Wikimedia Commons

Wanneer je gaat

 

De deur valt in het slot. Het huis, de kamer
waar ik lig, het laken, het plafond, ontspant
en ademt uit. Ik adem in. De stilte wordt genoten.
Ik doe mijn ogen dicht. Ik zie je blote lichaam
in het tegenlicht, je silhouet, als door een fotograaf
geschoten met een groothoeklens vanuit het bed,
de omtrek van je lijf en het profiel van je gezicht,
als door een vakman uit een zwart stuk stof geknipt—
het laat zich moeizaam uitvergroten. Mijn geestesoog
vergeet je reeds, en mijn gedachten zijn ontwricht
door je afwezigheid; maar in mijn lijf besta je nog,
je sticht een rijk, ik ben een mal waarin
je wordt gegoten. Ja, ik herinner mij. Je leeft. Je ligt
in het geheugen van mijn huid besloten.

Gerelateerde artikelen
Reacties
Nog geen reacties.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Naar boven