Na Trump en de Brexit voelt de elite zich geconfronteerd met een voor haar vreemde ‘onderbuik’. Laat het valse onderscheid tussen hoge en lage cultuur los, betoogt Thomas van Huut. Spreek de taal van de massa.
Een misverstand is snel geboren. Helemaal wanneer de ander een onbekende taal hanteert, met een alfabet waar nog geen vertaalsleutel voor bestaat. Regisseur Denis Villeneuve confronteert de mensheid in zijn nieuwe film Arrival met een dergelijke vreemde taal. Een twaalftal reusachtige zwarte ruimteschepen landt op aarde, bevolkt door vreemde ruimtewezens die met een soort rorschachtest-inktvlekken tevergeefs proberen te communiceren. Arrival is een bombastische publieksfilm over spraakverwarring, een film die lessen voor onze eigen verdeelde samenleving bevat.
Filmtrailer van Arrival.
Net als bij de zwarte monoliet in 2001: A Space Odyssey (1968) draait het in Arrival niet om wat er ín het object gebeurt, betekenisvol is vooral de reactie van de omstanders. In Arrival dreigen de buitenaardse gasten, van wie de intenties onbekend zijn, met hun onvertaalbare boodschappen een apocalyptische oorlog uit te lokken.
Met onder andere betekenisvolle grapjes en terloopse opmerkingen werkt Villeneuve het thema uit. Een voorbeeld: om het belang van haar tijdrovende vertaalpogingen aan de hogere Amerikaanse legerleiding duidelijk te maken, vertelt taalwetenschapper Louise Banks een verhaal over de herkomst van het woord ‘kangoeroe’. ‘Wat is dat?’ vraagt een ontdekkingsreiziger aan een Aboriginal, terwijl hij een springend beest met buidelzak aanwijst. De Aboriginal zegt: ‘kangoeroe’. Pas later leren de ontdekkingsreizigers dat ‘kangoeroe’ betekent: ‘ik begrijp het niet’.
Onbegrip leidt tot conflict
Dit verhaal over een ongevaarlijk misverstand is voor de generaal voldoende om Banks pogingen om de alientaal te begrijpen voorlopig door te zetten. ‘Mooi verhaal’, complimenteert een collega-wetenschapper haar. ‘Het is niet waar’, zegt Banks, ‘maar het bewijst mijn punt.’ Taal is dat wat werkt, niet wat klopt, vertelt Villeneuve ons. Met een leugen krijgt ze het voor elkaar dat er meer tijd wordt geïnvesteerd in toenaderingspogingen. Het gebrek aan waarheid leidt ook tot het omgekeerde: de aliens hebben waarschijnlijk geen kwaad in de zin, maar onbegrip over wat dan wel hun intenties zijn leidt tot overhaaste oorlogsverklaringen aan de aliens van onder meer China en Rusland. Onbegrip leidt tot conflict.
Dat de aanwezigheid van moeilijk te begrijpen vreemdelingen mensen verdeelt, mag in onze samenleving – zwaar gepolariseerd op alle thema’s die met vreemdelingen of multiculturaliteit te maken hebben – geen verrassing heten.
Onvertaalbare signalen zijn ook in onze wereld – waar buitenaardse wezens voorlopig nog vooral buitenaards zijn – een benauwend thema. Door de verkiezing van Trump, en eerder de Brexit en het Oekraïnereferendum, voelt een groep die zichzelf beschouwt als ‘de culturele elite’ zich overvallen door een mondige maatschappelijke onderklasse, die ze als irrationeel beschouwt. ‘Uppercut van de onderbuik’ kopte De Standaard de dag na Trumps zege. Je onderbuik bedient zich niet van argumenten, en rommelt op onverklaarbare momenten. Reken maar dat er sinds afgelopen week aan de tafels waar deze elite elkaar treft – tijdens vergaderingen van uitgevers en curatoren, op redacties van kranten en televisieprogramma’s – druk gesproken wordt over de vraag: ‘hoe hebben wij dit niet zien aankomen?’
‘Uppercut van de onderbuik’ kopte De Standaard na Trumps zege
Die vraag is op zichzelf al polariserend. Hij laat zich lezen als: waarom begrijpen wij (intelligentsia) jullie (de massa) niet? De vraag is een vingerwijzing: we spreken niet dezelfde taal, lezen niet dezelfde boeken (of géén boeken) en kijken niet naar dezelfde films. Onderscheid heeft altijd al bestaan, maar de kloof tussen universitair opgeleid en praktisch geschoold lijkt de laatste decennia om talloze redenen – de filterbubbel door sociale media verdient bijzondere vermelding– pijnlijk veel dieper geworden. De etalages in de Kalverstraat, met verwijzingen naar sterren uit The voice of Holland en de Minions, zijn onbegrijpelijk geworden voor iemand die zijn vrijdagen spendeert op de boekenmarkt op het Amsterdamse Spui. Andersom zal iemand die graag naar The voice kijkt, en kleding koopt in de Kalverstraat moeite hebben met de aangeprezen heruitgave van Griekse klassiekers in de etalage van Athenaeum. Boeien!
Een samenleving die onderscheid maakt tussen hoge en lage cultuur raakt onverbiddelijk verdeeld. Zonder een waarderend onderscheid is het makkelijker om van ‘elkaars’ films, boeken en tv-programma’s te genieten. Zo leren we samen dat een popcornfilm over aliens als Arrival culturele betekenis heeft, en dat luisteren naar Mozart ook gewoon entertainment is.
Onderscheid tussen hoge en lage cultuur maakt een samenleving onverbiddelijk verdeeld
Het stemt me hoopvol dat een regisseur als Villeneuve bewust het risico neemt een complex onderwerp in de vorm van een spektakelfilm te gieten. Tussen de gezwollen filmmuziek en tikkende tijdbommen (letterlijk!) vertelt de film hoe een misverstand dramatisch kan escaleren. Het is een pleidooi voor wederzijdse nieuwsgierigheid. Laat de zelfbenoemde intellectuelen wat vaker in dezelfde bioscoopzaal met de door hen aangewezen ‘onderbuik’ gaan zitten.
Effect heeft in de mediademocratie de plaats ingenomen van waarheid of feitelijkheid. Succesvol is dat wat werkt, niet wat klopt. Als de elite werkelijk overtuigd is van haar eigen gelijk, kan ze die maar beter overtuigend brengen en open in gesprek gaan, dan zich op te sluiten achter de zware deuren van boekhandels en theaterzalen. Je kunt een goed verhaal houden voor een besloten publiek, maar beter is het een goed verhaal te vertellen aan iedereen. Het liefst in IMAX 3D.
Ik las ook ergens dat de scenarioschrijver heel verbaasd was dat Villeneuve het woord 'nonlinear orthography' er in heeft gehouden. Denk je dat hij dit deed om juist afstand te creëren of om het publiek niet te onderschatten?
Volgens mij is 'nonlinear orthography' ook voor de meeste leden van de "culturele elite" niet een bekende term. En ze wordt de volgende regel uitgelegd. Ik denk dus niet dat deze term echt afstand schept.
Oeps ik bedoel natuurlijk dat Banks de moeilijke term in de volgende zin al toelicht.
Wordt de manier waarop Arrival hoog- en laagcultuur overbrugt nu niet iets te rooskleurig voorgesteld? Hoewel ik een grote fan was van de film, vind ik wel dat 'ie ontsierd wordt door de compromissen die het gedwongen is te maken. Het pleidooi voor wederzijds respect wordt namelijk in een nogal voorspelbare Hollywood-mal gegoten voor succesvolle drama-films: een blank mens behoedt de wereld voor een apocalyps door het handelen naar onverklaarbaar geniale ingevingen. Zo'n narratief lijkt cruciaal te zijn voor succes bij het grote publiek. Zijn dergelijke compromissen niet zo gevaarlijk dat elke kunstenaar zich er voor zou moeten hoeden om zichzelf zo te verkopen aan daadwerkelijk iedereen?
@Tijmen: Belangrijk punt dat je aansnijdt! Wanneer je je voegt naar dominante verhaalstructuren loop je inderdaad het gevaar bepaalde rolpatronen te bevestigen, stereotypen die in het beste geval cliché en in het slechtste geval haatzaaiend, racistisch of seksistisch zijn. Arrival doet het half goed.
Ik pleit er nog steeds voor deze vaker fusie aan te gaan, omdat de huidige situatie - twee werelden: één politiek correct en zonder invloed, de ander niet correct, maar wel heel populair - me oneindig veel slechter lijkt.
@ Sicco, beiden volgens mij. Ik denk dat hij de term in eerste instantie laat vallen om duidelijk te maken dat de taal van de aliens zo anders is dan de onze dat we er hele moeilijke woorden voor nodig hebben. Maar het laat ook zien dat hij het publiek niet pleased en alleen maar dingen voorschotelt die het al kent.