Praten met dieren: niet omdat het kan maar omdat het moet

Nieuw Zeeland voerde afgelopen maand de Animal Welfare Amendment Bill door. Deze wet erkent dat dieren in dezelfde mate als mensen gevoel hebben en eist dat eigenaren en verzorgers van dieren zich voor hun welzijn inzetten. Maar het land bekommert zich niet alleen om dieren. Vier jaar eerder erkende de staat de rivier Whanganui als rechtspersoon en werd het mogelijk voor de zogeheten guardians van de betreffende rivier zich in te zetten voor haar belangen. De wet past in een golf van bio-emancipatie, begonnen in het jaar 1972. In dat jaar schreef Christopher Stone het boek Should Trees Have Standing? – een vraag die hijzelf met 'ja' beantwoordde. Sanne Bloemink bespreekt Stone’s antwoord in haar overzicht van de discussie over dierenrechten in De Groene Amsterdammer, en stelt in dat kader dat we moeten beginnen met het luisteren naar dieren, “Niet omdat het moet, maar vooral omdat het zo leuk is”. In tegenstelling tot Bloemink, beargumenteert dit artikel dat wij wel degelijk verplicht zijn om op een andere wijze met dieren om te gaan. Zelfs de Animal Welfare Amendment Bill gaat hierin nog niet ver genoeg.

De filosoof Bruno Latour houdt zich al jaren bezig met de vraag hoe mensen zich zo hebben kunnen afzonderen van dieren en rivieren. In We Have Never Been Modern (1991) en later in Politics of Nature (2004) laat hij zien hoe de mens tevergeefs de natuur buiten de deur van het parlement probeert te houden. De moderne wetenschap poogt keer op keer dieren en dingen te objectiveren en in die zin te isoleren, maar Latour beargumenteert dat juist door deze poging mens en onderzoeksobject intiem met elkaar worden verweven. Een goed voorbeeld van deze verwevenheid is asbest. Asbest is een natuurlijk materiaal dat gebruikt werd als isolatiemateriaal in woningen. Tot het moment dat de gezondheidsrisico’s van het vrijkomen van asbest bekend werden, was de stof niet meer dan een bouwsteen, een matter of fact, onderdeel uitmakende van een woning. Vanaf het moment dat de schade die asbest teweeg kan brengen bekend werd, veranderde de stof in een matter of concern en drong zich op aan artsen, juristen en politici. Latour laat met dergelijke voorbeelden zien dat de scheidslijnen tussen mens en ding, en die tussen samenleving en natuur, niet zo strikt zijn als gewoonlijk wordt gedacht. Deze conclusie heeft niet alleen gevolgen voor de wetenschap. Ook ons ‘moderne’ politieke systeem moet rekenschap geven aan de wijze waarop de mensen en de dingen een collectief vormen. Latour stelt daarom voor na te denken over de formatie van een ‘parlement der dingen’ waarin het collectief van mensen, dieren en dingen samenkomt om te praten over onderwerpen die allen aangaan.

Het grootschalige gebruik van dieren in de bio-industrie toont aan dat vormen van belangenvertegenwoordiging hard nodig zijn

Een manier om zo’n parlement vorm te geven is door rechten te verlenen. In het verlengde van Stone stellen Will Kymlicka en Sue Donaldson in Zoopolis (2011) voor om burgerschapsrechten te verlenen aan dieren. Volgens de auteurs is het verlenen van negatieve rechten (bijvoorbeeld het recht om niet te worden gedood) echter niet voldoende. Dit benadrukt het verschil tussen het ‘subject’ mens en het ‘object’ dier in plaats van de relatie tussen beide. Het feit dat dieren niet communiceren zoals ons, is volgens de auteurs geen reden om bijvoorbeeld dieren te ontzien van een recht op inspraak. Een ombudsman of guardian kan in hun ogen in zulke gevallen de belangen van dieren vertegenwoordigen. Het grootschalige gebruik van dieren in de bio- en farmaceutische industrieën toont aan dat dergelijke vormen van belangenvertegenwoordiging hard nodig zijn. Het pleidooi voor een uitbreiding van politieke vertegenwoordiging is gerelateerd aan Latours voorstel om gezamenlijk een parlement der dingen op te richten. Beide argumenten wijzen ons op de noodzaak dieren en dingen op volstrekt andere wijze bij de politiek te betrekken. De mens moet niet langer vasthouden aan het idee dat zijn cognitie hem als enige toegang tot het parlement verschaft, maar moet zichzelf gaan zien als een deel van het collectief van dieren en dingen.

Ons rest de taak na te denken over nieuwe vormen van taal

Het parlement der dingen wordt een ruimte waar dieren en dingen van hun positieve rechten gebruik kunnen maken. De uitdaging is om methoden te vinden waarmee de dieren en dingen zich daadwerkelijk kunnen uiten op een voor ons begrijpbare manier. En dit is minder gek en vergezocht dan het in eerste instantie klinkt. Sommige dieren zoals papegaaien, dolfijnen en apen zijn bijvoorbeeld al in staat menselijk taalgebruik te begrijpen en proberen ook met ons te communiceren. Zo beschrijft Eva Meijer in een artikel  een chimpansee die zijn wens te worden bevrijd uit de dierentuin door middel van gebarentaal duidelijk maakt aan bezoekers. Meijer laat op basis van vele andere voorbeelden zien op wat voor wijze dieren hun belangen al begrijpelijk voor de mens kenbaar maken. Ons rest de taak hier bewust van te worden en na te denken over nieuwe vormen van taal waardoor een gesprek met een vis, octopus of varken een reële mogelijkheid wordt.

Terugkijkend op de Animal Welfare Amendment Bill lijken we nog ver te zijn verwijderd van een parlement der dingen. Niet alleen legt de Bill een eenzijdige nadruk op de negatieve rechten van dieren, hij verandert weinig aan de dieronterende realiteit van de bio-industrie. Wij moeten er van bewust worden dat we leven in een wereld bevolkt door talloze andere levende wezens die niet – omdat wij ze toevallig nog? niet begrijpen – zonder toestemming kunnen worden ingezet enkel ter bevordering van menselijk welzijn. Een dergelijk bewustwordingsproces dwingt ons meer te doen dan te stoppen met praten en het bieden van een luisterend oor, zoals Bloemink voorstelt. Het vereist een proces van praten, luisteren maar vooral ook de durf ons wereldbeeld te veranderen. Politieke inspraak van dieren: niet omdat dat leuk is, maar omdat we dat aan onszelf en aan de dingen om ons heen verplicht zijn.

Gerelateerde artikelen
Reacties
Nog geen reacties.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven