Louis Icart, CC0 Public Domain license

Taal van de tijd

Hoe zou de instagramaccount van de 19e-eeuwse schrijver Gustave Flaubert eruit hebben gezien, als hij in onze tijd had geleefd? Of zou hij er niet eens een hebben? Onze wereld is doordrongen van de technologische vooruitgang van de afgelopen decennia.

Hoe we naar onszelf en onze lichamen, levens en omgeving kijken is vervormd door de media-bril die we op hebben. Zelfs onze taal is onderhevig aan de mediatisering. Maar omgaan met een veranderende tijd en taal, is niet per se nieuw. Twee schrijvers uit de negentiende en twintigste eeuw, Gustave Flaubert en James Joyce, tonen hoe je dat doet: vanuit hooghartigheid, of met empathie.

Groots en meeslepend

Gustave Flaubert beschrijft in zijn roman Madame Bovary de belevingswereld van de plattelandse Emma. Zij slijt de eerste periode van haar adolescente leven in het nonnenklooster, waar ze zich uit verveling wendt tot liefdesromannetjes. Boeken over naïeve vrouwen die meeslepend verliefd worden op een ridder die hen van hun dagelijkse sleur verlost. ,,Zij had in een kasteel willen wonen, als slotvrouwe in een lang keurs haar dagen slijtend onder de klaverbladbogen, waar zij, leunend op de stenen vensterbank, met haar kin in de hand uitzag naar een ridder met een witte helmbos, die uit de verte komt aandraven op een zwart paard.” 

Emma’s beeld van de liefde en haar eigen toekomst zijn op dit voorbeeld gebaseerd. Het spreekt voor zich dat dit beeld in gruzelementen uiteenvalt wanneer ze in contact komt met de werkelijkheid. Haar huwelijk met plattelandsdokter Charles valt gruwelijk tegen en de groots- en meeslependheid van het leven blijven voor Emma uit. Zelfs affaires en uitspattingen creëren niet de door haar zo begeerde spanning, wat – spoiler alert – zal leiden tot haar zelfdoding. 

Flauberts hooghartigheid

Flauberts roman kan gelezen worden als een aanklacht tegen slechte, romantische quasi-literatuur. Een Mulisch-achtige overtuiging van het eigen talent, waarbij wordt neergekeken op het vermaak van het gepeupel. Maar de onderliggende boodschap is veel belangrijker: Flaubert veracht Emma, en velt in zijn tekst tussen de regels door een oordeel over haar naïeve wereldbeeld. Hij heeft een personage geschreven dat hij minacht, en dat symbool staat voor het onrealistische wereldbeeld en de naïviteit van mensen, vrouwen in dit geval, die zich geen andere wereld kunnen indenken dan degene waarover zij lezen in dweepromannetjes en vrouwenbladen. Emma’s taal is tweedehands, geleend uit de lectuur die zij tot zich heeft genomen. Ze zit gevangen in het beeld dat zij voor zichzelf van de wereld heeft geconstrueerd, en gaat uiteindelijk zelfs aan haar onrealistische verwachtingen ten onder. Flaubert’s ultieme wraak.

Flaubert veracht Emma, en velt in zijn tekst tussen de regels door een oordeel over haar naïeve wereldbeeld.

Joyce's compassie

Iemand die goed naar Flaubert heeft gekeken, is James Joyce. Hoewel Joyce’s karakter Gerty MacDowell in zijn moderne meesterwerk Ulysses qua opbouw lijkt op Emma, gaat zij op een belangrijk punt voorbij haar voorganger. Ook Gerty heeft geen eigen woorden. ,,Gerties ogen waren van het diepst Ierse blauw, omlijst door volumineuze wimpers en donkere, expressieve wenkbrauwen.” Gerty’s persoonsbeschrijving leest als een reclamefolder waarin haar uiterlijke kenmerken worden verkocht. Hoewel de parallel met Flauberts beschrijving van Emma evident is, blijkt uit de tekst van Joyce een ander sentiment voor zijn personage. De schrijver heeft vooral medelijden met het type Gerties, een mededogen dat Flaubert ontbeert. In het wetenschappelijke artikel “See Ourselves as Others See Us”: Empathy Across Gender Boundaries in James Joyce’s Ulysses bevraagt Madison V. Chartier of “Gerty’s idee van de liefde oprecht is - daadwerkelijk van haar - of geïmplanteerd door de rigide indoctrinatie van de maatschappij.” Joyce ziet Gerty niet als naïef schaapje dat niet genoeg haar best heeft gedaan om de realiteit van de wereld en haar leven onder ogen te zien, maar ziet haar als een product van haar tijd. Ze kán zichzelf en haar wereld niet anders zien dat in deze goedkope reclametaal, want dit is de enige taal waarmee ze in aanraking komt. 

Is Gerty's idee van de liefde oprecht - daadwerkelijk van haar - of geïmplanteerd door de rigide indoctrinatie van de maatschappij?

Een parallel met onze tijd is snel getrokken. Al vinden we onszelf wellicht ontwikkelder, slimmer en minder naïef dan de twee bovenstaande personages, we hebben allemaal iets met hen gemeen: de manier waarop wij naar onszelf, ons uiterlijk en leven kijken en de woorden die we hieraan geven zijn een product van onze tijd. Dat is merkbaar in hoe we omgaan met woorden, afbeeldingen en elkaar.  Een foto dient niet meer als leuke herinnering, maar moet vooral instagrammable zijn, een woord dat binnen één generatie volledig geïnternaliseerd is bij iedereen met een smartphone. Dat de situatie onecht en geënsceneerd is, is ondergeschikt aan het eindresultaat. Een kledingstuk wordt niet gekocht omdat het lekker zit, maar omdat het in een idyllische omgeving mooi op de gevoelige plaat kan worden vastgelegd. Oh, en is je relatie trouwens al Insta-official?

De taal van onze tijd

De vraag is nu alleen, moeten we naar onszelf kijken als Flaubert naar Emma, of zoals Joyce naar Gerty? Het is makkelijk om met een bepaalde neerbuigendheid te kijken naar de Instagram-taal die ons leven in de greep heeft. Het is verleidelijk om influencers te veroordelen of af te schrijven als oppervlakkig. Facebook en Instagram verwijderen van je smartphone kan voelen als een verheven daad van individualiteit: ,,Ik doe niet meer mee.” Maar het is een illusie om te denken dat je je op deze manier kan onttrekken aan een maatschappij die doordrongen is van dit perspectief en deze focus. Door recalcitrant te beweren niet mee te doen aan de sociale-mediatisering wordt de alomtegenwoordigheid ervan alleen duidelijker. Voor wie z’n eigen wereld en tijd te veracht, zoals Flaubert, ligt verbittering op de loer. 

Constructiever is dus om met de mildheid van Joyce naar onszelf en de maatschappij te kijken. We kunnen ons simpelweg niet onttrekken aan de maatschappij waarin we leven, en het perspectief en de taal die daarbij horen. Je kan beter omgaan met de realiteit en het wereldbeeld waar je voor staat, dan proberen je hier koste wat kost tegen te verzetten. Influencers zijn het schoolvoorbeeld van inspelen op een tijdsgeest, en het verbinden van een verdienmodel hieraan. Dit wil niet zeggen dat de manier waarop er naar dingen, mensen of lijven gekeken wordt altijd positief is, of dat er geen schadelijke aspecten aan deze ontwikkeling zitten. Toch blijft het een feit dat we allemaal vastzitten aan het perspectief, en daarmee de taal, van onze tijd. Voor wie beweert hier boven te staan, en zich daarmee presenteert als de Flaubert van zijn generatie, wordt het tijd om Joyce er nog eens bij te pakken.

Gerelateerde artikelen
Reacties
Nog geen reacties.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven