In het Midden Oosten escaleert de Syrische opstand, ondertussen hebben Israël en Hamas net de zoveelste ronde beschietingen erop zitten en verschuiven politieke en militaire allianties en krachtsverhoudingen. Juist nu spreken de landen van de Europese Unie over de vraag of Hezbollah als terroristische organisatie bestempeld moet worden. Met een escalerend conflict in Syrië en onrust in het zuiden van Israël zou de EU er echter verstandig aan doen geen olie op het vuur te gooien in het nabijgelegen Libanon.
Enkele weken geleden lanceerden de Verenigde Staten en Israël een hernieuwd offensief om EU-lidstaten te bewegen Hezbollah op de EU-lijst van terroristische organisaties te zetten. Nederland, dat Hezbollah sinds 2008 als een geheel terroristische organisatie bestempelt, is pleitbezorger voor de Amerikaans/Israëlische lijn. De Belgen bepleiten juist een meer pragmatische houding ten aanzien van Hezbollah in deze roerige tijden. Het is te hopen dat de nieuwe Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans het standpunt van de Belgen zal overnemen.
Gezien de religieuze samenstelling van Libanon en het sektarische geweld uit het recente verleden is er maar weinig nodig om dit kruitvat te doen ontploffen.
Hezbollah is zeker geen alledaagse organisatie. Zij is verantwoordelijk voor talloze aanslagen en ontvoeringen, heeft nauwe banden met het Syrische en Iraanse regime en heeft meerdere oorlogen met Israël uitgevochten, waarvan de laatste in 2006. Daarnaast heeft Hezbollah tot op de dag van vandaag vele duizenden raketten op Noord-Israël gericht staan, klaar om burgers en militairen te bestoken. Sinds Libanon zich in 2005 min of meer wist te bevrijden van politieke en militaire inmenging van Syrië heeft Hezbollah zijn toon en handelen echter gematigd.
Nu hoeft Hezbollah hiervoor allerminst met bloemen onthaald te worden. De organisatie handelt naar haar eigen belang en de gematigde toon heeft er aan bijgedragen dat Hezbollah aan invloed heeft gewonnen. Zozeer zelfs dat zij momenteel onderdeel vormt van de Libanese regering.
Gezien de explosieve situatie in de regio zou het echter onverstandig zijn de huidige coöperatieve houding van Hezbollah te negeren en de organisatie als gesprekspartner te weren. Het is namelijk de huidige Libanese regering, waaraan Hezbollah deelneemt, die met veel moeite probeert de Syrische onrust buiten de deur te houden. De problemen aan de Turks-Syrische grens, op de Golan-hoogvlakte en het geweld tussen Alevieten en Soennieten in Tripoli tonen aan hoe groot het gevaar is dat het geweld zich in de regio verspreidt. Gezien de religieuze samenstelling van Libanon en het sektarische geweld uit het recente verleden is er maar weinig nodig om dit kruitvat te doen ontploffen. Dat dit niet al is gebeurd is onder meer te danken aan Hezbollah.
Daarnaast kan men zich afvragen hoeveel effect het heeft Hezbollah in de ban te doen. Wanneer dit gebeurt kunnen diens tegoeden worden bevroren en houdt de organisatie formeel op een gesprekspartner te zijn. Hezbollah zal hier slechts zeer beperkt hinder van ondervinden terwijl de EU met deze – veelal symbolische – daad diens aanhangers tegen zich in het harnas zal jagen. Tevens geeft de EU het signaal af dat de-radicalisering bestraft wordt. Hezbollah zal verder in de armen van Damascus en Teheran worden gedreven, met potentieel een verdere destabilisering van de regio en met name Libanon tot gevolg. Dit heeft nadelige gevolgen voor zowel de politieke als economische belangen van de EU-lidstaten in de regio. Een tastbaar voorbeeld hiervan is de bijna onvermijdelijke stijging van de prijs van olie. Kortom, het is in het belang van de EU-lidstaten dit te voorkomen.
Hezbollah zal verder in de armen van Damascus en Teheran worden gedreven, met potentieel een verdere destabilisering van de regio en met name Libanon tot gevolg.
Zodoende is het noodzakelijk dat EU deze kwestie pragmatisch benadert. Een formalistische benadering hanteren jegens organisaties zoals Hezbollah jaagt hen slechts in de armen van Syrië en Iran. Pragmatisme en het versterken van gematigde krachten in het Midden-Oosten zou centraal moeten staan in het Europese beleid, want de storm in het Midden-Oosten zal niet snel gaan liggen.