In het Discours de la méthode (1637) schreef René Descartes dat de wereld kan worden opgedeeld in twee soorten mensen. Aan de ene kant zijn er diegenen die niet voldoende geduld hebben om ordelijk te denken en te snel oordelen. Aan de andere kant staan diegenen die voldoende zelfkennis of bescheidenheid hebben om in te zien dat zij minder goed in staat zijn waar en onwaar van elkaar te onderscheiden. Als vanzelfsprekend vertrouwen we er op dat de rechter tot de laatst genoemde soort behoort. Desondanks wordt bij het openslaan van een willekeurige krant het tegendeel duidelijk. Rechterlijke dwalingen en misstappen lijken meer regel dan uitzondering en de vraag dringt zich op: kunnen we nog langer vertrouwen op de rechter?
Rechters maken voortdurend beslissingen, grote en kleine, moeilijke en makkelijke. Voor alle rechterlijke uitspraken geldt: ze blijven niet zonder gevolg. Maar hoe weet de rechter dat hij de goede beslissing heeft gemaakt? Wat is een rechtvaardige uitspraak?
Van de rechter wordt verwacht, nee zelfs geëist, dat zijn oordeel wordt gemotiveerd door wettig en overtuigend bewijs. Voor wat de wettige kant betreft, heeft de rechter als jurist een aangeboren overgevoeligheid. Het recht kan worden begrepen als een taal, de Nederlandse, en de rechter als volleerd Neerlandicus. Over de beheersing van zijn vakgebied, de taal van het recht, hoeven we ons geen zorgen te maken – daarin is hij meester. Maar hoe zit het met de rechterlijke gevoeligheid voor waarheid?
Dat het moeilijk is tot ware kennis te komen staat buiten kijf. Om absolute zekerheid te bereiken zocht René Descartes zelfs de toevlucht in haar tegendeel: radicale twijfel. Twijfel is geen zwaktebod en onzekerheid moet niet kostte wat het kost vermeden worden, want zij dwingen tot verder en serieuzer onderzoek. Wellicht kunnen we dan zelfs komen tot principes van waaruit de zo verlangde zekerheid gevonden wordt. Duidelijk is dat zoekend naar zekere kennis we nooit de gemakkelijke of pijnloze weg kunnen en mogen nemen; waarheid is nooit een vanzelfsprekendheid. Het is deze gedachte die inspireerde tot de Verlichting waarin Descartes’ kennisideaal tot een voorlopig hoogtepunt werd gebracht in de beroemde woorden van Immanuel Kant: sapere aude! (durf uw verstand te gebruiken!).
Twijfelt de rechter bij het vormen van zijn oordeel? Is hij bereid zich los te maken van de aangename geborgenheid van de juridische taal om recht in de ogen van de onzekerheid te staren? Het antwoord is eenduidig: nee. Helaas zijn uitspraken als ‘dat kan geen toeval zijn’ of ‘de feiten hebben gesproken’ te zeer typerend voor de houding van de rechter. Zeker niet altijd uit onwil, misschien soms zelfs uit onmacht, maar te vaak nog laat de rechter zich uit onwetendheid verleiden tot op vooroordelen en misvattingen gebaseerde uitspraken. De rechter is verstrikt geraakt in het talige web dat hij zelf gesponnen heeft.
Waar zekerheid het fundament van het recht vormt, is onzekerheid het kloppende hart van de wetenschap. Door verklaring en beschrijving probeert de wetenschapper greep te krijgen op de natuur, de wereld om ons heen. Net als de rechter doet ook de wetenschapper dit in een eigen taal. Toch zal geen wetenschapper spreken over absolute zekerheid. Geen eenvoudige boodschap – een boodschap die aan de rechter, voor wie zekerheid zo gewoon is, te vaak voorbij gaat.
Zolang de rechter niet in staat is om de barrière van de beslotenheid van de juridisch taal te doorbreken, zal zijn gezag af blijven nemen. Daarin deelt hij het lot van René Descartes. De beroemde wijsgeer is, paradoxaal genoeg, de geschiedenis ingegaan zowel als de filosoof van de radicale twijfel maar ook van de rotsvaste overtuiging van het eigen gelijk. Voor Descartes is het te laat om nog te veranderen, voor de rechter is er nog tijd, maar hij moet voortmaken. Slechts wanneer hij niet uitsluitend de mond van de wet is, maar ook het luisterend oor voor wetenschap en maatschappij komt de rechter het gezag toe dat hem toebehoort. Een cursus wetenschapsfilosofie of logica zou een begin kunnen zijn. Rechters: gaat terug naar de schoolbanken!
Inderdaad, terug naar de schoolbanken! Zie ook, ter aanvulling en illustratie, dit artikel van Derksen over 7 argumentatiefouten begaan door rechters:
http://www.skepsis.nl/7-argumentatiefouten.html
Keuzes maak je, beslissingen neem je.
Twijfel is de bron der kennis, Merlin. Ik ben het voor een groot gedeelte met je eens. Niettemin is de rechtszaal geen denkplaats of studeerkamer of iets dergelijks. Rechters hakken concrete knopen door. Vaak op een manier die tegemoet komt aan de rechtszekerheid. En vergeet niet, ook zij staan onder tijdsdruk.