Roze tanden

Discipline is overal. Je staat ermee op, poetst er je tanden door en je droomt ervan. Om nog maar te zwijgen over de wieg en het graf. De binnenkamers zijn een verinnerlijkt buiten, wat al blijkt uit de keuze voor een specifiek merk tandpasta. Immers, de aankoop van Prodent extra wit komt voort uit verlangens die onmiddellijk gekoppeld zijn aan de man, de macht en zijn markt. Verraadt de keuze voor Parodontax dan een rebels karakter, specifiek wanneer seksualisering en schoonheidsnormen elkaar bestendigen? Met andere woorden, ben ik rebels of subversief, wanneer ik weiger mee te gaan met de wittetandenmode?

Foucault, de grootmeester van de discipline, zou waarschijnlijk zeggen van niet. Of de keuze voor dat ziltige goedje voortkomt uit de macht der gewoonte of uit het nostalgische ideaal van puur natuur, het verlangen ernaar komt niet van jou of van mij, maar haakt op ons in. Dit betekent dat verlangen nooit meer of minder ideologisch is, maar een loopje neemt met de reactieve logica van de ideologie. In de neoliberale samenleving is keuzevrijheid een illusie, of het nu gaat om tandpasta of het wel of niet dragen van make-up.

De betekenis van witte tanden is niet voor iedereen gelijk, maar kruist met gender, etniciteit en seksualiteit

Hoewel vele feministen destijds Foucaults kritiek omarmden, is het vraagstuk over (in)authentieke zelf- en genderverwezenlijking het feministische en queerdebat recentelijk toch weer binnen geslopen. Op de sociale media en in praatprogramma’s resulteert dit in een aanwas van kritiek, oordeel en niet in de laatste plaats verdere normalisering en normzetting. Deze herleving van kritiek is verontrustend. Kritiek splijt meer dan het plakt, meer dan er al gespleten is. Foucaults analyse van macht, het vertoog en discipline legt het gevaar van de kritiek voor het feminisme bloot.

De realisatie dat keuzes nooit meer of minder ideologisch zijn, maar geproduceerd en doorspekt van macht, is de grote verworvenheid van Foucault in zijn De wil tot weten (1976). Allereerst stelt hij in dit boek dat macht, of beter gezegd ‘macht-weten’ niet een eenheid is die zich beperkt tot de staat, maar een immanente veelheid. Macht-weten is overal: in de heersende mening, de moraal, het privéleven, de mode, de sport, het gezin en zelfs in de bevrijdingsbewegingen die haar proberen aan te vechten. De vertogen die in deze domeinen circuleren en de macht die van deze vertogen uitgaat zijn niet zozeer onderdrukkend of negatief, maar productief. Macht-weten produceert en versterkt de productiviteit van de subjecten die eraan worden onderworpen op zo’n manier dat de discipline verwordt tot zelfdiscipline.

Waar Foucault alleen niet zoveel oog voor had, is dat de betekenis van witte tanden niet voor eenieder gelijk is, maar kruist met onder meer gender, etniciteit en seksualiteit. Hij overzag dus de macht die uitgaat van vertogen over vrouwen en etnische minderheden. Ook deze vertogen zijn nimmer neutraal, maar juist constitutief en normerend. Je wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt, aldus theoreticus Judith Butler. Dat begint al wanneer een kind bij de geboorte, de ene of andere gendercategorie wordt aangemeten. Net zoals Foucault beargumenteert dat het normale en het abnormale elkaar construeren, stelt Butler dat sekse een ontologische waarheid verkrijgt als het effect van het vertoog. Er is geen natuurlijk lichaam dat vooraf gaat aan culturele inschrijvingen, precies omdat de betekenis van materialiteit gedefinieerd wordt in praktijken.

Dat mannelijkheid of vrouwelijkheid sociaal geconstrueerd is, biedt tegelijkertijd hoop op een uitweg, misschien zelfs wel op bevrijding van de norm. Gemaakte sociale categorieën zouden we met andere woorden ook weer kunnen ontmaken, of op zijn minst weerstaan: Is deze identiteit of activiteit onderdrukkend of bevrijdend? Vandaag lijkt deze vraag automatisch ook te impliceren, ‘waarom doe jij het niet zo!’ of ‘weet jij eigenlijk wel hoe zwaar je onder de plak van het patriarchaat zit?’

