onbaatzuchtig egoïsme

Het Beeld is een zoeklicht gericht op opkomende kunstenaars. Beeldmakers van de toekomst krijgen een podium en vertellen over hun motieven. Deze week Het Beeld-redacteur Ylja Band in gesprek met beeldend kunstenaar en curator Caz Egelie. 

foto: Hanneke Wetzer bij MU artspace

Vorig weekend was Caz Egelie een extra valsspelende Twisterstip. In een kunstruimte in Eindhoven droeg hij soms een rood, dan weer een groen of geel, rond masker, met daarin een uitsparing voor de neus, want Egelie houdt van neuzen. De maskers refereren aan werk van John Baldessari, the guy that puts dots on people’s faces.

Baldessari is een meester in appropriation; het toe-eigenen van andermans werk door het te reproduceren. Egelie reproduceerde weer Baldessari's werk en misschien reproduceert in de toekomst iemand Egelies werk. Dat reproduceren zorgt voor verwarring en dat is precies wat hij belangrijk vindt. Door de verwarring over wie nu de ‘originele’ kunstenaar is, worden werken die hoog op een ladder staan weer met beide voeten op de grond gezet. ‘Ik wil dat we als kunstenaars meer sámen aan de kunstgeschiedenis werken’, vertelt hij. ‘Ik ben niet belangrijker dan een ander en een ander niet dan ik.’ Waarom zou een kunstenaar constant iets nieuws moeten produceren, wanneer je ontelbaar veel nieuwe verhalen kunt vertellen, door bestaand werk op een andere manier te arrangeren? ‘Ik werk vanuit de kunst, zoals een ander bijvoorbeeld vanuit de natuur werkt.’


installatie opstelling RUTETINTROOTH bij galerie Ron Mandos, foto: Annabelle Binnerts

Zijn afstudeerwerk RUTETINTROOTH was vanaf 29 juli onderdeel van Best Of Graduates in galerie Ron Mandos in Amsterdam. Als ik hem vraag hoe ik de titel uit moet spreken (roetetintroet, rude and intrude, root and in truth…) verschijnt er een ondeugende lach op zijn gezicht. ‘De titel is geïnspireerd op een werk van Michael Dean, maar zo geschreven dat het meer klanken zijn dan woorden. Ik vind het vervelend dat titels een werk vaak belangrijker maken dan het is.’ En daarom houdt hij het liever abstract. Zo kan de toeschouwer erin lezen wat hij wil. Egelie verhoudt zich kritisch tegenover de kunstgeschiedenis, waar hiërarchie vaak sterk aanwezig is en er weinig ruimte is voor spel, experiment en naïviteit. In zijn installatie plaatst hij onbekend werk naast replica’s van erkende kunstenaars als Lewitt, Calder en Oldenburg. Ik vraag me af of hij met opzet gekozen heeft voor zulke grote namen, zodat bij het publiek direct duidelijk is dat het om replica’s gaat. ‘Ik zou graag ja willen zeggen’, antwoordt hij, ‘maar mensen kennen echt niks. Dat geeft niet, het gaat over het overstijgen van kunst, niet om die specifieke werken.’

still uit A Love Letter To Peter Struycken

In het proces van creatie tot verkoop laat Egelie geen kans onbenut om zijn concept kracht bij te zetten. Zo hecht hij veel waarde aan de plattegrond van zijn afstudeerinstallatie. ‘Ik zie het als een spel om al die aspecten onderdeel te maken van het concept. De plattegrond is een manier om de context duidelijker te maken en ik kan er grapjes op kwijt. Mensen kunnen erop zien dat anderen ook dingen voor mij maken, dat ik niet alles zelf maak. Het bevragen van de kunst en kunstwereld hoort ook bij de verkoop van kunst. Dat is net zo goed onderdeel van de inhoud als de presentatie van mijn werk.’ Egelie heeft zichzelf een aantal instructies opgelegd die per werk verschillen. Zo vindt hij het bijvoorbeeld belangrijk dat Klaas Gubbels de replica van zijn werk krijgt, als hij die wil: ‘Ik wil niet dat deze gedachtegang met de verkoop van mijn werk verloren gaat.’ Dus stelt Egelie contracten op waarmee kopers akkoord moeten gaan. Ook spreekt hij zijn wens uit dat het werk niet alleen tentoon wordt gesteld, maar altijd in combinatie met ander werk van hemzelf of van andere kunstenaars. Maar meer dan een wens is dat niet: ‘Zij moeten zich vooral niet bezwaard voelen het anders te doen. Uiteindelijk gaat het om hun individuele plezier.’


plattegrond RUTETINTROOTH (klik om te vergroten)

Hij hecht dus belang aan het individuele plezier van zijn kopers, maar toch verstoort hij de rust op de academie regelmatig. ‘Als ik iets heel mooi vind roep ik heel hard en vaak nee! Tot ergernis van zijn studiegenoten.’ Egelie vindt namelijk veel dingen mooi: neuzen, roze met geel en blauwe strepen en een flinke handvol kunstenaars als Michael Dean, Michael Portnoy, Michael Borremans en Peter Struycken. Vooral mannelijke kunstenaars dus, met wie hij tijdens zijn academieperiode nauwe banden vormde. ‘Ik zou willen dat ik meer refereerde aan vrouwelijke kunstenaars’, zegt hij daarover. Die banden helpen hem in zijn proces en groeien soms zelfs uit tot fictieve relaties. Hij ziet ze als gesprekspartners en alter ego’s: ‘Het is alsof we samenwerken.’ Hij werkt niet alleen samen met kunstenaars, maar ook met objecten. Zoals het bronzen sculptuur van Karen Oude Alink aan de Maliebaan in Utrecht. ‘Wij maken samen nieuwe dingen. Door veel met zo'n object te werken voelt het nu ook als het mijne.’ Egelies versie van haar sculptuur kent twee verschillende gedaanten: glimmend hardroze en gevlokt zachtroze. ‘De glimmende beveelt de kijker: bewonder mij! De zachtroze is er gewoon en mag bewonderd worden. Ze hebben ieder een eigen vibe die ik op verschillende manieren inzet in mijn werk.’


scans uit schetsboek (klik om te vergroten)

Naast deze bijna schizofrene, eenzijdige samenwerkingen haalt Egelie het liefst inspiratie uit zijn eigen schetsboeken. Ik zeg hem dat dat nogal egoïstisch klinkt. Daar moet hij hard om lachen, maar trekt vervolgens enthousiast een zwart schetsboek uit zijn tas tevoorschijn. De bladzijden zijn van boven tot onder bedekt met kleurrijke (aan)tekeningen: ‘Ik mag van mijzelf geen gedachte niet opschrijven en ik heb de neiging de pagina’s volledig te vullen.’ Hij houdt niet van restjes. Ook niet van digitaal restmateriaal. Regelmatig gaat hij naar musea en biënnales om 3D-scans te maken van kunstobjecten voor Scan the World, een community waarin getalenteerde ontwerpers en kunstenaars (kunst)objecten voor een groot publiek beschikbaar maken. Dat wat overbleef van de duizenden foto's die hij gebruikte voor het maken van de 3D renders (stukken plafond, muur en vloer) gebruikte hij voor zijn videowerk A Gallery SituationOf je kunst mag scannen? ‘Ik vraag het nooit. Wanneer ik honderd foto's maak van een object, denken beveiligers dat ik gewoon een toerist ben.’ Volgens Egelie  zijn we te veel bezig met eigendom: ‘Al print je zo’n sculptuur op ware grootte uit, het blijft anders. Ik doe dit niet uit protest, maar uit een verlangen hun collectie breder beschikbaar te maken.’ Dat scannen levert soms aangename verrassingen op. ‘Groteske van Oskar Schlemmer is een werk dat zichzelf onbedoeld beschermt tegen digitale reproductie. Doordat het zo glimt is de scan helemaal vervormd, waardoor ik het nu beschouw als een werk op zich.’


A gallery Situation

Egelie houdt van die open source mentaliteit en maakt zijn werk met een enorm positieve insteek. Al is hij bang dat niet iedereen dat begrijpt. ‘Caz de kunstenaar maakt zich geen zorgen om copyright en vindt dat alles moet kunnen. Caz de persoon maakt zich juist heel veel zorgen over wat wel en niet mag volgens de wet.’ Hij is een controlfreak en best bang voor een rechtszaak: ‘Ik vind het niet zo belangrijk om heel duidelijk te weten van wie nu wat is en wie de eerste maker was. Maar anderen vinden het misschien wel belangrijk dat hún werk hún werk is.’

still uit A Gallery Situation

Het werk van Egelie is speels en toegankelijk, maar helaas mag niet alles aangeraakt worden. Van die tegenstrijdigheid wil hij in de toekomst af. ‘Eigenlijk ben ik vooral bang dat mensen een schuldgevoel krijgen als ze per ongeluk iets kapot maken. Ik wil mijn werk meer 'mens-proof' maken. Hetzelfde plezier als ik ervaar in mijn onderzoek wil ik overbrengen aan de toeschouwer. Beeldende kunst is vaak te saai en musea zijn te stijf. De komende tijd wil ik graag disciplines als zang, dans en theater herenigen. Het liefst in een museumsetting om daar de regels op de schop te nemen.’ Wie weet wat er over twintig jaar in de kunstboeken staat.


artnapping tijdens Uitfeest Utrecht, foto: Bart Lunenburg

Caz Egelie is genomineerd voor de Startpoint Prijs 2017. RUTETINTROOTH zal vanaf 18 oktober te zien zijn tijdens Startpoint in Praag.

Gerelateerde artikelen
Reacties
Nog geen reacties.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven