Vrijheid. Wat is het en wat hebben we er aan? Een idee zo belangrijk als vrijheid moet door elke generatie weer opnieuw worden uitgevonden, en zoals De Fusie een nieuwe generatie is, zo moet ook De Fusie uitmaken wat vrijheid betekent. Inderdaad, het ligt voor de hand dat voor een moderne liberaal een idee van vrijheid een centrale rol speelt. En daarom wil ik het er over hebben: vrijheid.
Nu heb ik nog niets gezegd over wat vrijheid is, behalve dat het ‘belangrijk’ is. Dat het belangrijk is behoeft weinig uitleg: ik beperk me hier tot de opmerking dat het kennelijk zó voor de Nederlandse samenleving spreekt dat twee van de drie partijen die op dit moment aan de macht zijn het zelfs in de naam van hun partij hebben opgenomen (al is het mij niet duidelijk of ze aan de macht zijn omdat ze vrijheid in de naam hebben, of vrijheid in de naam hebben omdat ze aan de macht zijn). Maar wat is vrijheid dan? Een woordenboek of encyclopedie openslaan brengt ons alleen maar verder van huis; nu we het serieus over vrijheid hebben kunnen we ons niet met een eendimensionale uitleg het er gemakkelijk van af maken.
Sterker nog, het is mijn hele punt dat er geen unieke definitie van vrijheid bestaat. Zonder ons, zonder een maatschappij, heeft vrijheid geen bestaan. Dit komt omdat het geen eigenschap is die iets of iemand kan bezitten, maar het refereert aan een relatie binnen een groep mensen. Vrijheid is een sociale constructie; het ontstaat door sociaal-culturele omstandigheden en kan dus ook enkel en alleen door die omstandigheden begrepen worden. Nogmaals: er is geen uniek concept van vrijheid dat los van ons bestaat, zoals ‘bruin’ of ‘zacht’. Ook voor deze laatste twee concepten kunnen we toegeven dat zolang er geen waarnemer is die ‘bruin of ‘zacht’ waarneemt (bij bijvoorbeeld een konijn door het te bekijken en te aaien) er weinig betekenis gegeven kan worden aan ‘bruin’ of ‘zacht’, maar voor vrijheid gaat het een stap verder; vrijheid is niet bij een onafhankelijk object waar te nemen, maar is alleen tussen mensen – hun sociale interactie – waar te nemen.
Er bestaat geen unieke definitie van vrijheid, onafhankelijk van een maatschappij
Dat betekent dat het idee van vrijheid aan verandering onderhevig is. Elke dag opnieuw, waar mensen elkaar ontmoeten, vinden we vrijheid opnieuw uit. De hoeveelheid sociale interacties die we betrekken om er achter te komen wat vrijheid betekent beïnvloedt daarom ook de uitkomst. In het Friesland van de 17e eeuw betekent vrijheid iets anders dan dat het betekent in het gedachtegoed van politiek filosoof John Rawls, of in de Tweede Kamer van vandaag de dag, of in een klaslokaal van een middelbare school. Dit betekent ook dat we voor onze vrijheid niet alleen kunnen vertrouwen op eerdere generaties. Wij hebben de plicht vrijheid opnieuw te ontdekken en uit te vinden. Als we niet gevoelig zijn voor deze nuances is de verleiding namelijk groot om van een werkelijk idee van vrijheid te vervallen in het gebruik van het woord vrijheid als niet meer dan een synoniem voor ‘goed’. Denk bijvoorbeeld aan het hedendaagse gebruik van het woord ‘fascisme’; zit daar echt een idee achter of is het niet meer dan een synoniem voor ‘slecht’? Juist omdat het woord vrijheid zo veel gebruikt wordt is het daarom van groot belang om voor onszelf te bepalen wat het idee van vrijheid betekent.
Hier zit nog een extra aardigheid aan. Aangezien wij allen deel uit maken van de maatschappij, diezelfde maatschappij die we onderzoeken om erachter te komen wat vrijheid betekent, zijn wij dus ook allen onderdeel van de oplossing voor de vraag wat vrijheid is. Dit betekent dat we uiteindelijk ook zelf de betekenis van vrijheid kunnen beïnvloeden, kunnen uitvinden. Het lijkt mij duidelijk dat binnen een modern liberaal platform, waar dus het accent op de plaats van het individu binnen de samenleving ligt in plaats van de gehele groep mensen die de samenleving uitmaken, een sterk idee van vrijheid onontbeerlijk is. Dit is ons platform, onze generatie, en wij hebben de vrijheid om te denken wat we willen over vrijheid. Laat de kaas dus niet van je brood eten en denk mee over wat vrijheid voor ons betekent!
Leuk stuk. Misschien kan je vrijheid wat beter begrijpen wanneer je het uit de sociale context - waar het volgens jou alleen begrepen kan worden, wat ik dan weer niet begrijp - haalt.
En zoals voor taal in het algemeen geldt, een woord krijgt pas betekenis in een context, waarin het ook nog eens onderhevig is aan interpretatie van een persoon.
Ik denk dat wanneer je dan toch wil proberen vrijheid te vangen in een definitie, je ergens in de richting van keuze en het vermogen om keuzes te maken en ze daadwerkelijk uit te voeren moet denken.
Ik meen te bespeuren dat vrijheid dan een hoog goed binnen de maatschappij is, en wij een plicht hebben die te beschermen. Moeten we mensen die niet vrij willen zijn dan dwingen hun vrijheid te gebruiken, zoals Rawls beweert?
Vrijheid is niet meer dan kunnen spreken en handelen zonder dat anderen je daarin hinderen. Wij hebben er zo veel van, dat het niet meer interessant is. Als je veel voedsel heb, ga je je ook niet afvragen wat een snee brood is.
Het is veel interessanter om na te denken over wat wij met vrijheid doen. Dan kom je bij de werkelijk belangrijke vraag naar de natuur van de mens en de vraag wat het goede is.
Ha Eric!
Goed stuk. Wat je zegt over fascisme en vrijheid lijkt me zeer terecht: het zijn zwaargewichten van woorden die zonder verdere uitleg een normatieve belasting leggen op datgene in verband waarmee ze gebruikt worden. Retorisch geloof ik dat een associatie met 'vrijheid' de spreker helpt om eventuele tegenstanders af te schrikken om de spreker te weerspreken: "u bent toch niet tegen vrijheid!?".
Toch geloof ik dat het gevoel vrij te zijn een van de meest essentiële levensbehoeften van de mens is. Waar dat gevoel precies uit bestaat is volgens mij - zoals je al zegt - per situatie verschillend. Om het methodologisch uit te drukken is er volgens mij geen sprake van een intervalschaal maar eerder van een ordinale schaal. Toch denk ik dat het gevoel vrij te zijn te operationaliseren valt en dat naar mate mensen meer of minder 'scoren' op bepaalde dimensies ze vrij zijn: nooit compleet en nooit helemaal niet. Dimensies die ik zou voorstellen zijn vrijheid van honger en dorst, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van angst voor lijf en leden en - abstract maar nietemin belangrijk - de vrijheid om je te ontplooien. Bij vrijwel alle vrijheden geldt volgens mij dat ze daar ophouden waar die van anderen begint en vice versa.
Afhankelijk van de ontwikkeling op die schaal vóelen mensen zich volgens mij vrij of onvrij. In het Midden Oosten rommelt het volgens mij nu ten dele omdat mensen zien dat andere delen van de wereld vrijer zijn.
Schrijvend vanuit Soedan moet ik zeggen dat ik de vrijheden die ik in Nederland nog zo vanzelfsprekend (en daardoor niet opmerkelijk) vond, nu meer en meer ga waarderen. Iets om te verdedigen!
Hartelijke groet vanuit Khartoum!
Bruno
Natuurlijk is er veel geschreven over vrijheid, maar iemand die je nog steeds niet over het hoofd mag zien in deze discussie is (sir)Isaiah Berlin. In het kort: Berlin onderscheidt twee concepties van vrijheid, de negatieve en de positieve. De positieve conceptie legt jou de waardes op, de negatieve benadrukt het belang van onthouding.'What I adject to is being treated like a schoolboy, being told my own good.' Een vrij mens in de laatste zin zal zo min mogelijk belemmerd zijn in zijn mogelijkheden. Het onderscheid dat door Berlin wordt gemaakt is in mijn ogen nog steeds bepalend in de vraag naar vrijheid. Hoever laten wij de overheid zich niet mengen in onze privacy? -(Nederland staat wat dat betreft voorop in de rangorde)
Het essay waar Berlin dit uiteenzet is 'Two concepts on liberty.' Onderstaande link plaats de theorie mooi in zijn tijd.
http://www.youtube.com/watch?v=84wJlDC8--o
Een ander onoverkomelijke vraag die je zult moeten stellen is die naar de keuzevrijheid en het debat aangaande determinisme. Zijn wij überhaupt vrij in het maken van keuzes of blijkt vrijheid wat dit aangaat een leeg begrip? Nederlandse neurologen die deze tijd erg populair zijn met hun deterministische opvattingen zijn Swaab en Lamme. Een wat oudere, maar niet verouderde, theorie met betrekking tot de vrijheid van keuze biedt Harry Frankfurt, hij stelt dat determinisme en keuzevrijheid wel degelijk samen kunnen gaan.
Dank aan alle reacties, hier een aantal korte opmerkingen (met de aanmoediging aan alle reageerders om hun ideeen in 500-600 woorden om te zetten en het in te sturen naar De Fusie):
Casper heeft het over "keuze en het vermogen om keuzes te maken". Dit motief komt ook terug in andere reacties, met name Tommi, die er op wijst dat dit naar "keuzevrijheid en het debat aangaande determinisme" verwijst. In de afgelopen jaren ben ik gaan twijfelen ove de juistheid van deze interpretatie van vrijheid. Misschien verblind het ons teveel om echt tot de kern van vrijheid te komen (welke vrijheid heb ik werkelijk als ik moet kiezen tussen 5 verschillende potten pindakaas?). In de praktische zin, dat is, in het organizeren van onze maatschappij is het heel nuttig. Zoals Straussiaan vrijheid definieert als "kunnen spreken en handelen zonder dat anderen je daarin hinderen" (een kreupele definitie, maar goed genoeg voor nu). Maar ik weiger te accepteren dat we het hier hebben over een absoluut begrip. Deze verabsolutering komt goed terug in de reactie van Casper. Eerst heb je, Casper, het over 'beschermen' van vrijheid binnen de maatschappij (inderdaad! ik ben het hier met je eens!) maar dan een zin later heb het over 'dwingen'! Van alle woorden kies je voor dwingen! Bruno scoort hoge ogen door te kiezen voor de verwoording "een van de meest essentiële levensbehoeften van de mens". Dit komt weer in aanraking met discussies over determinisme, maar dan wel vanuit een heel andere hoek. Een hoek die mij wel bevalt, een hoek waar ik graag meer over hoor (en zelf ook meer over zal schrijven).
Het spijt me zo kort te zijn, jullie reacties verdienen een langer antwoord maar ik hoop dat ik hier een aantal essentiele punten heb kunnen aanraken.
Vrijheid is een absoluut groot goed. Maar een beperkende definitie is mijn inziens wel op zijn plaats.
Er zijn vrijheden die onbeperkt aanwezig moeten zijn zoals de vrijheid om alles te schrijven of en een bepaalde kunstvorm uit te dragen.
Ook het mondeling uitbrengen van ideeën en gedachten dient aanwezig te zijn rekening houdend met het aantal toegelaten en niet storende decibels. In kleding of tatoeages kan nimmer een beperking gelden, want je hoeft daar niet naar te kijken.
Ik ben voor optimale vrijheid, maar mijn vrijheid mag niet leiden tot ongemak voor anderen, die zich daar niet of nauwelijks aan kunnen onttrekken. Ik denk hierbij aan burenoverlast, door permanent schreeuwend te communiceren of muziek ten gehore te brengen, waar de hele of halve buurt ongevraagd naar moet luisteren.
Hetzelfde geldt voor festivals. Het is op zijn minst merkwaardig als media deze problematiek aanduiden als de strijd om het uitleven van de vrije tijd, waarbij de stiltezoekers gemakshalve worden aangeduid met onverdraagzamen. Onder de mensen die festivals in hun directe omgeving als een gruwel ervaren, behoren bijvoorbeeld ook medeburgers die door een niet aangeboren hersenaandoening geen harde geluiden meer kunnen verdragen.