Zeventien jaar geleden is het alweer dat Wim Kok in 1995 begon met het verbreken van de banden met de socialistische traditie bij zijn imiddels roemruchte Den Uyl-lezing, waarin hij de PvdA opriep zijn 'ideologische veren' af te schudden. Het was midden jaren '90, de periode na de val van de Sovjetunie en voor de aanslagen van 9/11. Het decennium waarin Francis Fukuyama het 'einde van de geschiedenis' proclameerde en eveneens Wim Kok decideerde dat Nederland 'af' was. Grote ideologieën als communisme en fascisme leken geen toekomst meer te hebben en ook de sociaal-democraten leken geen behoefte meer te hebben hun rode symbolen te koesteren. Vanuit het Verenigd Koninkrijk klonk het geluid dat de Derde Weg, een synthese van socialisme en kapitalisme, de toekomst had. Voor sociaal-democraten, die midden jaren '90 in West-Europa in veel landen in de regering zaten, was dit een pragmatische en welkome boodschap om een soort middenkoers te varen met coalitiepartners naar keuze. Zo ook voor de PvdA, die in Nederland samen met de VVD en D'66 de paarse coalities Kok-1 en Kok-2 vormde. De verwatering van de ideologie van de PvdA heeft echter inmiddels zijn tol geëist. Het is daarom nodig dat de PvdA zijn verblijf in de oppositie goed gebruikt om een duidelijke koers uit te stippelen.
Inmiddels wordt er door vriend en vijand gesproken over een onduidelijke koers van de PvdA. De SP werd onder Jan Marijnissen groot met de boodschap dat de PvdA zijn ziel verkocht had aan het neoliberalisme. De recente peilingen lijken te wijzen op de zoveelste electorale afstraffing voor de oudste sociaal-democratische partij. De PvdA lijkt haar traditionele achterban, Jan met de Pet ('geüpgrade' naar Henk en Ingrid), verloren te hebben aan SP en PVV. De oplossing voor de PvdA lijkt simpel, als men het electorale succes van de SP in ogenschouw neemt: Terug naar een eenvoudig socialistisch wereldbeeld, Terug naar het verhaal dat de liberalen/kapitalisten de ongelijkheid in de wereld willen vergroten en dus FOUT zijn, terwijl de socialisten de ongelijkheid willen verkleinen en dus GOED zijn. Een sterk politiek 'frame' tot op de dag van vandaag, dat veel mensen politiek weet te engageren.
De PvdA lijkt haar traditionele achterban, Jan met de Pet ('geüpgrade' naar Henk en Ingrid), verloren te hebben aan SP en PVV.
Toch heeft het zo zijn nadeel, zoals elke sterk vereenvoudigde weergave van werkelijkheid met een GOED/FOUT onderscheid. De PvdA is té verwikkeld met het landsbestuur om zich in zo'n simplistische en beschuldigende visie te wentelen. De PvdA heeft niet voor niets zijn visie in verloop van de decennia moeten aanpassen aan de werkelijkheid. De prikkels voor een succesvolle economie komen niet alleen van de arbeider, maar ook van het genie van de ondernemer. Het beteugelen van de vrije markt, betekent ook het beteugelen van de vrijheid van persoonlijke ontwikkeling, zowel door directe beperkingen (regels) als door het onthouden van incentives (betutteling). De PvdA als bestuurderspartij begrijpt dit, maar weet dit verhaal niet te verkopen aan delen van de klassieke achterban. De PvdA is doorgeschoten in haar empathie voor het bedrijfsleven en heeft daardoor een deel van haar achterban van zich vervreemd. De socialistisch georiënteerde achterban is vatbaar voor de boodschap dat de economische crisis enkel en alleen de schuld is van de top van het bedrijfsleven, een geluid dat bij electoraal concurrent SP en de Occupy-beweging duidelijk te horen is. Een gevaarlijk waanidee echter. En de PvdA doet in mijn ogen nauwelijks moeite om dit beeld aan tevallen en haar genuanceerde koers te verdedigen.
In hoeverre het 'graaigedrag' in het bedrijfsleven daadwerkelijk bijgedragen heeft aan het ontstaan van de crisis (de zogenaamde schuldvraag), interesseert mij als sociaal-democraat eerlijk gezegd maar met mate. De vraag voor sociaal-democraten zou moeten zijn, allereerst: wat hebben wij bijgedragen aan de crisis? In hoeverre zijn wij in de rol van consument mede verantwoordelijk voor de crisis? Wat had beter gekund en wat zijn eventueel betere alternatieven? Louter en alleen de schuld afwentelen op 'het systeem' en 'het kapitalisme' impliceert namelijk het ontkennen van elke verantwoordelijkheid van de samenleving als geheel en een zelfopgelegde onmondigheid van de arbeidersklasse die inherent betuttelend bolsjewisme uitlokt. Het is jammer dat er op dit moment geen enkele sociaal-democraat dit punt duidelijk voor het voetlicht wet te brengen en de arbeidersklasse op sleeptouw weet te nemen naar een rechtvaardige maar ook reële oplossing van de economische crisis. Het contrast tussen de potentie van de sociaal-democratie en de politieke prestaties is in dit opzicht schrijnend. Het is mijns inziens vooral te wijten aan de angst voor electorale verschuivingen (vooral richting de populistische partijen), die de gevestigde politiek (waaronder de PvdA) op dit moment in zijn greep heeft. Dat moet anders kunnen.
Hoewel Asscher in de goede richting zit, blijft hij in diplomatieke taal echter in de spagaat tussen progressief en behoudend.
Hoe zou een sociaal-democratische visie anno 2012 eruit kunnen zien? Nu de PvdA niet in de regering vertegewoordigd is en er onheilspellende peilingen zijn kan en moet de PvdA de diepte in om te refelecteren op haar koers. Regelmatig duiken er sociaal-democraten op in de media om hun licht hierover te laten schijnen. Zo ook Lodewijk Asscher, als voorzitter van de Wiardi Beckmanstichting (het wetenschappelijk bureau van de PvdA) zeker niet de minste. Opvallend bij zijn optreden van 27 november j.l. in Buitenhof is dat hij tussen neus en lippen door de term 'socialistisch' ook weer bezigde, zoals dat bij de PvdA wel vaker 'tussen neus en lippen door' gebeurd, al dan niet als synoniem van 'sociaal-democratisch'. De term 'socialistisch' is dus weer terug na de oproep van Kok op de banden net 'het socialisme' te doorbreken. Gaat het hierbij alleen om de bühne, het 'pleasen' van de toevallig kijkende zwevende kiezer die twijfelt tussen PvdA en SP? Of zit er een diepgaander ideologisch idee achter? In ieder geval lijkt de PvdA op die manier de rode partijkleur weer wat op te poetsen. Naar mijn mening hoeft het ook helemaal geen verkeerd idee te zijn om terug te gaan naar de 'socialistische roots', mits dit gebeurd via de hermeneutische methode, dat wil zeggen: met oog voor de historische en maatschappelijk context. Als Asscher zegt: "deze tijd lijkt op de beginperiode van het socialisme", hoop ik niet dat hij blind is voor de verschillen. Wel zit hij wat mij betreft in de goede richting om de socialistische ideologie van de PvdA te herijken. Via hermeneutisch onderzoek naar de beginperiode van het socialisme (1850-1914) kan men natuurlijk terughalen waar het bij het socialisme werkelijk om draait.
Asscher heeft waarschijnlijk deze periode goed bestudeerd en komt met 'bestaanszekerheid, verheffing en recht op (respect voor) werk' als klassieke sociaal-democratische thema's. Hij neemt in hetzelfde interview terecht afstand van 'de reflex van behoudzucht binnen de partij'. Te vaak tegenwoordig, denk ik, wordt socialisme gelijk gesteld aan het behoud van verworvenheden. Hoewel dit vaak begrijpelijk is, gaat het soms lijnrecht in tegen de ideeën waar het socialisme ooit mee begonnen is. Wat te denken van mensen die onder hun potentiële niveau werken, of zelfs helemaal niet werken omdat de staat te makkelijk in hun onderhoud voorziet? Gaat dit niet juist tegen het socialistische ideaal van verheffing in? Hoewel Asscher in de goede richting zit, blijft hij in diplomatieke taal echter in de spagaat tussen progressief en behoudend. Hoe moeten we beginselen als 'bestaanszekerheid' en 'recht op werk' namelijk interpreteren? Het zijn inderdaad rode draden in de sociaal-democratische geschiedenis, met goede reden, maar zonder verdere ideologische inkadering kunnen ze evengoed als centrale argumentatielijn voor 'behoudzucht' aangewend worden.
Overigens is 'behoudzucht' niet verkeerder dan zijn soortgelijke tegenhanger 'veranderzucht.' Alles valt en staat met de verdere motivering en uitwerking en daarvoor gaat een uitzending van Buitenhof niet ver genoeg. Geen ramp, blijkt uit de woorden van Asscher. De praktijk moet het laten zien: "show, don't tell". Dat klinkt leuk en daadkrachtig, maar het vermijdt precies het zere punt voor de PvdA. Handelingen krijgen betekenis door hun motivering en juist het achterliggende verhaal van de PvdA moet duidelijker worden. Zonder ideologische inkadering kan beleid dat (mede) door de PvdA tot stand komt verkeerd geïnterepreterd worden of naar alle kanten uitwaaieren. In feite is dit wat er de afgelopen jaren al teveel gebeurd is en waardoor de partij voor bevolkingsgroepen onherkenbaar geworden is. De reflectie die de PvdA op dit moment in de oppositie tentoonspreidt gaat nog niet ver genoeg. De partij moet zijn ideologie dieper uitgraven en de confrontatie aangaan met zijn achterban. Niet blijven hangen in gevestigde belangen en praktijken maar niet bang zijn voor om opnieuw te bepalen: Wat betekent sociaal-democratie anno 2012? Betutteling of verheffing? Sociale voorzieningen of arbeidstrots? Maar de PvdA moet ook weer leren luisteren naar de achterban: wat is het effect van de maatregels en veranderingen? Heeft het zin mensen op het einde van hun loopbaan in de stress te jagen? Waar ligt de grens tussen zieligdoenerij en echte sociale problemen? Hoe kunnen we achtergestelde groepen emanciperen als ontwikkeling iets is wat per individu plaatsvindt?
Waar ligt de grens tussen zieligdoenerij en echte sociale problemen?
Meer dan andere ideologieën ontleent de sociaal-democratie zijn kracht aan kennis van de praktijk. Het is echter ook een uitdaging die je als partij moet herkennen en waar je in moet investeren. De teleurstellende vooruitzichten in de peilingen ten spijt, heeft de PvdA als sociaal-democratische volkspartij een unieke missie in de Nederlandse politiek: 'het kapitalisme' ten goede laten komen aan de 'arbeidersklasse'. Groenlinks en D66 (en de VVD, die zich soms ook opwerpt voor de belangen van de werknemer via werkgelegenheid) hebben te weinig oriëntatie op de 'arbeidersklasse', hoewel ze vanuit het sociaal-liberale perspectief met dezelfde dilemma's worstelen. De SP ziet alleen de nadelen van 'het kapitalisme' en bedrijft een soort politiek hooliganisme ten faveure van onvoorwaardelijke sociale steun/betutteling. CDA, PVV en de kleine christelijke partijen hebben wel een soortgelijke missie, maar profileren zich niet hier op, maar op immateriële thema's.
De PvdA mag het zich aanrekenen dat zij haar eigen verhaal niet voldoende voor het voetlicht weet te brengen. Moet een verhaal ongenuanceerd zijn om succesvol te zijn? Ik geloof van niet. Bovenal zijn mensen op zoek naar waarheid. Valse waarheden en zekerheden worden na verloop van tijd achterhaald door de praktijk. Ook de Grieken, die in de wereld van hun eigen sociaal stelsel leefden, zijn afgelopen jaar op hardhandige wijze met de realiteit geconfronteerd. Daarom moet de PvdA het kapitalisme en haar eigen genuanceerde denkkracht niet verketteren, maar inderdaad zoals Asscher zegt, laten zien hoe de denkkracht van intellectuelen kan bijdragen aan de publieke zaak. "Show don't tell" geldt niet alleen voor de beleidspraktijk op gemeentelijk niveau, maar ook voor de analyse in de landelijke politiek: mensen overtuigen met en goed verhaal dus. De PvdA heeft waarschijnlijk nog even de tijd om zijn verhaal op orde te krijgen, maar zal er toch echt werk van moeten maken om te komen met een heldere eigen analyse. De huidige economische crisis schreeuwt om een sociaal-democratische visie, en het zou zonde zijn als de sociaal-democraten dit momentum zouden laten ontglippen. De PvdA moet op reflectief niveau losbreken van de marges van de politiek en het grote publiek weer zien te beroeren met een sociaal-democratische visie die veranderingsgezind, maar ook realistisch is. De nadruk moet daarbij liggen op de bewustwording. Bewustwording van onrecht, maar ook bewustwording van noodzakelijke hervormingen. Sociaal-democratische politiek moet inhouden de economische taart zowel groter te maken als eerlijker te verdelen, met de overtuiging dat de balans hiertussen uiteindelijk wederzijds versterkend is. Laat de sociaal-democraten die deze boodschap goed kunnen uitdragen a.u.b. opstaan.