Heb je wel eens goed gekeken naar de broek die je aan hebt? Kijk je wel eens naar de metalen spijkertjes die de lappen stof bij elkaar houden? En wat vind je van de talloze minuscule lijntjes die op ingewikkelde wijze aan elkaar verbonden zijn en helemaal naar beneden lopen om te eindigen ter hoogte van je enkels. De kans is groot dat dit alles je koud laat. Als ie maar lekker zit, toch? Een broek is toch maar gewoon een kledingstuk. Waarom zou je daar nou aandacht aan besteden? Bovendien zijn er zoveel andere dingen te doen. Van het checken van je telefoon op nieuwe appjes en mailtjes, tot het kijken van je favoriete serie op Netflix. Allemaal veel makkelijker en leuker dan je te verdiepen in de details van je broek, of ieder ander willekeurig gebruiksvoorwerp.
In zijn The Doors of Perception besteedt Aldous Huxley, beter bekend van Brave New World, wel aandacht aan zijn broek: ‘Those folds in the trousers – what a labyrinth of endlessly significant complexity! And the texture of the grey flannel – how rich, how deeply, mysteriously sumptuous!’. Niet onbelangrijk om te vermelden is dat Huxley aan de drugs was toen hij zijn broek bestudeerde. Mescaline, het betreffende middel, is een hallucinogeen waarvan de werkzame stof gewonnen wordt uit cactussen en al duizenden jaren wordt gebruikt in landen in Zuid-Amerika. Voor Huxley was het zijn eerste keer maar hij was gelijk enthousiast. Volgens hem toonde de mescaline-trip aan dat mensen maar een zeer beperkt vermogen hebben om te ervaren. Hierop voortbordurend legt Huxley uit dat er bepaalde ‘deuren’ in onze hersenen zitten die voorkomen dat we overweldigd worden door informatie. Mescaline, in dit geval, opent deze deuren en maakt het mogelijk tijdelijk een blik te werpen op hetgeen er achter verborgen ligt. De default-wijze waarop je de wereld ervaart wordt flink in de war geschopt en je wordt gewezen op zaken die je normaliter geen blik waardig gunt. Dit is niet alleen maar interessant voor mensen die een middagje naar hun broek willen staren. Ik denk dat Huxley’s verhaal vooral interessant is omdat het ons dwingt na te denken over wat een ervaring waardevol maakt, of niet. In tijden waarin even niets doen door sociaaltechnologische ontwikkelingen als aandachttrekkende apps en meritocratisch denken onmogelijk wordt gemaakt, lijkt het mij eens goed aandacht te schenken aan de ogenschijnlijk betekenisloze en onbelangrijke dingen om ons heen.
Heb je wel eens goed gekeken naar de broek die je aan hebt?
Kijk je wel eens naar de metalen spijkertjes die de lappen stof bij elkaar houden?
Tim Wu’s The Attention Merchants vangt aan met een geschiedenis van de krantenindustrie in de jaren 1830 en eindigt met een verhaal op Facebook over een man de penis van een vriend had afgesneden en aan zijn hond had gevoerd. Hij stelt dat we zijn beland in ‘one constant, never-ending stream of non sequiturs and self-referential garbage that passes in through our eyes and out of our brains at the speed of a touchscreen’. Maar wat maakt het dat het grootste deel van de berichten die we via onze smartphones, computers en televisies ontvangen als ‘garbage’ kan worden bestempeld? Ik denk dat het zinvol is hier (in navolging van Walter Benjamin) ‘ervaringen’ van ‘belevenissen’ te onderscheiden. Een ervaring zou je kunnen omschrijven als een bepaalde door de tijd overdraagbare ambtelijke geoefendheid met een product. Dit in tegenstelling tot de niet- overdraagbare, individuele belevenis, die geleidelijk de overhand lijkt te hebben genomen.
