Afgelopen oktober vaardigde de managementmaffia haar edict uit – er moeten miljoenen bezuinigd worden op de humaniora – en de geesteswetenschappers van de Universiteit van Amsterdam gingen in de contramine. Verenigd in de Humanities Rally verweren zij zich terecht tegen de van bovenaf geregisseerde kaalslag. Maar hopelijk verliest men zich niet in de enggeestige gedachte dat louter managers de universiteit naar de gallemiezen helpen, of de daaraan gekoppelde misvatting dat vooral geldstromen de kwaliteit van het onderwijs bepalen. Dan zouden de verantwoordelijkheden van onderwijzers en onderwezenen zelf verdoezeld worden. Wij zijn het die de teloorgang dag in dag uit en faciliteren en bevestigen.
In protest dwarsboomt de Humanities Rally de Docent van het Jaar-verkiezing: “Kwalitatief onderwijs hangt niet af van één Docent van het Jaar, maar van een faculteit waar in geïnvesteerd wordt!”, aldus de Facebookpagina van de protesterende studenten. Na een jaar of drie universitair onderwijs meen ik dat veel colleges niet te genieten zijn en dat docenten en studenten evengoed verzaken te investeren in de faculteit. Het schaarse kwalitatieve onderwijs is afhankelijk van een handjevol geestdriftige docenten dat erin slaagt een werkgroep – te vaak synoniem voor een geestdodend tuttige toestand – met enthousiaste studenten om te toveren tot een bruisend rendez-vous vol intellectueel vernuft. Het saboteren van deze verkiezing, die de loftrompet steekt over de excellerende docent, is zoiets als in je bachelorscriptie betogen dat Socrates er een neomarxistische interpretatie van Kant’s Kritik der Reinen Vernunft op nahield.
De protesterende studenten zijn kritisch op het veilige meta-niveau, maar zo mak als een lammetje in de verdorrende faculteitsweide
In de drie jaar dat ik filosofie heb gestudeerd, heb ik betrekkelijk weinig studenten kritisch gedrag zien vertonen. Kritisch denken is het unique selling point van de geesteswetenschapper: doorgaans een aangeleerd trucje, dat bij tijd en wijle op commando binnen de universiteitsmuren vertoond mag worden. Het betreft eerder een geformaliseerde academische activiteit dan een kloeke en kritische houding. Zo wordt het eigen doen en laten amper ter discussie gesteld. Soms blaaskaak ik dat het enige universiteitsgebouw waarin ik wat wezenlijks leerde het Universitair Sportcentrum Universum is. Dat is zonder meer een stupide statement. Toch is het wel een beetje waar.
Studenten geven meestal geen kik als tekortkomingen zich manifesteren in de dagelijkse onderwijspraktijk. Hun kritische uitspraken over de onderwijskwaliteit en managers staan haaks op de alledaagse inschikkelijkheid. De universiteit wordt een leerfabriek, menen kritische studenten en docenten. De universiteit wordt een toneelschool, denk ik als mijn onvoorbereide presentatie weer eens uit prietpraat bestaat – zelf kan ik er tenminste geen touw aan vastknopen – terwijl ik mijn toehoorders goedkeurend zie knikken. Hoe het ook zij, tussen de algemene kritische beschouwing en de werkelijke gang van zaken op de universiteit ligt een vruchtbaar maar onontgonnen niemandsland.
De protesterende studenten zijn kritisch op het veilige meta-niveau, maar zo mak als een lammetje in de verdorrende faculteitsweide. Het indruisen tegen de reële verloederingen van het onderwijs vergt flinkheid; een werkgroepdocent ter verantwoording roepen of als docent een academische activiteit betwisten is niet per se leuk of gezellig. De kritische truc op het eigen reilen en zeilen toepassen is confronterend.
GangStarr’s Guru had gelijk.
Managers zijn gerieflijke boosdoeners vanwege hun abstracte aard, als student heb je tenminste nooit direct met ze van doen. Ontkennen dat bestuurders veel blaam treft doe ik geenszins. Alleen zag ik zelden een manager een onbezielde werkgroep geven of bestuurders als zoutzakken in de collegebanken hangen.
Ik draag Humanities Rally een bloedheet hart toe en ik protesteer graag tegen de saneringswaanzin. Ik hoop alleen dat de vierduizend aanhangers van de Rally, die zich kennelijk erg om de onderwijskwaliteit bekommeren, eveneens bereid zijn de hand in eigen boezem te steken en niet alle zwartepieten naar de bestuurders blijven toespelen. Hoewel het vast zo is dat het management de geldelijke tekorten liet ontstaan, moeten we beseffen dat wij net zo vaak tekort schieten. Geld en management zijn geen onderwijs. Dat zijn wij, samen met elkaar.
“They say it’s lonely at the top in whatever you do
you always gotta watch motherfuckers around you
nobody’s invincible, no plan is foolproof
we all must meet our moment of truth.”
GangStarr’s Guru had gelijk.
Interessant artikel, ik heb bijvoorbeeld vaak genoeg studenten de krant lezend en met muziek in de oren in de collegebanken zien zitten. Een uiterste, net als de protesterende, super actieve studenten. Tussen hen in zit een grijs gebied van de mensen die wel geïnteresseerd zijn en wél opletten en meedoen in de werkgroep, maar misschien niet zo proactief zijn als zij die actie voeren. Het blijft een complex vraagstuk wie er verantwoordelijk zijn voor goed onderwijs. Als iedereen - studenten, docenten en bestuurders - elkaar scherp houdt, komt dat zeker de kwaliteit van het onderwijs ten goede. Maar gezien de verschillende belangen zie ik dit als utopie, want als het erop aankomt denk ik dat het gros voor de gemakkelijke weg zal gaan. Je ergens hard voor maken kost immers meer energie dan dingen zijn beloop laten gaan. Energie die je ook ergens anders in kunt steken. Zoals bier drinken bijvoorbeeld.
De studenten van de Humanities Rally zijn misschien niet perfect, maar ik denk niet dat ze een pretentie hebben die daar ook maar iets van weg heeft. Door allerlei aannames te doen over je medestudenten laat je doorschemeren dat je, net als in je colleges, niet écht een idee hebt waar je het over hebt.
"Slacker bound imitated tabloid headline with a pulse
Shimmy cross the centerfold, enter dead time engulfed
Divvy crumbs for the better souls with seven deadly stains
Adhere the blame to crystal conscience
The result's a low life counting on one hand what he's accomplished"
- Aesop Rock, Daylight
Gewoon de uitstroomcriteria omhoog krikken. Of kan iemand me uitleggen waarom dat te makkelijk is?
Ain't no tuition for having no ambition
And ain't no loan for sittin' your ass at home
- Kanye West, We Don't Care
Allemaal leuk en aardig, maar ik kan mij Wiard van der Kooij nog herinneren als mislukte geschiedenisstudent die bij zijn eerste college vrij laat binnenkwam en in de houten rotbanken van de doopsgezinde kerk bij aanvang van de les zijn krant openvouwde en eruit begon te lezen. Terwijl hij dacht dat niemand hem zag wreef hij een aantal keer - verborgen door zijn krant - tegen zijn kruis, om vervolgens zijn vingers naar zijn neus te brengen, eens goed te ruiken en stiekem in diezelfde neus te peuteren. Lezers, dit is het soort student waar jullie hier mee te maken hebben. Nu kennen jullie de echte Wiard van der Kooij.
Het enige scheve aan dit werkelijk verrukkullukku stuk, is dat die laksheid en desinteresse (naar mijn idee) op de FgW juist zeldzaam zijn. Ook vrienden van me, bèta's, waren ondersteboven van de aandacht en toewijding van zowel docent als student na het volgen van filosofieonderwijs.
Dat juist daar zo roekeloos bezuinigd wordt is pijnlijk; het feit dat filosofen óók slackers zijn verandert daar volgens mij niets aan.
Ach, dit is weliswaar leuk geschreven, maar ik heb zelden iemand op zo'n nonchalante en recalcitrante wijze zien deelnemen aan een filosofie-werkgroep als Wiard van der Kooij (ook al ziet hij dit zelf waarschijnlijk als iets buitengewoon stoers). Deze kleuter omschrijft zichzelf in zijn biografietje als een 'matig academicus', wat onzin is, aangezien hij helemaal geen academicus is. Geen discipline, geen interesse in de stof, laat staan het diploma dat nodig is om de titel 'academicus' te mogen dragen. Wat hij wèl heeft is een grote mond, die hij (wat mij betreft) in zijn eigen r**t mag steken.
Het leven is één groot spelletje. Haters gonna hate. Én: peepz nemen zichzelf te serieus. Zelfspotting to the max yo. If you don't understand, foktopppppp.