Wat hebben Joran van der Sloot, Charles Manson en Anders Breivik – op een psychiatrische stoornis en bloedige handen na - met elkaar gemeen? Alle drie hebben ze de twijfelachtige eer het object van ‘hybristofilie’ (seksueel verlangen naar misdadigers) te zijn: de criminelen ontvingen stapels liefdesbrieven in de gevangenis.
Ook Nederlands grootste levende crimineel, Willem Holleeder, verwierf een twijfelachtige heldenstatus. Na zijn vrijlating in 2012 spraken mensen op straat hem aan om met hem op de foto te gaan en bovendien werd Holleeder door Twan Huys ontvangen in het tv-programma College Tour. Hij schaarde zich daarmee in het rijtje van gasten als Desmond Tutu, John Cleese en de Dalai Lama, en mocht het studentenpubliek een wijze levensles meegeven.
Nu zijn zussen en ex-vriendin belastende verklaringen hebben afgelegd over betrokkenheid bij liquidaties, en Holleeders spel uit lijkt te zijn, krabbelen de groupies terug. Het ziet ernaar uit dat hij zijn status als cultheld verliest.
Waarom zouden dreigementen zwaarder wegen dan de stapel lijken in Holleeders kennisenkring?
Peter R. De Vries zorgt er, samen met de zussen, die hun verhaal deden in de Telegraaf en NRC Handelsblad, nu voor dat het grote publiek het ware gezicht van Willem Holleeder te zien krijgt. De Vries liet op televisie opnames van Holleeders dreigementen tegen zus Sonja horen. Maar is het echt de gruwelijke omgang met zijn familie die ons beeld van ‘s lands ‘knuffelcrimineel’ nu doet kantelen? En waarom zouden deze verbale bedreigingen zwaarder wegen dan de verzameling lijken die zich tussen 2000 en 2006 heeft opgestapeld in Holleeders kennissenkring?
De verheerlijking van topcriminelen, en moordenaars in het bijzonder, wordt vaak verklaard vanuit evolutionair perspectief. Moordenaars staan bovenaan op de apenrots, want hun vijanden zijn uitgeschakeld: macht erotiseert, hoe dubieus zij ook verkregen mag zijn. Twan Huys – zelf toch ook hoog op de apenrots – stelde zich tam op en lachte zelfs lafjes mee met Holleeder toen die één moment zijn charmante masker liet vallen en een al te kritische student ruw afblafte. Ook taal vertoont sporen van de positieve waardering van moord: een charmante man heet een ladykiller, een veel scorende voetballer heeft een killer instinct, en een mooie vrouw is een moordwijf.
Holleeder werd niet alleen populair doordat hij een crimineel is, maar vooral doordat hij een succesvolle crimineel is: hij mag dan zijn halve leven in de cel hebben doorgebracht, maar de miljoenen van de Heinekenontvoering zijn nooit teruggevonden. Zijn vijanden vielen één voor één om in de Amsterdamse liquidatiegolf, maar tot op heden is Holleeder nog nooit voor betrokkenheid bij moord veroordeeld.
Nu lijkt het tij te keren: de getuigenissen van de vrouwen zijn waarschijnlijk belastend genoeg om hem in elk geval te veroordelen voor de moorden op Thomas van der Bijl en Kees Houtman, en wie weet wat er in de loop der tijd nog aan bewijsmateriaal boven water zal komen over de andere liquidaties. Holleeder is aan het verliezen en niemand wil geassocieerd worden met een loser, zoals Kustaw Bessems opmerkt: ‘Dat zij [de bewonderaars] zich nu van hem [Holleeder] afkeren is niet omdat hij slecht is, maar omdat hij zwak is.’
Instinctief voelen we ons aangetrokken tot de meedogenloze alfamannetjes die de koningen van de onderwereld zijn
Nu Holleeder verzwakt is spreken ook de media zich uit: Matthijs van Nieuwkerk verkondigt triomfantelijk dat Holleeder niet langer een held is. Blijkbaar is hij vergeten hoe hij enkele minuten eerder nog verlekkerd aan de lippen van Peter R. de Vries hing, om te horen in welke broodjeszaak je Willem Holleeder toch tegen het lijf kon lopen (Van Dam in Amsterdam Oud-Zuid) – het was hemzelf namelijk nog nooit gelukt. Ondertussen oordeelt Peter R. de Vries hard over Holleeder, maar bevestigt hij tegelijkertijd schaamteloos dat Heinekenontvoerder Cor van Hout, ook door Holleeder geliquideerd, zijn beste vriend was.
Fascinatie voor misdadigers laat een conflict zien tussen natuur en cultuur. Instinctief voelen we ons aangetrokken tot de meedogenloze alfamannetjes die deze koningen en prinsen van de onderwereld zijn. Aan de andere kant hebben we geleerd dat moorden niet mag en zijn waarden als empathie en medelijden belangrijke pijlers van onze samenleving.
De wereld keert zich niet tegen Holleeder omdat hij ‘nu te ver is gegaan’: het is immers moeilijk te verdedigen dat bedreiging van familie – hoe afschuwelijk ook – erger is dan ontvoering, fysieke mishandeling en veelvoudige moord. We wisten allang dat Willem Holleeder een psychopaat was. Maar pas nu hij aan de verliezende hand is, zegeviert ons vernis van cultuur weer over de instinctieve aantrekkingskracht van een crimineel.
Het laagje beschaving is flinterdun en moet juist daarom zorgvuldig bewaakt worden. Daarvoor dragen de invloedrijke media een grote verantwoordelijkheid.
Twan Huys moet zich schamen, maar Peter R. de Vries ook: hij spreekt er schande van dat Holleeder zichzelf tegenover zijn zus ‘BN’er’ noemt, maar heeft zelf bijgedragen aan dit monsterlijke heldendom – en verdient er goed aan. De media spelen in op onze instinctieve fascinatie. Maar wie behoedt de beschaving?
Conclusie: je verheerlijkt iemand; dat is natuur, of je verkettert iemand en dat is cultuur.
Volgens mij is zowel het verheerlijken van de alfa-man als het verketteren van de verliezer-man apengedrag en dus natuur. Verketteren kan ook te ver gaan en 'barbaarse' trekken krijgen. Dat het hier om een misdadiger gaat doet daar niet aan af. Cultuur/Beschaving heeft meer te maken met het afzwakken van beide extremen ten einde een complexe maatschappij te laten functioneren. Dat zou volgens mij de conclusie moeten zijn. Terecht stuk verder.
Alleen de meest gestoorde mensen nemen het woord knuffelcrimineel in de mond.