Onomwonden noemt de wetenschapsfilosoof Isabelle Stengers deze terugkeer van de moraal ‘de vloek van de tolerantie’: zij geloven, maar wij weten! Zelf geeft ze als voorbeeld de praktijken van ecofeminist Vandana Shiva en moderne heks en eco-activist Starhawk, die vaak worden afgedaan als essentialistisch omdat ze een herwaardering van vrouwelijke principes en krachten in de natuur voorstellen. Veel relevanter vindt zij of we hun daadkracht kunnen losweken van de ogenschijnlijke essentialistische vooronderstellingen. Wat de kritiek op het ecofeminisme van Shiva en Starhawk dus volgens Stengers op het spel zet, is de mogelijkheid van engagement met hun strijd, welteverstaan de strijd voor het bestaan op aarde, niet-menselijke levens inclusief.

Met Stengers gesproken, hoeveel zin heeft de zoektocht naar authentieke genderbevrijding, wanneer deze niet meer vatbaar is voor het verhaal van de ander, of de mogelijkheid openhoudt van een gedeelde strijd? Hoeveel kritiek kan de hoop op een meer inclusieve en rechtvaardig samenleven verdragen?

Magie ensceneert de vraag naar zorgethiek

Hoop, vertelt Stengers, kan anderzijds ook omslaan in zorg, of stringenter gesproken: zij pleit ervoor het principe van kritiek te transformeren naar een principe van zorg. Zorg is hier niet nostalgisch, noch noodzakelijk lonend of troostend en luistert niet naar de moraal. Zorg veronderstelt een ontologische en affectieve relatie en is in die zin gelijktijdig aan leven. Zonder zorg geen leven. Maar hoewel zorg geen morele wet is die zich aan levende wezens opdringt, is ze wel bindend, in de zin dat een leefbaar bestaan gekoesterd moet worden. Stengers’ inzet van de vitale noodzakelijkheid van zorg is dan een pleidooi voor duurzame en florerende relaties, maar die moeten wel gevoed worden. Ook hier stelt ze de moderne hekserij van Starhawk als voorbeeld. Uiteraard is het aanlokkelijk het geloof van de heksen af te schuiven als naïef, de sprong die het maakt blijkt echter cruciaal. Stengers leest de heksenrituelen als ethisch-politieke experimenten die, door middel van het aanroepen van de Godin, onder haar beoefenaars een motief tegenwoordig stelt zonder representant, of woordvoerder die spreekt uit haar naam. Geactiveerd wordt dan de macht van een onpersoonlijk en collectief denken.

Magie katalyseert een collectiviteit die niet herleidbaar is tot de som van autonome individuen, van elkaar en hun omgeving afgesloten, maar aanzet tot een gemeenschappelijk denken, zorgen en creëren. Zo bezien ensceneert magie de vraag naar zorgethiek. Of haar beoefenaars authentiek of inauthentiek, eigenlijk of oneigenlijk zijn, gedisciplineerd of vrij, is niet richtinggevend. Wat telt is of het werkt, dat het werkt en hoe het werkt. Nu en hier en hopelijk ook met het oog op sociale inclusie. Wellicht dus dat het feminisme gebaat is bij een ‘heksworden’. Ik lak alvast mijn tanden zwart, of misschien toch roze.

Gerelateerde artikelen
Reacties
1 Reactie
  • Allereerst: ik dacht dat deFusie bedoelt was voor jonge auteurs die graag een bijdrage wilden leveren aan het publieke debat. Dit stuk lijkt me vooral een polemisch essay voor uw collega's in de gender studies. Maar goed.

    Wat mij opvalt in uw eerste alinea al is het citaat ''de man, de macht en zijn markt'' als u schrijft over het tandpastamerk. Dit citaat is wat mij betreft een voorbeeld van de wereldvreemde ideologie die veel fans van Butler en Foucault vaak schijnen te delen (een ander voorbeeld is waar u Butler aanhaalt en haar argument dat er niet iets is zoals aangeboren geslacht. Dat is namelijk ook niet het terrein van de sociale- of geesteswetenschapper, maar van de bioloog). (Een ideologie is 'a belief or set of beliefs that is maintained in opposition to evidence).

    De markt, als hij naar behoren werkt (lees: als er genoeg aanbieders zijn van het product in kwestie) is juist een anarchistisch mechanisme waarin geen enkele aanbieder de macht heeft de prijs te veranderen door de ''moordende'' concurrentie. Hoe is de markt dan van ''de man''? Tenzij u een soort metafysische conceptie heeft van ''Man'' (met hoofdletter dan natuurlijk) waarin dat per definitie met macht is verbonden, zie ik niet hoe u deze conclusie kunt trekken. (Verder zie ik in een metafysische definitie ook niet het nut; we spreken immers over de empirische sociale wereld en haar structuren.) Of is dat de man de macht heeft a-priori waar in uw werk?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven