filosofie is? Waarom zijn de Schwarze Hefte geen onderdeel van zijn echte filosofie? En waarom zouden de opvattingen in de Schwarze Hefte niet wezenlijk verbonden zijn met zijn andere gedachten?

    Het gemaakte onderscheid tussen zijn echte filosofie enerzijds en zijn politieke opinie anderzijds is een door en door politieke beslissing - een politieke beslissing weliswaar in ‘de geest’ van Heidegger zelf. Hij is namelijk zelf degene die zijn leven lang krampachtig heeft volgehouden echte filosofie te willen bedrijven, onafhankelijk van iedere politieke overweging, maar de Schwarze Hefte laten zien dat echte filosofie wel degelijk politiek is – want deze ideeën kunnen daaruit volgen (of moeten daaruit volgen – daar gaat de discussie over).

    Waar de publicatie van de Schwarze Hefte dus vooral toe aanspoort is om Heideggers eigen onderscheid tussen echte filosofie en politiek gepraat niet gedachteloos over te nemen.

  •  
    @ Reaguurder:
    Het stuk van Verbij gaat niet over filosofie. Het gaat over Heidegger en zijn radicalisering. Ik sluit me geheel bij Timoteus aan en vind die radicalisering niet iets om je schouders bij op te halen.

    Tijmen schrijft: "Experts hebben in het verleden geprobeerd Heideggers antisemitisme filosofisch relevant te maken, maar de stapels nieuwe artikelen over de Schwarze Hefte getuigen van hun falen."
    Nu, bij Bourdieu worden politiek en filosofie juist heel nauwkeurig met elkaar in verband  gebracht - en dat vóór alle onthullingen. Dat bedoel ik ter informatie en niet om te dwepen: ik heb het zelf ook nooit gelezen. Is dit nu zo erg?
     
    Ik weet niet man.

  • Vincent Blok,

    Dank voor deze heldere uiteenzetting. Zelf heb ik in een artikel in Heidegger Studies geprobeerd op het filosofisch gehalte van Heideggers Nationaal Socialisme te reflecteren (zie: https://www.academia.edu/1892655/Naming_Being_-_Or_the_Philosophical_Content_of_Heideggers_National_Socialism_Heidegger_Studies_Vol._28_2012_101-122) en de publicatie van de schwarze hefte brengen daar eigenlijk niet zo heel veel verandering in. Dank voor dit stuk!

    Vincent BLok

  • De afsluiting “Het staat buiten kijf dat Heidegger een antisemiet was, maar dat betekent nog niet dat zijn filosofische beweringen onhoudbaar zijn. Van een nazistische wiskundige zouden we zijn stellingen ook niet gelijk in twijfel trekken; waarom van een filosoof wel?” is inderdaad wat kort door de bocht.  Als zou blijken dat Pythagoras een fanatiek antisemiet was geweest, had ik dan de naar hem vernoemde stelling in twijfel getrokken? Inderdaad, ik denk van niet. En zou ik dit wel doen, dan zou ik al gauw geconfronteerd worden met vervelende praktische consequenties van mijn verwerping van ‘a2 + b2 = c2’. Echter, wiskundigen zijn mensen en mensen poneren niet slechts wiskundige stellingen. Wiskundigen denken ook na over meer alledaagse zaken. Zo zou een doorsnee wiskundige zich misschien willen uitlaten over de gewenste opstelling van het Nederlands elftal, over het democratisch gehalte van de EU en wellicht ook over de vraag of de uitroeiing van alle Joden nastrevenswaardig is. Mocht hij dit laatste beamen, dan zullen inderdaad de wiskundige stellingen die we aan hem te danken hier niet door geraakt worden, maar ditzelfde geldt zeker niet voor zijn morele stellingname.
    Het probleem lijkt me inderdaad dat de morele stellingname goed los te zien is van de carrière van een wiskundige,  maar niet van die van de filosoof. Ethiek blijkt door de geschiedenis heen innig verbonden met het wereldbeeld van de personen die ethiek bedrijven. Kijk alleen al naar een werk als de Leviathan, dat begint met een uiteenzetting over mechanica en later pas overschakelt naar het politiek-ethische gedeelte en dus bewust dit verband legt. Of zie de fittie tussen Kant en Hume die op vrijwel alle vlakken - ethiek, esthetiek, metaphysica etc. - op vergelijkbare wijze wordt uitgevochten. Dit is geen toeval, en het is dan ook niet vreemd of incoherent om aan te nemen dat Heidegger's filosofie in diskrediet wordt gebracht door wat hij feitelijk dacht over de wereld.
    Het kan natuurlijk zijn dat hier een andere conclusie aan verbonden wordt, namelijk dat ethiek (de theorie) bar weinig te maken heeft met ethisch handelen, maar dat is een andere discussie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven