Francesco Piranesi

Lockdowns, gevangenissen en verbeelding

Afgelopen anderhalf jaar zijn er veel discussies geweest over maatregelen die vrijheden van mensen beperken. Een ervaring die hiervoor uniek was voor bepaalde mensen, wordt opeens collectief gedeeld: mensen hebben allemaal opgesloten gezeten. Zeker in de periode dat er een avondklok was, maakte iedereen mee wat het betekent om achter een deur te zitten waarvan de rechterlijke macht heeft bepaald dat jij er niet doorheen mag. Wat gebeurt er nu de ervaring die normaal beperkt is tot mensen die veroordeeld worden tot de gevangenis, opeens door iedereen gedeeld wordt? Kunnen we aan de hand van deze ervaring begrijpen hoe gevangenissen in onze samenleving functioneren, of is er toch iets dat we dan over het hoofd zien? 

Binnen het huidige rechtssysteem in onze samenleving is de gevangenis niet weg te denken. Opsluiting wordt gezien als een goede, rechtvaardige en functionele maatregel. Hoewel er af en toe discussie is over of er niet meer taakstraffen en boetes uitgedeeld kunnen worden, zijn er misdaden die voor iedereen buiten deze discussie staan. Niet alleen in die zin dat veel mensen het rechtvaardig zullen vinden een moordenaar op te sluiten, maar ook aangezien we simpelweg geen idee hebben wat we anders met zo iemand aanmoeten. Het is dan ook vooral in die zin dat een samenleving zonder gevangenissen ondenkbaar is: enerzijds breekt het ons concept van rechtvaardigheid, en anderzijds stelt het ons voor dilemma’s over wat te doen met misdadigers. 

Het is dan ook vooral in die zin dat een samenleving zonder gevangenissen ondenkbaar is: enerzijds breekt het met ons concept van rechtvaardigheid, en anderzijds stelt het ons voor dilemma's over wat te doen met misdadigers.

Het interessante hieraan is dat hoewel gevangenissen zo belangrijk zijn voor het werken van ons systeem, de ervaring van gevangen zitten voor de meeste mensen tot de verbeelding behoort. In Nederland zijn er op het moment van schrijven volgens het CBS iets meer dan 27 duizend gedetineerden. Oftewel, de grote meerderheid van de bevolking ervaart nooit wat het betekent om in de gevangenis opgesloten te zitten. Toch heeft iedereen, gezien de belangrijke rol van de gevangenis, wel een idee over wat het betekent om gevangen te zitten. Dit idee wordt hoofdzakelijk gevormd door de verbeelding. 

Het concept van de gevangenis speelt een belangrijke rol in veel van onze media. Niet alleen zijn er allerlei documentaires, films en series die letterlijk over gevangenissen gaan - bijvoorbeeld Prison Break, Orange is the New Black of Beyond Scared Straight, de gevangenis vervult ook in andere soorten verhalen een specifieke narratieve functie. In kinderboeken en comics ontsnappen eendimensionale slechteriken uit de gevangenis om daar door de held van het verhaal aan het eind weer terug in gestopt te worden (denk aan de Zware Jongens in Donald Duck, maar ook de Joker in Batman). Dit mechanisme, waarbij een probleem wordt opgelost door de oorzaak weg te halen, laat de narratieve rol zien van gevangenissen. 

Deze narratieve functie verschilt van hoe de hervormers uit de 19e eeuw, die gevangenissen boven lijfstraffen verkozen, erover dachten. De Amerikaan Benjamin Rush stelt bijvoorbeeld in zijn Essays het idee van de gevangenis om een vagevuur op aarde te maken. Wanneer de gevangene volledig geïsoleerd wordt, heeft hij alleen nog muren van zijn cel waarin hij zichzelf weerspiegelt ziet. Deze confrontatie zou de gevangene tot bezinning moeten drijven. Maar dat niet alleen, in zijn isolatie ervaart de gevangene een sociale dood: de eenzaamheid moet dermate erg zijn, de geest zo op zichzelf gericht in het isolement, dat de gevangene geestelijk sterft. Vervolgens zou de ziel gered kunnen worden en kon de gevangene terugkeren in de samenleving, die haar herboren broeder met open armen zou ontvangen. 

Wat Rush’ ideeën specifiek zo interessant maakt, is hoe helder hij het beeld schetst van de gevangene die eindelijk vrijgelaten wordt en terugkeert tot de samenleving. Neem het volgende citaat: 

'Methinks I already hear the inhabitants of our villages and townships counting the years that shall complete the reformation of one of their citizens. I behold them running to meet him on the day of his deliverance. His friends and family bathe his cheeks with tears of joy; and the universal shout of the neighborhood is, ''This our brother was lost, and is found— was dead and is alive.''' (Benjamin Rush, Essays)

Waar de ervaring binnen in de gevangenis wordt beschreven met een visie die ons op een afstand van de gevangene plaatst - het gaat immers over het redden van de ziel - beschrijft Rush de terugkeer in de samenleving met veel gevoel vanuit de mensen. Dit detail is vooral interessant wanneer we het tegenover Rush’s idee zetten dat wat zich binnen in de gevangenis afspeelt, voor de mensen een mysterie moet blijven. In tegenstelling tot het publieke schouwspel van lijfstraffen, zat de kracht van de gevangenis namelijk juist hierin dat mensen níet wisten wat zich binnen die muren afspeelde. Want wat mensen zelf verzinnen, is velen malen erger dan wat in de praktijk gebracht zou kunnen worden.

Exact deze verhouding van de verbeelding tot de gevangenis kunnen we terugvinden in de huidige tijd. De narratieve functie van de gevangenis beperkt zich namelijk niet tot fictie of documentaires. Ook in het nieuws wordt deze toegepast wanneer er grote rechtszaken zijn. Aan het eind van de rechtszaak noemt de rechter de feiten op, de volledige naam van de persoon en spreekt de straf uit. Een aantal jaar de cel in. De camera filmt de reactie van de misdadiger. Nog een laatste shot van hoe hij geboeid de rechtszaal uit geleid wordt. Een ademteug van de nieuwslezer, en het verhaal is definitief afgesloten. Wat ons betreft zit de misdadiger in de gevangenis van het moment dat hij in de rechtszaal uit beeld loopt totdat er jaren later een nieuwsbericht is dat hij vrijkomt. 

De verschuiving van ' normaal' naar ' pandemie' is zo alomvattend, dat het voor niemand tot de verbeelding behoort. Iemand die daarentegen naar de gevangenis wordt gestuurd, blijft voor ons een persoon die zich voornamelijk in onze fantasie en verbeelding bevindt.

Hier ligt het grote verschil met onze ervaring van lockdowns. Wat ons níet is overkomen tijden de lockdowns, is dat we uit de wereld verdwenen zijn. De verschuiving van ‘normaal’  naar ‘pandemie’ is zo alomvattend dat het voor niemand tot de verbeelding behoort. Iemand die daarentegen naar gevangenis wordt gestuurd, blijft voor ons een persoon die zich voornamelijk in onze fantasie en verbeelding bevindt. Hoeveel gelijkenis er ook mag zijn aan mentale gezondheidsproblemen en zelfmoordneigingen, uiteindelijk zitten gevangenissen via onze verbeelding juist diep geworteld in de realiteit waar de lockdowns ons volledig uit wegtrokken.  

Het meest voordehandliggende dat we uit deze vergelijking tussen lockdowns en gevangenissen kunnen halen, is inzicht in de ervaring van gevangen zitten. Wanneer we iemand lezen als Benjamin Rush, zullen we eerder vraagtekens zetten bij het idee dat iemand spontaan een beter mens wordt wanneer je hem opsluit. Ook bij hedendaagse discussies over hogere celstraffen, kunnen we ons afvragen of we ze niet beter helemaal kunnen afschaffen.     

Het is dan ook de vraag of we het bestaan van gevangenissen überhaupt kunnen rechtvaardigen. Het is eerder zo dat we ons simpelweg geen voorstelling kunnen maken van een wereld zonder gevangenissen, waar we dat juist heel goed kunnen van het ‘normaal’ zonder lockdowns. Wat we ons moeten afvragen is of we liever bang zijn voor het onbekende en leven in een wereld waar we ons inbeelden dat het opsluiten van mensen gerechtvaardigd kan worden. Het alternatief is dat we een sprong in het diepe wagen, breken met onze fantasieën en gaan werken aan een wereld zonder gevangenissen.

Gerelateerde artikelen
Reacties
Nog geen reacties.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven