Week 1
We zitten samen in metro C richting De Terp. Wist je dat wanneer je Terp omdraait er Pret staat? Dat is mijn excuus om de hele rit te glimlachen. Jij ziet dat en vraagt, wijzend naar de paperback in mijn handen:
‘Gaat dat boek echt over natuurrampen?’
Je vraagt ook: ‘Had ik me al voorgesteld?’
Vervolgens stel je je voor en worden mijn knieën vloeibaar. Ik ben opeens een au bain marie jongen, op 80 graden. Jij mist een stukje voortand en als ik jouw naam omdraai staat er ah satan. Vind je dat niet ironisch? Ik vind van wel, maar ik vraag je nummer niet. Sukkel.
Week 1,5
Ik zie je per ongeluk en zeg: ‘Hey wat grappig dat jij hier bent. Volgende week iets drinken en een film kijken? Ja die ene!’ Jij wilt, ik wil, wij verlangen. Dit gaat gebeuren.
Ik zit die avond in een plakkerige kroeg (smeren ze de tafels hier soms in met stroop?) en vertel al mijn vrienden:
‘Ja, zij heeft mooie voortanden en weet veel over het heelal.’
Ze vragen of ik je niet te veel ophemel, want:
‘Zo mooi kunnen voortanden toch niet zijn?’
Maar ik word heus niet zomaar verliefd, beloof ik.
Misschien ben ik vergeten hoe meisjes ’s nachts ademen. Ik moet denken aan hoe ik sliep als ik de volgende dag jarig was en hoop dat je ooit blijft slapen. Ik heb geen boekenkast. Ik hoop dat je me daar niet op veroordeelt. Ik heb niet eens gebonden boeken. Naast mijn matras staat een stapeltje paperbacks, maar jij hebt vast kasten vol hardcovers. Je lijkt me iemand die alles wat mooi is al kent.
Week 2
We drinken wijn en bestellen pizza hawai. Jij kleedt je zomaar uit.
Ik zeg: ‘Ja daar kan ik iets mee’ en onze lichamen zijn warm en mijn hoofd gloeit als we zoenen en dat is pas voor het eerst en wat is eigenlijk het verdrietigste boek dat je ooit hebt gelezen? Zal ik feitjes vertellen over natuurrampen?
Week 3
We drinken wijn in het park, omdat ik zei dat afspraakjes die draaien om seks me ongelukkig maken. Jij zegt dat niks jou ongelukkig kan maken. We neuken in het park, want ik weet nog wel een plek hier hier hier loop verder, ik kom klaar in je en we praten er niet over. Ik slik jou. Jij slikt mij. We slikken elkaar.
‘Natasha, wat doe je morgen? Wat doe je de komende 40 jaar? Je hebt trouwens bladgroen op je knieën.’
Je doet me denken aan Sap de Aardwortel. We zijn nu net reuzenkinderen – in dit Land van Ooit.
Week 4
Ik zet filterkoffie en zeg zes keer goedemorgen, omdat ik zo ben. Jij knijpt in mijn hand, omdat jij zo bent. Ik weet zeker dat hij nu breekt. Is dat sperma in je navel? Zullen we de dag beginnen met wijn?
We drinken Rioja, we drinken Louis Roederer, we drinken mijn hele wijnrek. Iedere fles tussen de 4 en 400 euro. Jij plast in bed en alles is warm en zo voel ik me van binnen ook – gek hè? Ik moet overgeven uit het raam, op struiken. Je aait mijn rug. We drinken onze familieproblemen onder tafel en bellen daarna af voor werk. Wist je dat zeeotters hand-in-hand slapen om niet van elkaar weg te drijven?
Week 5
Je bent er op maandag. Je bent ongesteld.
‘Ik voel me aangetrokken tot je schouders en vingerkootjes’, zeg ik.
Ik neem je van achter. O, dit is je eerste keer? O, ik ben vulgair. O, je squirt over dit bed. O, de hele kamer is water. Wist je dat mensen voor 60 % uit water bestaan?
Wanneer weet je zeker of twee mensen voor elkaar bedoeld zijn? Krijg je daar post over? Kan ik me inschrijven voor de liefdesnieuwsbrief? Meren en rivieren noem je in het Engels bodies of water. Durf je verliefd te zijn op een jongen zonder zwemdiploma’s? Ik ben onzeker over een toekomst samen, maar ook onzeker over een toekomst alleen. ’s Nachts stik ik een beetje door je adem. Wij zijn nogal gevaarlijk samen.
Week 6
We gaan in bad. Mijn lichaam gloeit niet meer, dus ik draai de warme kraan helemaal open. Vuurwater. Jij in pijn. Ik in pijn. Onze vingers rimpelen door het vocht. O, je moet huilen? Maak ik je sip? O, je bent bang om oud te worden. Ben je niet gewoon bang om dood te gaan? Je huilt in mijn mond. Ik droog ons af.
Het wordt ochtend. Ik moet werken. Jij moet weggestuurd worden. We moeten kussen. Je wilt iets zeggen, maar ademt alleen. Wist je dat bomen verdriet kunnen voelen?
Week 7
Ik struikel in een willekeurige date. Jij bent er niet dus ik praat over PynchonBeckettLacanFreudDerridaWittgenstein-motherfucking-OHaraKunderametdekorteverhalenzovanjezuswatgoed en ik zoen haar en niet jouw lippen.
Je komt die avond langs en zegt dat je gelukkig wordt van bejaarde stelletjes, maar ik weet al dat je verdrietig wordt van rimpels. Wat doen jouw gevoelens nu in mijn maag? Mogen die alsjelieft weg? Wist je dat zeepaardjes soms per ongeluk hun kinderen inslikken?
Week 8
Ik mis onze gloed. Ik mis het wijnrek. Je komt bij me langs met metro C, weg van De Terp. Ik verwijder vooraf je nummer uit mijn telefoon, maar niet jouw tong uit mijn mond. We praten lukraak over fonteinen en die kinderserie met dat reuzenkind.
Weet jij waarom ze orkanen vernoemen naar mensen?