Als we Wu’s argument over de economisering van onze aandacht en Benjamins onderscheid tussen belevenissen en ervaringen toepassen op Huxley’s mescaline-verhaal komen we tot de volgende twee conclusies. In de eerste plaats hebben bedrijven in verregaande mate controle gekregen over ‘deuren van onze perceptie’. Met andere woorden bepalen anderen wat en hoe wij tegenwoordig ervaren. In de tweede plaats is het duidelijk dat het in veel van die gevallen beter is om niet te spreken over ervaringen maar eerder over belevenissen. Hierdoor maak je een kwalitatief onderscheid tussen de meer marktgestuurde groep belevenissen en de groep ‘andere’ en economisch gezien minder interessante, maar daarom niet minder belangrijke, groep ervaringen.
Aan ons de schone taak om weerstand te bieden tegen onze instinctieve response om leegte en verveling op te laten vullen door de weinig waardevolle belevenis. Lieven de Cauter roept in deze context op tot een ‘profane verlichting’ die draait om een ‘‘verzinking’ in de aardse lichamelijkheid en een afscheid van de abstracties van de geest’. Met andere woorden legt hij de nadruk op een grondige reflectie op hoe wij ons tot de wereld verhouden en de wijze waarop ons taalgebruik deze structureert. Een dergelijke reflectie vereist meer dan een middagje goed nadenken. Juist door jezelf te dwingen in contact te komen met het schijnbaar saaie of betekenisloze wordt het mogelijk te begrijpen waarom het betreffende ding in eerste instantie buiten de ‘deur’ was gebleven. Je moet, anders gezegd, van de activiteiten die je normaliter vermijdt door deze op te vullen met belevenissen, proberen iets waardevols te maken om zo de invloed van externe partijen op jouw ervaringswereld te verkleinen. Ik zal eindigen met twee voorbeelden van dergelijke activiteiten.
Het lijkt mij eens goed aandacht te schenken aan de ogenschijnlijke betekenisloze en onbelangrijke dingen om ons heen
Illustratief in dat kader is het verhaal van de journalist Paul Miller die zich voor een periode van een jaar volledig had afgesloten van het internet. Zijn eerste ervaringen na zijn loskoppeling van het web waren een mix van gelukzaligheid, vrijheid, een versterkt gevoel van autonomie, en verveling; allemaal ervaringen die hij nooit eerder in deze mate had gehad. Ook kon Miller voor het eerst echt geconcentreerd boeken lezen en diepgaande gesprekken voeren met vrienden. In zijn eerste dagen na zijn internetloze jaar werd hij overweldigd door informatie. Alleen al duizenden e- mails stonden op hem te wachten. Ook duurde het niet lang voordat hij alweer de eerste tweets de wereld in slingerde. Ondanks zijn vernieuwde verbinding met het internet was het jaar wel leerzaam geweest: hij kon nu beter voor zichzelf opmaken wat hij wilde ervaren zonder in dat opzicht door anderen te worden gestuurd daarin.
De door onthouding opgewekte gevoelens van euforie, verveling en een versterkt gevoel van controle over de ervaringen die je opdoet kunnen ook op een ietwat minder radicale manier worden benaderd. In zeven uur durende sessies laat een professor aan de universiteit van Pennsylvania zijn studenten ervaren wat het betekent om zonder menselijk en technologisch contact een boek te lezen. Hij combineert hierin dus een vorm van digitale onthouding met een specifieke handeling. Zelf heb ik nog nooit een gehele werkdag besteed aan het lezen van een boek, in stilte, zonder ook maar een moment van afleiding in welke vorm dan ook. Hoe zal ik reageren? Wordt het een urenlange strijd tegen de verveling, of zal de verhoogde interactie met het boek en de stilte mijn geluksgevoel tot ongekende hoogten doen laten stijgen? Over een paar weken weet ik het antwoord: ik heb besloten zelf een urenlange collectieve leessessie te organiseren. Indien je wilt weten of het ook jou lukt om zaken die op het eerste gezicht saai, betekenisloos, of ontoegankelijk zijn, met een beetje moeite om te zetten zijn in een ervaring, nodig ik je van harte hiervoor uit. Iedereen is welkom, als je je telefoon maar thuis laat.